Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over
duizenden kalveren die langzaam stikken tijdens en na de slacht van de moederkoe (ingezonden
24 september 2015).
Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 19 oktober 2015)
Vraag 1
Heeft u het Duitse ARD-programma gezien waaruit blijkt dat in Duitsland 18.000 drachtige
koeien per jaar worden geslacht?1
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel drachtige koeien op jaarbasis in Nederlandse slachthuizen
worden geslacht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Nee. Hier wordt geen registratie van bijgehouden. Drachtige dieren mogen op basis
van de transportverordening (Vo (EG) 1/2005) niet vervoerd worden indien de dracht
90% of verder gevorderd is.
Vraag 3
Onderschrijft u de kritiek van Duitse dierenartsen dat, bij het slachten van drachtige
koeien, ongeboren kalveren een langzame verstikkingsdood van soms wel twintig minuten
moeten ondergaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ongeboren kalveren zijn voor hun zuurstofvoorziening afhankelijk van de zuurstofaanvoer
via de placenta, en hebben geen zelfstandige ademhaling of ademhalingsreflex). Bij
het slachten van het moederdier zullen de dieren als gevolg van het wegvallen van
de zuurstofvoorziening komen te overlijden.
Op basis van de geldende internationale wetenschappelijke opinie, conform de OIE,
wordt aanbevolen, indien bij de slacht een ongeboren vrucht wordt aangetroffen, deze
ongemoeid in de uterus te laten tot deze als gevolg van zuurstofgebrek overleden is.
Recent worden er vraagtekens bij geplaatst of dit inderdaad in alle stadia van de
dracht de meest diervriendelijke optie is.
Samen met mijn Duitse, Deense en Zweedse collega heb ik recent aan de EFSA advies
gevraagd op welke wijze het aanbieden van drachtige dieren voor de slacht het beste
teruggedrongen kan worden. En áls drachtige dieren desondanks toch geslacht worden,
hoe dan het beste met de ongeboren vrucht omgegaan kan worden. De EFSA werkt momenteel
aan deze vragen, en zal uiterlijk 30 november 2016 hierover rapporteren2. Op basis van de EFSA rapportage zal ik met mijn collega’s overleggen welke passende
maatregelen gewenst zijn.
Ook heb ik recent Wageningen UR/Livestock Research opdracht gegeven hiernaar onderzoek
te verrichten. Dit onderzoek kan tevens input leveren aan de EFSA-studie.
Vraag 4, 5 en 6
Bent u bereid, in navolging van uw Duitse collega, tot een verbod op het slachten
van drachtige koeien? Zo ja, wanneer kan de Kamer een voorstel tegemoet zien? Zo nee,
waarom niet? Welke belangen verzetten zich tegen een verbod?
Bent u bereid om samen met uw Duitse collega te pleiten voor een verbod op het slachten
van drachtige koeien in de gehele Europese Unie? Zo ja, bij welke gelegenheid ziet
u die kans? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om, in navolging van uw Duitse collega, het huidige vervoersverbod voor
drachtige koeien uit te breiden naar drie maanden voor de uitgerekende kalverdatum?
Zo ja, wanneer kan de Kamer een voorstel tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5 en 6
Er is in Duitsland geen verbod op het slachten van drachtige dieren. Op basis van
de transportverordening (Vo (EG) 1/2005) mogen dieren niet vervoerd worden indien
de dracht 90% of verder gevorderd is. Er wordt tussen de verschillende betrokken partijen
momenteel wel gesproken om overeen te komen om geen drachtige dieren aan te voeren
op het slachthuis gedurende de laatste drie maanden van de dracht. Het Duitse ministerie
beziet hiervoor de mogelijkheid voor uitbreiding van de regelgeving voor nationale
transporten. Voor internationale transporten is het niet mogelijk de transportverordening
nationaal uit te breiden.
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 3 heb ik recent aan EFSA advies gevraagd en
Wageningen UR opdracht gegeven voor onderzoek. Op basis hiervan zal ik bezien welke
maatregelen gewenst zijn. Ik zal daarbij de uitkomsten van het overleg en de mogelijkheden
die in Duitsland worden bezien voor aanpassing van de nationale wetgeving, betrekken.