Vragen van het lid Maij (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de Duitse regering meent dat Turkije islamitische organisaties en terreurgroepen steunt (ingezonden 19 augustus 2016).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 september 2016)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat uit uitgelekte stukken van de Duitse regering zou blijken dat Turkije met medeweten van president Erdogan islamitische organisaties en terreurgroepen steunt?1

Antwoord 1

Het kabinet is bekend met het artikel en met eerdere berichten die spreken over de vermeende steun vanuit Turkije aan diverse groeperingen in de regio.

Vraag 2

Wat is er waar van deze berichten? Bent u bereid hierover met uw Duitse collega in overleg te treden en de resultaten van uw bevindingen aan de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

De gestelde vragen door de Bondsdag zijn deels openbaar beantwoord, waarbij opgemerkt dient te worden dat het openbare deel van de antwoorden nog niet gepubliceerd is door de Bondsdag. Het gelekte deel, dat vertrouwelijk is, bevat slechts een element in de Duitse visie op Turkije, zo stelde de Duitse Minister De Maizière op donderdag 18 augustus jl. Duitsland heeft onderstreept dat Turkije een partner is en blijft in de strijd tegen terrorisme. Het Duitse regeringsbeleid is daarmee in lijn met het huidige kabinetsbeleid. Een additioneel overleg om dit te bespreken is hiervoor niet vereist.

Vraag 3, 4, 5 en 6

Welke gegevens omtrent de banden met en steun van Turkije aan islamitische organisaties en terreurgroepen zijn de Nederlandse regering bekend? Sinds wanneer?

Hoe duidt u deze zorgelijke berichten over Turkije?

Indien deze berichten over Turkije kloppen, welke gevolgen zouden die kunnen of moeten hebben voor de relatie met Turkije, onder andere met betrekking tot het toekomstige EU-lidmaatschap en de vluchtelingendeal?

Deelt u de mening dat de koers van Turkije zeer zorgelijk is? Op welke wijze kunt u er, tevens in Europees verband, aan bijdragen dat Turkije wordt aangesproken op dubieus beleid en gedrag?

Antwoord 3, 4, 5 en 6

Het kabinet onderstreept, net als de Duitse regering, dat Turkije een partner is en blijft in de strijd tegen terrorisme. Het kabinet heeft meermaals in Kamerstukken en in openbare samenvattingen van het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland geschreven over de rol van de Turkse regering in de strijd tegen ISIS. Sinds de diverse aanslagen op Turks grondgebied zijn er tekenen dat Turkije de dreiging vanuit ISIS steviger bestrijdt. Deze inspanningen zijn versterkt door onder andere op te treden tegen ISIS-presentie in Turkije en door de grens met het door ISIS gecontroleerde gebied in Syrië strenger te controleren.

Het kabinet kan bevestigen dat Turkije contacten onderhoudt met de Egyptische Moslimbroederschap, Hamas en verschillende gewapende oppositiegroepen. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de Egyptische Moslimbroederschap door de Europese Unie en Nederland niet is aangemerkt als een terroristische organisatie. Turkije, net als vele andere landen in de regio, beschouwt Hamas als de in 2006 democratisch verkozen regering van de Palestijnen en daarom als legitiem gekozen gesprekspartner.

Het feit dat de Turkse regering contacten onderhoudt met één of meer organisaties die door de Europese Unie en Nederland als terroristisch zijn aangemerkt is geen reden om de samenwerking met Turkije op terrorismebestrijding in brede zin te heroverwegen. Het kabinet blijft samenwerken met Turkije in de strijd tegen terroristische organisaties die door beide landen, dan wel door de Europese Unie en Turkije, zoals zodanig zijn aangemerkt.

In gesprekken met Turkije benadrukt Nederland dan ook dat inspanningen gewenst blijven om activiteiten van terroristische organisaties en daaraan gelieerde strijders te frustreren en waar mogelijk te voorkomen, met name door nadruk te leggen op versterking van de grenscontrole.

Het kabinet is niet van mening dat de EU-toetredingsonderhandelingen met Turkije of de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring van 18 maart jl. gestopt moeten worden omwille van deze berichtgeving in de Duitse pers. Het EU-toetredingstraject is aan strenge criteria onderhevig waarbij Turkije aan alle geldende benchmarks zal moeten voldoen. Daarbij zij opgemerkt dat het kabinet van mening is dat er op dit moment, in het licht van de ontwikkelingen in de rechtsstaat in Turkije sinds de couppoging van 15 juli jl., geen sprake kan zijn positieve stappen in het EU-toetredingstraject. Wat betreft de EU-Turkije Verklaring van 18 maart jl. over de migratiecrisis heeft het kabinet uw Kamer eerder bericht dat de afspraken met Turkije nodig waren en zijn om gezamenlijk grip te krijgen op de vluchtelingenstroom. De samenwerking tussen de EU en Turkije is op dit dossier op alle niveaus onveranderd voortgezet.

Vraag 7

Deelt u tevens de mening dat alles op alles moet worden gezet om met Turkije in gesprek te blijven, om ervoor te zorgen dat de banden tussen de Europese Unie en Turkije niet steeds verder verslechteren, mede gelet op de geopolitieke implicaties die dat heeft? Zo ja, op welke wijze wordt dit ingevuld?

Antwoord 7

De Europese Unie en het kabinet zullen blijven samenwerken met Turkije in de strijd tegen terrorisme. Deze samenwerking vindt plaats binnen de reeds bestaande bilaterale en multilaterale overleggen en samenwerkingsvormen waarvan Nederland en Turkije deel uit maken.


X Noot
1

NRC Handelsblad: Turkije steunt terrorisme. 17 augustus 2016.

Naar boven