Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de uitspraak dat circus Herman Renz International toch olifanten mag vervoeren ondanks verbod (ingezonden 8 oktober 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 21 oktober 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), dat heeft bepaald dat circus Herman Renz International alsnog olifanten mag vervoeren tot 3 januari 2016?

Antwoord 1

Ja. De uitspraak betreft overigens Circus Renz International.

Vraag 2

Wat vindt u van de uitspraak, gelet op het verbod op het gebruik en het vervoeren van wilde dieren ten behoeve van het circus dat sinds 15 september jl. van kracht is?

Antwoord 2

In de uitspraak is aangegeven dat naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van de circussen die op het moment van invoering van het verbod hun tournee nog niet hadden afgerond en dat de ontheffingsaanvraag van circus Renz International niet geweigerd had mogen worden. Ik respecteer deze uitspraak. Dat betekent dat ik aan circussen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden een tijdelijke ontheffing zal verlenen voor het vervoer van de dieren tot het einde van hun tournee. Tot op heden (13 oktober 2015) heeft één circus zich hiervoor gemeld.

De uitspraak van de voorzieningenrechter zag niet op het optreden met de dieren. Dat blijft verboden en bij overtreding zal hierop ook worden gehandhaafd. Circussen die beschikken over een tijdelijke ontheffing voor het vervoer van hun dieren, kunnen tot het einde van hun tournee hun dieren vervoeren. Daarna zal artikel 4.14 van het Besluit houders van dieren ten volle worden uitgevoerd en gehandhaafd.

Vraag 3

Deelt u de mening dat elke vorm van gebruik en vervoer van wilde dieren ten behoeve van het circus, dat valt onder het verbod zoals omschreven in het Besluit houders van dieren, onwenselijk is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Bent u van plan om tegen de uitspraak in beroep te gaan? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De uitspraak is een voorlopige voorziening. Tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter is geen beroep mogelijk.

Vraag 5

Lopen er momenteel nog andere rechtszaken tegen het verbod op wilde dieren in het circus?

Zo ja, waar gaan deze rechtszaken over en wat is de positie van de regering in deze zaken?

Antwoord 5

Nee.

Vraag 6 en 7

Hoe groot acht u de kans dat andere circussen hun dieren ook zullen vervoeren als gevolg van deze uitspraak? Wat bent u van plan hier tegen te doen?

Kunt u uiteenzetten wat het gevolg is van de uitspraak van het CBb voor de uitvoering en handhaving van het verbod op wilde dieren in het circus?

Antwoord 6 en 7

Voor het antwoord op vraag 6 en 7 verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.

Naar boven