Vragen van de leden Wolbert en Leenders (beiden PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over verwijsproblemen van Brabantse huisartsen (ingezonden 17 juni 2016).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 31 augustus 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3191.

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat huisartsen in Brabant grote problemen ondervinden bij de verwijzing van patiënten met een Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus bacterie (MRSA-bacterie)?

Antwoord 1

Ik heb in de regio navraag gedaan of er sprake is van grote problemen. Het is juist dat het bestuur van de huisartsenkring Zuid Oost Brabant een brief geschreven heeft aan de voorzitter van het netwerk acute zorg Brabant. In deze brief wordt aangegeven dat meer en meer huisartsen in Noord-Brabant grote problemen ondervinden bij het verwijzen van patiënten met MRSA en ESBL naar een ziekenhuis. Tevens wordt aangegeven dat ziekenhuizen een opname weigeren van patiënten waarvan bekend is dat deze bijvoorbeeld een varkenshouderij hebben. In de brief staat dat er vaak moet worden uitgeweken naar België omdat daar een soepeler MRSA-beleid wordt gehanteerd. Echter, zowel de huisartsenkring als de specifieke huisarts die de huisartsenkring had benaderd, konden geen concrete voorbeelden geven. Het zijn vooral vermoedens dat dit gebeurt. Wel is er sprake geweest van één incident waarbij een patiënt met MRSA buiten kantooruren niet in een bepaald ziekenhuis adequaat geholpen kon worden. Deze patiënt is toen doorverwezen naar een ander ziekenhuis in de regio. Er is hierover geen melding gedaan bij de Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ). Ook is er geen officiële klacht ingediend bij het betreffende ziekenhuis hierover.

Vraag 2

Wat vindt u ervan, dat ziekenhuizen «nee» verkopen zodra een huisarts er melding van maakt dat de patiënt die hij wil doorsturen een varkenshouderij heeft?

Antwoord 2

Uiteraard is dat geen goede zaak als dat zou gebeuren. Echter, bij navraag is gebleken dat de ziekenhuizen in Brabant zich hierin niet herkennen, maar ook huisartsen kunnen geen concrete voorbeelden geven.

Vraag 3

Wat vindt u ervan, dat huisartsen vervolgens naar Belgische ziekenhuizen moeten verwijzen, omdat men daar een soepeler MRSA-beleid heeft?

Antwoord 3

Ik heb geen concrete aanwijzingen gekregen waaruit blijkt dat huisartsen naar Belgische ziekenhuizen moeten verwijzen. De huisartsenkring Zuid Oost Brabant heeft een melding gedaan bij de voorzitter van het netwerk acute zorg over de eventuele problemen die er zijn bij de verwijzing van patiënten. De voorzitter agendeert deze brief voor de eerstvolgende bestuursvergadering. Er is met de voorzitter van het netwerk acute zorg afgesproken dat hij ons op de hoogte stelt van hetgeen wordt ondernomen om na te gaan of er werkelijk problemen zijn.

Vraag 4

Wat vindt u ervan, dat patiënten met een varkenshouderij al niet meer proberen om in een Brabants ziekenhuis te komen, en zelf alvast naar België gaan voor behandeling?

Antwoord 4

Zie mijn antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Is het u bekend dat als iemand met een beroerte binnenkomt, er binnen 6 uur een behandeling moet plaatsvinden? Is het u bekend dat er situaties zijn geweest dat dit niet is gelukt wegens het niet beschikbaar zijn van geïsoleerde MRSA-verpleegplaatsen in ziekenhuizen? Deelt u de mening dat dit onacceptabel is en kunt u aangeven hoe dit kan worden voorkomen?

Antwoord 5

Indien iemand met een beroerte binnen komt, zal snel onderzoek en eventueel behandeling plaats moeten vinden. Ziekenhuizen in Brabant herkennen zich niet in problematiek die wordt geschetst. Er zijn op dit moment voldoende verpleegplaatsen voor patienten die drager zijn van MRSA in ziekenhuizen. Wel is er sprake geweest van één incident bij een ziekenhuis in een acute situatie. Ik verwijs hiervoor naar vraag 1.

Vraag 6

Zijn er richtlijnen of normen voor het aantal geïsoleerde verpleegplaatsen ten behoeve van dit type patiënten? Zo nee, bent u bereid te onderzoeken of er niet zo'n norm moeten komen?

Antwoord 6

De procedures voor het isoleren van patiënten zijn vastgelegd in de richtlijnen van de Werkgroep Infectie Preventie (WIP). Bij ziekenhuisopname wordt elke patiënt, die mogelijk MRSA heeft, geïsoleerd verpleegd en er worden kweken afgenomen. Totdat bekend is of deze patiënt wel of geen MRSA heeft, blijft de patiënt geïsoleerd verpleegd.

Er zijn geen richtlijnen of normen voor het aantal geïsoleerde verpleegplaatsen ten behoeve van dit type patiënten, ziekenhuizen schatten zelf in hoe zij de zorg voor geïsoleerde patiënten inrichten. De IGZ ziet erop toe dat de zorg voor geïsoleerde patiënten goed georganiseerd wordt.

Naar boven