Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over de normering van pyrazol in de Maas en Rijn (ingezonden 7 oktober 2015).

Antwoord van Minister Schultz van Haegen – Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 27 oktober 2015)

Vraag 1

Kunt u duidelijk toelichten hoe men tot de verhoging van de toegestane concentratie pyrazol van 1 microgram per liter naar 15 microgram per liter is gekomen?1

Antwoord 1

De 1 μg/l betreft een signaleringswaarde. Deze is vastgelegd in Drinkwaterbesluit en Drinkwaterregeling, en bedoeld als signalering dat nader onderzoek moet plaatsvinden.

Een toxicologisch onderbouwde milieukwaliteitseis voor de opkomende stof pyrazol ontbreekt nog op dit moment, evenals een norm voor pyrazol bij de innamepunten en drinkwater. Daarom heb ik een tijdelijke maximale concentratie van 15 μg/l aangegeven voor de inname van water voor de drinkwaterbereiding. Deze waarde is gebaseerd op onderzoek door het Crisis Expert Team (CET) Milieu en Drinkwater. Daarbij is een conservatieve berekening gehanteerd, vanwege de beperkt beschikbare toxicologische informatie voor pyrazol. Uitgangspunten voor deze tijdelijke maximale waarde zijn dat de blootstelling niet langer duurt dan maximaal 2 jaar en dat de emissies in de tussentijd zo spoedig mogelijk worden teruggedrongen. De tijdelijke maximale concentratie is bepaald op verzoek van en in afstemming met de betrokken partijen; de drinkwaterbedrijven, VEWIN, Unie van waterschappen en Waterschap Roer en Overmaas.

Zie voor meer informatie mijn eerdere antwoord op vragen van het lid Jacobi (ons kenmerk IenM/BSK-2015/187039 Uw kenmerk 2015Z16417).

Vraag 2

Deelt u de mening dat het tijdelijk verhogen van de grenswaarde pyrazol een verkeerd signaal afgeeft, nu bedrijven hierdoor niet gedwongen worden zo snel mogelijk orde op zaken te stellen?

Antwoord 2

Nee. Zoals ik in het antwoord op vraag 1 heb aangegeven hebben beide waarden een verschillende werking.

Vraag 3

Zijn er consequenties voor het bedrijf Sitech, nu blijkt dat er nog steeds sprake is van pyrazollozing? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het bevoegd gezag dat moet toezien op het nakomen van de vergunning is het Waterschap Roer en Overmaas. Dit waterschap heeft op 8 oktober jl. per direct handhavend opgetreden tegen de overschrijding van de toegestane waarden en heeft aan Sitech een last onder dwangsom opgelegd.

Vraag 4

Op welke wijze wordt de komende twee jaar teruggegaan naar een concentratie van 1 microgram per liter? Welke gevolgen heeft het wanneer deze concentratie na twee jaar nog niet terug op niveau is?

Antwoord 4

De lozing van pyrazol dient te voldoen aan het landelijk beleid, dat wil zeggen het voorzorgbeginsel en de Best Beschikbare Technieken. De restlozing wordt beoordeeld aan de hand van een toxicologisch onderbouwde milieukwaliteitseis, de tijdelijk toegestane concentratie voor drinkwaterinname en het maximaal terugdringen van de emissies. In mijn brief aan de drinkwaterbedrijven (kenmerk IenM/BSK-2015/172095) geef ik aan dat het ministerie samen met de stakeholders werkt aan een protocol dat een handelingsperspectief moet bieden bij dit soort gevallen van verhoogde concentraties onbekende antropogene stoffen. In dit traject zal ik beoordelen of de regelgeving met betrekking tot de normering van onbekende antropogene stoffen aanpassing behoeft. Ik wil daar niet op vooruitlopen.

Vraag 5

Klopt het dat Duitsland veel minder strenge regels hanteert, waardoor de toegestane concentratie van pyrazol daar velen malen hoger ligt dan in Nederland? Op welke (overige) punten komen de normen voor de waterkwaliteit in het stroomgebied van Rijn en Maas niet overeen?

Antwoord 5

Pyrazol is een antropogene stof waarvoor nog geen toxicologisch onderbouwde milieukwaliteitseis of norm is vastgelegd in de regelgeving, voor zowel de waterkwaliteit in het oppervlaktewater als voor drinkwater. Dit is ook in Duitsland het geval. Duitsland (het Umweltbundesambt, UBA) hanteert uit voorzorg vooralsnog een gezondheidskundige oriënteringswaarde in drinkwater van 3 μg/l, deze geldt voor een levenslange blootstelling.

In de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn zijn voor de zogeheten Rijnrelevante stoffen gezamenlijke normen afgeleid. Deze komen overeen, maar alle landen hanteren voor nationaal relevante stoffen eigen normen. In de Maas hanteert men voor de Maasrelevante stoffen de nationale normen, maar wordt wel gewerkt aan afstemming om de verschillen in normen te verkleinen of te verklaren. Over pyrazol wisselen Nederland en Duitsland informatie uit, onder andere hoe we van de aanpak van zo’n opkomende stof van elkaar kunnen leren. Dit zal ook in de ICBR en IMC besproken worden.

Vraag 6

Bent u bereid om in Europees verband een striktere normering van pyrazol te bepleiten?

Antwoord 6

Het is vooralsnog onduidelijk hoe wijdverbreid pyrazol aanwezig is in het Nederlandse en Europese watersysteem, en hoe hoog de concentratie pyrazol is in oppervlaktewateren die niet door industriële emissie zijn belast. Indien pyrazol wijdverbreid voorkomt in het Nederlandse watersysteem, ligt mijn prioriteit bij onderzoek om te komen tot een adequate nationale toxicologisch onderbouwde milieukwaliteitseis en norm bij de innamepunten en drinkwater.

Ook onder de Europese Richtlijn prioritaire stoffen is het mogelijk om te komen tot een Europese milieukwaliteitseis. Daarbij geldt als criterium dat een stof in meerdere lidstaten een probleem moet zijn om voor selectie voor de lijst prioritaire stoffen in aanmerking te komen. Ik zal het onderwerp daarom agenderen op de overleggen van de internationale stroomgebiedscommissies en betreffende werkgroepen van de Europese Commissie.


X Noot
1

In aanvulling op eerdere vragen van het lid Smaling (SP) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 3190) en van het lid Jacobi (PvdA) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 140)

Naar boven