Vragen van het lid Volp (PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
over een tbs-er die vanuit zijn kliniek via internet contact heeft kunnen leggen met
jonge vrouwen (ingezonden 17 september 2015).
Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 27 oktober
2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 268.
Vraag 1
Kent u het bericht «Tbs'er benaderde jonge vrouwen vanuit kliniek»?1
Vraag 2
Is het waar dat een tbs-patiënt die voor meerdere zedendelicten is veroordeeld er
in geslaagd is vanuit zijn kliniek contact te leggen met jonge vrouwen? Zo ja, wat
was de aard van die contacten en is daarbij sprake geweest van mogelijk strafbare
feiten? Zo ja, hoe is deze patiënt er in geslaagd onopgemerkt contact te leggen met
jonge vrouwen? Zo nee, wat is er dan niet waar?
Antwoord 2
Betrokkene werd behandeld in het kader van een tbs met voorwaarden.
Het eerste deel van de behandeling, voor een periode van twee jaar, vond plaats in
het beveiligde deel van een Forensische Psychiatrisch Kliniek (FPK) en vervolgens,
voor de periode van één jaar, op een open resocialisatieafdeling, in een woning buiten
de muren van de kliniek.
Onderdeel van de resocialisatiefase is dat justitiabelen op een veilige en verantwoorde
manier kunnen re-integreren in de maatschappij. Daar hoort ook het gebruik van internet
bij. Het is niet uit te sluiten dat betrokkene in deze periode de betreffende contacten
heeft gelegd.
Vraag 3
Mocht de patiënt onder begeleiding internetten? Zo ja, wat was de reden om internetten
toe te staan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Toen betrokkene in maart 2011 werd opgenomen in de FPK had hij geen internetvrijheden.
Na ruim twee jaar kreeg betrokkene onder strikte voorwaarden toegang tot internet
om zich te kunnen oriënteren op een vrijetijdsbesteding in de beoogde woonplaats na
behandeling. Vervolgens werd betrokkene overgeplaatst naar een open resocialisatieafdeling
om te wennen aan grotere vrijheid in internetgebruik, onder de voorwaarde dat betrokkene
zich hierbij controleerbaar opstelde.
Vraag 4
Hebben de heimelijke en delictsgerelateerde gedragspatronen van de patiënt gevolgen
voor de aard en de duur van zijn behandeling? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De behandeling in de FPK vond plaats in het kader van een tbs met voorwaarden. Hij
stond daarbij onder toezicht van de reclassering. Wegens het herhaaldelijk niet nakomen
van de voorwaarden, o.a. rondom internetgebruik, is de tbs-maatregel met voorwaarden
(opgelegd in februari 2012) in april 2015 omgezet in een tbs-maatregel met dwang.
Hij is vervolgens overgeplaatst naar een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC). Hier
verblijft hij sindsdien.
Vraag 5
Hoe vaak komt het voor dat een tbs-patiënt ongeoorloofd gebruik maakt van internet
dan wel in staat is internet te gebruiken voor (het voorbereiden van) strafbare feiten?
Antwoord 5
Over het internetgebruik van justitiabelen tijdens hun verblijf in FPK’s worden geen
cijfers verzameld. Bij strafbare feiten wordt uiteraard aangifte gedaan, maar er is
geen separate registratie van ongeoorloofd internetgebruik in FPK’s.
Vraag 6
Ziet u in deze of andere zaken aanleiding om de regelgeving ten aanzien van het gebruik
van internet in tbs-klinieken aan te scherpen? Zo ja, wat gaat u doen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 6
Zoals hiervoor aangegeven verbleef betrokkene verbleef de laatste fase van zijn verblijf
in een open resocialisatieafdeling van een FPK, in een woning buiten de muren van
de kliniek. De FPK’s kennen wettelijk gezien het BOPZ-regime. Binnen dit regime gelden
minder algemene beperkingen dan binnen de forensisch psychiatrische centra (FPC’s,
voorheen tbs-klinieken)2.
De betreffende FPK is verzocht om een verslag op te maken van de omstandigheden en
het verblijf van betrokkene. Op basis daarvan wordt bekeken of het nodig is om het
bestaande beleid aan te passen.
X Noot
2Binnen de FPC’s geldt het Beleidskader Internettoegang Justitiabelen als richtlijn
die voorziet in strikte controle op het internetgebruik van de tbs-gestelde.