Vragen van het lid Cegerek (PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
over de jaarlijkse vernietiging van meer dan een miljoen kledingstukken (ingezonden
22 juli 2016).
Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 14 september
2016)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Jaarlijks meer dan een miljoen kledingstukken vernietigd»?1
Vraag 2
Welke acties worden ondernomen om het aantal kledingstukken dat onnodig geproduceerd
wordt, en dus niet verkocht wordt, zoveel mogelijk te beperken? Is het mogelijk kleine
winkelketens te ondersteunen in het hierop aanpassen van hun inkoopbeleid, zoals grote
winkelketens nu al doen?
Antwoord 2
Het tegengaan van verspilling en het bevorderen van hergebruik is onderdeel van het
Rijksbrede programma Circulaire Economie, dat u binnenkort zult ontvangen. Het sluiten
van het convenant Duurzame Kleding en Textiel is een goede stap voorwaarts die ook
past in dit programma. Een brede coalitie van brancheorganisaties, vakbonden, maatschappelijke
organisaties en de rijksoverheid heeft dit convenant ondertekend. In het convenant
is circulaire economie een van de aandachtspunten. In de werkgroep circulaire economie
wordt gewerkt aan een roadmap voor circulaire economie in de mode- en textielsector.
Grondstofefficiëntie, productieplanning, hergebruik en verspilling maken daar deel
van uit. Het is aan de bedrijven zelf om hun strategie voor duurzaamheid en circulair
textiel vast te stellen en initiatieven te selecteren die daaraan bijdragen.
MVO Nederland heeft het in het bericht aangehaalde onderzoek naar onverkochte voorraden
in de textielindustrie begeleid. Naar aanleiding daarvan organiseert MVO Nederland
in samenwerking met de branchevereniging INretail op 22 september een workshop voor
modemerken, retailers en groothandels om maatregelen voor het voorkomen van voorraden
onverkochte kleding uit te wisselen. De branches kunnen deze maatregelen onder de
aandacht brengen van hun achterban.
Vraag 3
Welke stappen worden op dit moment gezet om de hoeveelheid kleding die direct vanuit
de winkel, zonder tussenkomst van de consument, vernietigd wordt te beperken en in
plaats daarvan in de circulaire economie te hergebruiken? Is hier officieel beleid
voor, bijvoorbeeld vanuit het beleidsprogramma «Van Afval Naar Grondstof» (VANG)?
Zo ja, welke acties worden ondernomen op basis van dit beleid? Hoe verklaart u in
dat geval de gigantische hoeveelheid (jaarlijks 1,23 miljoen kledingstukken) die direct
vanuit de winkel vernietigd worden? Zo nee, waarom niet en bent u voornemens hier
alsnog beleid voor te maken?
Antwoord 3
We moeten hier onderscheid maken tussen product hergebruik en recycling van het materiaal.
Beide zijn pijlers van de circulaire economie. De ketenaanpak voor textiel is onderdeel
van het Rijksbrede programma Circulaire Economie, waarin het programma Van Afval Naar
Grondstof (VANG) is opgegaan. Hierin en in voorlopers, zoals het programma Ketenaanpak
in het afvalbeleid, is recycling van materiaal gestimuleerd. Dat heeft tot gevolg
gehad dat in de markt minder kleding wordt verbrand. De niet-verkochte kleding wordt
geshredderd en vervolgens zo hoogwaardig mogelijk gerecycled.
Zoals reeds op vraag 2 geantwoord, is mijn wens om de verspilling in de textielketen
middels uitvoering van de roadmap voor circulaire economie in de mode- en textielsector
in samenwerking met de convenantspartners aan te pakken.
Vraag 4
Wordt in het beleid rekening gehouden met de afnemende vraag uit andere landen naar
het Nederlandse kledingoverschot? Wordt er gezocht naar andere afzetkanalen die het
milieu zo min mogelijk belasten? Zo ja, welke opties worden op dit moment onderzocht?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Prioriteit heeft het voorkomen van verspilling. In antwoord op vraag 2 heb ik mijn
visie daarop uiteengezet. Het verkopen van onverkochte producten op de markt is de
verantwoordelijkheid van de marktpartijen. Zij anticiperen op ontwikkelingen onder
meer door te investeren in hoogwaardige en betere recycling.
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu steunt via de ketenaanpak textiel al langer
initiatieven voor verduurzaming van de mode- en textielsector. De huidige ketenaanpak
biedt daarvoor ondersteuning in de vorm van kennisontwikkeling en -uitwisseling. De
deelnemers aan het ketenoverleg (zowel retailers als recyclers en inzamelaars) bepalen
gezamenlijk de agenda. Zij kunnen onderwerpen die betrekking hebben op afzetkanalen
daar ook inbrengen. Dat is tot dusverre niet aan de orde geweest.
Met het sluiten van het convenant kan met een brede coalitie van betrokkenen gezamenlijk
de verspilling worden tegengegaan. De in het onderzoek genoemde aspecten zullen in
de werkgroep worden meegenomen.