Vragen van de leden Schouten en Segers (beiden ChristenUnie) en Van Nispen (SP) aan de Staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie en van Financiën over het onterecht in rekening brengen van informatie- en executiekosten door gerechtsdeurwaarders (ingezonden 28 september 2015).

Mededeling van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) mede namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 21 oktober 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van (tussen)vonnissen van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders waarin het onterecht in rekening brengen van informatie- en executiekosten door gerechtsdeurwaarders centraal staat, bijvoorbeeld in de vorm van het leggen van beslag bij meerdere bankinstellingen terwijl er geen gerechtvaardigd vermoeden aanwezig was dat de debiteur bij die banken een rekening aanhield?1 2

Vraag 2

Ontvangt u meer signalen dat gerechtsdeurwaarders zonder gerechtvaardigd vermoeden beslag laten leggen bij meerdere banken? Zo ja, kunt u inzicht geven in de mate waarin bij banken onterechte beslagen zijn gelegd? Hoeveel verschillende gerechtsdeurwaarderkantoren hebben deze onterechte beslagen gelegd?

Vraag 3

Kunt u daarnaast laten weten hoeveel beslagen per jaar de afgelopen jaren bij de belastingdienst zijn gelegd? Welk deel van deze beslagen is toch gelegd, terwijl vooraf duidelijk was dat het beslag geen effect zou hebben vanwege bijvoorbeeld een (hoge) preferente belastingschuld of omdat de debiteur geen tegoeden bij de belastingdienst had? Hoeveel verschillende gerechtsdeurwaarderkantoren hebben deze zinloze beslagen gelegd?

Vraag 4

Kunt u aangeven of alle beslagen die door gerechtsdeurwaarders bij de belastingdienst worden gelegd daadwerkelijk voorafgaan worden door een verzoek om informatie (VOI)? Zo nee, hoe vaak komt het voor dat er beslag wordt gelegd zonder een voorafgaand VOI?

Vraag 5

Deelt u de mening dat onterechte en zinloze beslagen voorkomen moeten worden, gezien het feit dat debiteuren verder in de financiële problemen terechtkomen als hiervoor ook nog kosten in rekening worden gebracht en ter bescherming van de privacy van debiteuren?

Vraag 6

Wilt u in overleg treden met het Bureau Financieel Toezicht en de Nederlandse Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) om meer zicht te krijgen op de problematiek van het onterecht in rekening brengen van informatie- en executiekosten en om indien nodig nadere maatregelen af te spreken? Zo ja, kunt u de Kamer dan over de uitkomsten van dit overleg informeren? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór de plenaire behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel tot wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de evaluatie van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, alsmede de regeling van enkele andere onderwerpen in die wet?3

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, dat de schriftelijke vragen van de leden Schouten en Segers (beiden ChristenUnie) over het onterecht in rekening brengen van informatie- en executiekosten door gerechtsdeurwaarders (ingezonden 28 september 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Tussenvonnis van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders, zaaknummer ECLI:NL:TGDKG:2015:42.

X Noot
2

Vonnissen van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders, zaaknummers ECLI:NL:TGDKG:2014:173 en ECLI:NL:GHAMS:2015:2988.

X Noot
3

Kamerstukken 34 047

Naar boven