Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 398 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 398 |
Kent u het bericht «Ik wil geen Hageneesje op de wereld zetten, hoor»?1
Herkent u de band die mensen voelen met hun omgeving, en de wens die zij kunnen hebben dat deel van hun identiteit te willen overdragen aan hun kind? Zo nee, waarom niet?
Ik heb er begrip voor dat mensen een directe band kunnen hebben met hun omgeving, die zodanig is dat zij deze wensen door te geven aan hun kinderen. Aan deze band met de plaats waar de ouders woonachtig zijn en wellicht geboren zijn, kan op verschillende manieren uitdrukking worden gegeven en hoeft niet per sé afgeleid te worden uit de in de geboorteakte opgenomen plaats van geboorte.
Wat waren in de Code Napoleon, waarmee de aangifteplicht startte, de redenen voor de verplichting om de aangifte van een geboorte te doen bij de gemeente waar het kind geboren is? In hoeverre hebben die redenen nog waarde en geldigheid?
Bij de invoering van de Code Napoleon werd de registratie van de belangrijkste feiten in een mensenleven, met name geboorte, huwelijk en overlijden, die tot dan toe door kerkelijke autoriteiten werd uitgevoerd, overgedragen aan burgerlijke autoriteiten. Deze taak werd opgedragen aan gemeenten in de vorm van de verantwoordelijkheid voor het houden van registers van de burgerlijke stand. Daarbij gold als uitgangspunt de feitelijke juistheid van de daarin opgenomen gegevens, waarop een ieder moest kunnen vertrouwen. De akten hadden toen en nu het karakter van authentieke akten, met de daaraan verbonden bijzondere bewijskracht.
In welke mate is het nog relevant of de gemeente van geboorte, of de gemeente van woonplaats van een van de ouders tijdens de geboorte, de akte beheert, aangezien de gemeentelijke basisadministratie is opgegaan in de landelijke basisregistratie personen?
Het is nog steeds van belang dat de geboorteakte van een kind wordt opgemaakt in de gemeente waar de geboorte heeft plaatsgevonden en wel om redenen die de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft aangegeven in zijn brief van 31 mei 2011 (Kamerstuk 27 859, nr. 44). Zie in dit verband ook het antwoord op vraag 6.
De gegevens van de geboorteakte worden vervolgens overgenomen in de basisregistratie van de gemeente waar de betrokkene woonachtig is. Daarbij is niet van invloed of het beheer van de basisregistratie op lokaal of landelijk niveau geschiedt.
Indien de geboorteplaats een identificerend gegeven is om personen met gelijke naam en geboortedatum te onderscheiden, zoals in 2011 gesteld door de adviescommissie, is het dan niet logischer om woonplaats te registeren in plaats van geboorteplaats nu steeds meer bevallingen in ziekenhuizen in een beperkt aantal gemeenten plaatsvinden? Dan neemt het identificerend karakter toch eerder toe dan af?
Ik kan de visie dat vermelding van de woonplaats een sterkere identificerende waarde zou hebben dan de vermelding van de geboorteplaats niet delen. De geboorteplaats is immers een uniek en vaststaand gegeven, terwijl de woonplaats in de loop van een mensenleven, soms veelvuldig, aan wijziging onderhevig is.
Bent u bereid met een welwillende blik te onderzoeken of de in uw brief van 31 mei 2011 genoemde bezwaren overkomelijk zijn, en aan de Kamer voorstellen te doen waarin zowel het feitelijk karakter van een geboorteakte als de in het AD-artikel genoemde wens van ouders tot uitdrukking komen?2
Bij de opstelling van de brief van 31 mei 2011 is zorgvuldig nagegaan welke consequenties zouden kunnen volgen uit het vermelden van een andere geboorteplaats in de geboorteakte van een kind, dan de plaats waar de geboorte van het kind daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Hiertoe is toen ook het advies ingewonnen van de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit en is bezien hoe de regelingen in internationaal verband luiden. Gebleken is dat het toestaan om een andere plaats dan de feitelijke geboorteplaats in de akte op te nemen tot aanzienlijke bezwaren leidt. Daarbij is in het bijzonder de rechtszekerheid in het geding.
Er hebben zich sindsdien geen zodanige ontwikkelingen voorgedaan, waardoor de situatie nu anders zou zijn. Onder deze omstandigheden bestaat er voor mij geen aanleiding om de huidige wettelijke regeling te wijzigen.
Gelet op het belang van de authenticiteit en van de juistheid van de burgerlijke stand, wil ik nog wijzen op de plicht van de ambtenaren van de burgerlijke stand om de door de burgers verstrekte gegevens te verifiëren, alsmede op hun bevoegdheid om daartoe om nadere stukken te vragen (art. 18, lid 2 en 3 Boek 1 BW) en in dit verband op hun specifieke bevoegdheid om ten behoeve van het opmaken van een geboorteakte te vragen om een verklaring van een arts of verloskundige (art. 19e, lid 8 Boek 1 BW).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-398.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.