Vragen van het lid Ulenbelt (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de opleiding tot helderziende (ingezonden 17 juni 2015).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 16 september 2016)

i.v.m. aanpassing aanhangselnummer.

Vraag 1

Wat is uw reactie op de uitzending van Reporter Radio over het betalen door het UWV van een «opleiding» tot helderziende?1

Antwoord 1

Het is niet aan UWV of mijzelf om te bepalen welke opleidingen of beroepen gewenst zijn en welke niet, behoudens banen in de seksindustrie en handel in softdrugs. Het gaat hierbij dus niet om de vraag of ik een opleiding of beroep aanvaardbaar vind, maar of gehandeld wordt volgens de vastgestelde regels. Gelet op de uitgangspunten van de subsidieregeling verstrekt UWV subsidie voor het volgen van een scholing die gericht is op het verwerven van arbeidsmarktrelevante kennis en/of vaardigheden.

Vraag 2

Hoeveel mensen zijn de afgelopen jaren met financiële steun van het UWV door Paradidakt «opgeleid»?2 Hoeveel geld was hiermee gemoeid?

Antwoord 2

Tot nu toe zijn er 36 aanvragen voor scholingsvouchers ingediend. Hiervan zijn er tot nu toe 12 gehonoreerd. 1 persoon is vanaf 30 maart 20 tot 30 uur per week aan het werk. Bij 3 aanvragen wachten we nog op een eerste oordeel.

Bij 4 aanvragen op een tweede controle. 17 zijn er afgewezen of teruggetrokken.

De hoogte van de scholingvouchers is maximaal € 1.000 per stuk.

Vraag 3

Heeft het UWV de afgelopen jaren ook soortgelijke opleidingen door andere bedrijven gesteund? Zo ja, welke opleidingen? Voor hoeveel mensen? Hoeveel geld was daar mee gemoeid?3

Antwoord 3

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 is het niet aan UWV of mij te bepalen welke opleidingen aanvaardbaar zijn. UWV toetst de aanvragen voor een scholingsvoucher op arbeidsmarktrelevantie. Dat betekent dat door UWV een afweging wordt gemaakt op grond van iemands opleiding, motivatie en ervaring alsmede van de reële mogelijkheden en kansen op werk. De richting of de aard van de opleiding is daarbij niet relevant.

Vraag 4

Op basis van welke regelingen is het geld beschikbaar gesteld?

Antwoord 4

De scholingsvouchers worden beschikbaar gesteld op grond van de Regeling scholing en plaatsing oudere werklozen (Stcrt. 2013, 27343). Deze regeling is onderdeel van het Actieplan 50pluswerkt.

Vraag 5

Bij gebruik van scholingsvouchers van het UWV moet de aanvrager aangeven dat het volgen van een opleiding opgeven de kans op werk wordt vergroot? Hoe is dat gebeurd bij deze «opleidingen»?

Antwoord 5

Aanvragen van een uitkeringsgerechtigde worden individueel getoetst op arbeidsmarktrelevantie. Dat betekent, dat door UWV een afweging wordt gemaakt op grond van iemands opleiding, motivatie en ervaring alsmede van de reële mogelijkheden en kansen op werk. De arbeidsmarktrelevantie kan op de volgende manieren worden aangetoond: een ondertekende verklaring van een nieuwe werkgever dat hij/zij de werkzoekende in dienst neemt direct na het einde van de scholing voor de duur van 3 maanden (baangarantie), er wordt geschoold naar een zgn. kansberoep (de kansberoepenlijst wordt door UWV samengesteld), of de werkzoekende toont zelf de arbeidsmarktrelevantie aan (bijvoorbeeld met een getekende baanintentie van een werkgever). In dit betreffende geval is de arbeidsmarktrelevantie door de werkzoekende aangetoond met een baanintentie van Paradidakt. De baanintentie kan tot op heden echter niet waar gemaakt worden. Dit heeft tot gevolg dat UWV bij nieuwe aanvragen voor opleidingen van Paradidakt niet meer veronderstelt dat de baanintentie daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Dat betekent dat de arbeidsmarktrelevantie op andere wijze moet worden aangetoond door de aanvrager van de scholingsvoucher.

Vraag 6 en 7

Hoeveel mensen hebben werk gevonden in de sector waarvoor de «opleiding» is bedoeld?

Werken de mensen die door Paradidakt zijn «opgeleid» ook voor dat bedrijf? Op welke arbeidsvoorwaarden? Is het waar dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst? Zo, ja wat is dan wel de overeenkomst?

Antwoord 6 en 7

Zoals bij antwoord 2 aangegeven is 1 persoon vanaf 30 maart 20 tot 30 uur per week aan het werk. Ik heb bij antwoord 5 reeds toegelicht dat UWV bij nieuwe aanvragen voor opleidingen van Paradidakt niet meer veronderstelt dat de baanintentie daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Dat betekent dat de arbeidsmarktrelevantie op andere wijze moet worden aangetoond door de aanvrager van de scholingsvoucher.

Vraag 8

Bent u bereid om financiële steun van het UWV aan «spirituele opleidingen» te beëindigen? Zo nee waarom niet?

Antwoord 8

De financiële steun van het UWV (de scholingsvoucher) is niet bedoeld als steun voor opleidingen in het algemeen, of «spirituele opleidingen» in het bijzonder. De voucher is bedoeld ter ondersteuning van de werkzoekende, door het vergroten van zijn arbeidsmarktperspectief. In dit specifieke geval is tot nu toe gebleken dat de arbeidsmarktintentie niet waar wordt gemaakt. Dit heeft tot gevolg dat UWV voor opleidingen verzorgd door Paradidakt bij nieuwe aanvragen niet meer veronderstelt dat de baanintentie daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Dat betekent dat de arbeidsmarktrelevantie op andere wijze moet worden aangetoond door de aanvrager. Het kan namelijk niet zo zijn dat een scholingsvoucher wordt verstrekt zonder dat de arbeidsmarktrelevantie aangetoond is.

Naar boven