Vragen van de leden Pechtold en Swinkels (beiden D66) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Priester vermoord bij gijzeling in kerk Normandië» (ingezonden 29 juli 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 19 september 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3315.

Vraag 1

Klopt het bericht dat een van de plegers van de aanslag in Saint-Etienne-du-Rouvray op 26 juli 2016, Adel Kermiche, vorig jaar tot tweemaal toe heeft geprobeerd Syrië te bereiken?1

Antwoord 1

De Franse autoriteiten bevestigen dat Adel Kermiche twee keer getracht heeft naar Syrië te reizen.

Vraag 2

Klopt het dat Adel Kermiche bekend was bij de Franse opsporingsdiensten en bij deze diensten bekend stond als staatsgevaarlijk?

Antwoord 2

De Franse autoriteiten bevestigen dat zij een strafrechtelijk onderzoek zijn gestart naar Adel Kermiche na zijn aanhouding in Duitsland en uitzetting naar Frankrijk. In het kader van het lopende strafrechtelijk onderzoek was hij in voorlopige hechtenis genomen. Vervolgens was de voorlopige hechtenis omgezet in de verplichting tot het dragen van een enkelband.

Vraag 3

Stond Adel Kermiche sinds zijn eerste aanhouding in Duitsland naar aanleiding van zijn poging tot uitreizen naar Syrië gesignaleerd in het Schengen Informatiesysteem? Zo nee, stond hij dat na zijn tweede uitreis en de daaropvolgende aanhouding in Turkije?

Antwoord 3

De Franse autoriteiten bevestigen dat Adel Kermiche gesignaleerd stond in SIS vanaf zijn aanhouding bij de eerste uitreispoging op 24 maart 2015. De signalering is beëindigd op 23 maart 2016.

Vraag 4 en 5

Kent Nederland eveneens een soortgelijk predicaat staatsgevaarlijk? Zo ja, hoe definieert u dit? Is dit predicaat van toepassing op uitreizigers naar en terugkeerders uit Syrië?

Hoeveel uitgereisde Syriëgangers vanuit Nederland dragen het predicaat staatsgevaarlijk? Hoeveel teruggekeerde Syriëgangers in Nederland dragen het predicaat staatsgevaarlijk?

Antwoord 4 en 5

Nederland kent niet het predicaat «staatsgevaarlijk».

Vraag 6

Aan hoeveel teruggekeerde Syriëgangers in Nederland, met of zonder het stempel staatsgevaarlijk, is een enkelband opgelegd? Onder welke voorwaarden kunnen zij zich in publieke ruimtes bewegen?

Antwoord 6

In Nederland staan momenteel twee zogenoemde terugkeerders onder toezicht van de reclassering die worden gecontroleerd met een enkelband. De enkelband ondersteunt de reclassering bij het controleren van de bijzondere voorwaarden locatieverbod of -gebod.

In het strafrecht besluit de rechter (en bij bepaalde modaliteiten OM of DJI), meestal op advies van de reclassering en vordering door het OM, tot het opleggen van een enkelband. De rechter bepaalt dan ook de bewegingsvrijheid van betrokkene. Op basis van de dreiging die van een persoon uitgaat worden gebieden en locaties aangewezen. De voorwaarden en toegang tot specifieke publiek ruimtes verschillen per geval.

Indien de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (Twbmt) tot wet wordt verheven, kan ik, wanneer dat noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid, aan een persoon die op grond van zijn gedragingen in verband kan worden gebracht met terroristische activiteiten of de ondersteuning daarvan een gebiedsverbod opleggen (artikel 2, tweede lid, onderdeel b, Twbmt). Indien dat noodzakelijk is met het oog op de naleving van een gebiedsverbod kan ik besluiten tot het toepassen een enkelband waarmee toezicht wordt gehouden op de naleving van dat verbod (artikel 2a, eerste lid, Twbmt).

Vraag 7 en 9

In hoeverre is het predicaat staatsgevaarlijk een uniforme Europese juridische term als het gaat om het opleggen van strafrechtelijke sancties? Bestaat hiervan een uniforme definitie met gelijke strafrechtelijke gevolgen binnen de EU?

Deelt u de mening dat verschillende juridische definities binnen Europa en de strafrechtelijke gevolgen daarvan voor personen die met terreur in verband gebracht worden, onwenselijk zijn voor een gezamenlijke Europese terreuraanpak? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7 en 9

Er is geen uniforme Europese juridische of operationele term voor staatsgevaarlijk. De bescherming van de binnenlandse veiligheid is een domein waarvoor de EU lidstaten eigen verantwoordelijkheid hebben (artikel 72 van het Verdrag betreffende de werking van de Unie).

Relevant is dat de nationale opsporings- of signaleringsaanduidingen moeten leiden tot de juiste signalering in de Europese en internationale informatiesystemen. Onder Nederlands EU voorzitterschap is in de eerste helft van 2016 sterk geïnvesteerd in het verbeteren van deze informatie-uitwisseling tussen EU-lidstaten. Dit heeft geresulteerd in een routekaart ter verbetering van informatie-uitwisseling en informatiemanagement, inclusief oplossingen voor interoperabiliteit in het gehele JBZ-domein en een groot aantal concrete acties op de terreinen terrorismebestrijding, migratie, grensmanagement en rechtshandhaving. Een van de acties in deze routekaart richt zich specifiek op het creëren van gemeenschappelijke criteria als het gaat om het signaleren van personen die betrokken zijn bij terrorisme of terrorisme gerelateerde activiteiten.

Tot slot zijn bij de strafrechtelijke aanpak de gezamenlijke inspanningen van de lidstaten erop gericht om deze te versterken en de wederzijdse juridische samenwerking te verbeteren. Daartoe strekt ook de richtlijn terrorismebestrijding waar de Raad op dit moment met het Europees parlement en de Europese Commissie over onderhandelt. Met deze richtlijn wordt de bestaande EU-regelgeving op het gebied van de strafrechtelijke aanpak van terrorisme onder meer aangevuld met de strafbaarstelling van het ontvangen van training voor terrorisme, van het uitreizen om in het buitenland terroristische misdrijven te plegen en het financieren en faciliteren daarvan.

Vraag 8

In hoeverre bestaat binnen het Europees juridisch systeem uniformiteit over het wel of niet opleggen van een enkelband aan personen die met terreur in verband gebracht kunnen worden?

Antwoord 8

Binnen de lidstaten van de Europese Unie bestaat geen uniforme regelgeving over het wel of niet opleggen van een enkelband aan personen die met terrorisme in verband gebracht kunnen worden.


X Noot
1

NOS.nl, 26 juli 2016

Naar boven