Vragen van het lid Van Veen (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de berichten «Ophef om subsidie De Staat» en «Ophef over dubbelrol manager De Staat» (ingezonden 5 augustus 2016).

Antwoord van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 30 augustus 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met de artikelen «Ophef om subsidie De Staat»1 en «Ophef over dubbelrol manager De Staat»2?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de ophef die is ontstaan naar aanleiding van de toewijzing van een vierjarige subsidie ter hoogte van 236.200 euro per jaar door het Fonds Podiumkunsten aan de band De Staat?

Antwoord 2

Keuzes over het al dan niet toekennen van subsidies, kunnen leiden tot ophef. Ik respecteer de keuzes die door het Fonds zijn gemaakt.

Vraag 3

Wat is de reden dat de band De Staat een structurele subsidie toegekend heeft gekregen, dat wil zeggen voor een periode van vier jaar?

Antwoord 3

De Staat heeft, zoals nog 211 andere organisaties, een aanvraag voor de regeling subsidie meerjarige activiteiten 2017–2020 ingediend. Deze aanvragen zijn beoordeeld op artistieke kwaliteit, ondernemerschap, spreiding en pluriformiteit. De (onafhankelijke) adviescommissie heeft de aanvraag positief beoordeeld, het bestuur van het Fonds heeft alle adviezen van de verschillende commissies overgenomen

Vraag 4

Kunt u toelichten op welke wijze de hoogte van het toegewezen subsidiebedrag tot stand is gekomen?

Antwoord 4

In de regeling subsidie meerjarige activiteiten 2017–2020 wordt de subsidiehoogte bepaald door 3 factoren: aantal speelbeurten, (publieks)omvang van het speelcircuit (kleine/middenzaal & grote zaal) en de omvang/complexiteit van hetgeen er op een podium plaats zal vinden. Aanvragers kunnen op deze manier van tevoren berekenen voor welk bedrag zij mogelijk in aanmerking komen. Daarbij geldt tegelijkertijd dat hoe hoger het aangevraagde subsidiebedrag is, hoe hoger de eigen inkomsten die een gesubsidieerde organisatie moet realiseren.

Vraag 5

Op welke wijze verhoudt de hoogte van deze toewijzing zich tot andere toewijzingen? Wat is uw mening hierover?

Antwoord 5

Deze toewijzing is in lijn met de door mij goedgekeurde regeling.

Vraag 6

Klopt het dat het Fonds Podiumkunsten slechts 40 procent van de 212 aanvragen heeft kunnen honoreren? Wat vindt u in dit kader van de opmerking dat De Staat «het wel redt» en dat het geld beter zou kunnen worden besteed aan anderen?

Antwoord 6

Het klopt dat het Fonds slechts 84 van de 212 aanvragen heeft kunnen honoreren en ik respecteer, zoals ik al heb opgemerkt, de keuzes die door het Fonds zijn gemaakt.

Vraag 7

In hoeverre zal verantwoording worden afgelegd over de besteding van de toegewezen subsidie? Op welke wijze zal dit worden gedaan en wie zal deze verantwoordelijkheid op zich nemen?

Antwoord 7

Alle instellingen die een meerjarige activiteitensubsidie ontvangen dienen jaarlijks een verantwoording in. Dat gebeurt aan de hand van het door Fonds Podiumkunsten opgestelde Financieel Handboek. Dat schrijft onder andere voor dat er ook jaarlijks een accountantsverklaring wordt verstrekt. Het Fonds Podiumkunsten is verantwoordelijk voor de beoordeling van die verantwoordingen.

Vraag 8

Kunt u toelichten wat redenen zouden kunnen zijn om het bedrag terug te storten?

Antwoord 8

Ik ben van mening dat het Fonds Podiumkunsten integer heeft gehandeld en dat er geenszins sprake is van een onterechte subsidieverstrekking. Ik ben dan ook niet van mening dat het geld zou moeten worden teruggevorderd.

Vraag 9

Klopt het dat De Staat begin 2016 meermaals in het voorprogramma van de band Muse heeft gestaan tijdens hun Europese tour en hierdoor haar bekendheid in het buitenland zeer recent reeds heeft kunnen vergroten?

Antwoord 9

Het klopt dat De Staat in het voorprogramma van Muse heeft gestaan. De Staat is er goed in geslaagd om zich met deze tour internationaal in de kijker te spelen, maar heeft daar zelf flink in geïnvesteerd. Het is in de popwereld zelfs niet ongebruikelijk dat bands die in een voorprogramma spelen van een internationale act daarop financieel toeleggen.

Vraag 10

In hoeverre heeft de manager van de band, tevens adviseur bij het Fonds Podiumkunsten, een rol gespeeld bij de toewijzing van de subsidie?

Antwoord 10

De manager van de band is geenszins betrokken geweest bij de beoordeling van de subsidieaanvraag van De Staat of van andere aanvragen voor een meerjarige activiteitensubsidie 2017–2020. Alle aanvragen zijn door onafhankelijke commissies beoordeeld. Het fonds podiumkunsten stelt de commissies zorgvuldig samen zodat van belangenverstrengeling geen sprake kan zijn. Elke commissie die heeft geoordeeld over de meerjarige subsidies 2017–2020 bestond uit zeven of acht mensen. Zij zijn de enige personen die subsidieaanvragen hebben beoordeeld.

Vraag 11

Wat is uw mening over de opmerkingen dat er sprake zou zijn van belangenverstrengeling?

Antwoord 11

Zie mijn antwoord op vraag 10.

Vraag 12

Bent u van mening dat individuele popmuzikanten subsidie zouden moeten kunnen ontvangen? Zo ja, welke criteria zouden er moeten gelden om hiervoor in aanmerking te komen?

Antwoord 12

De regeling meerjarige activiteitensubsidie staat niet open voor individuele podiumkunstenaars. Dus ook niet voor individuele popmuzikanten. Het Fonds Podiumkunsten kent wel diverse andere subsidiemogelijkheden voor individuele podiumkunstenaars.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Martin Bosma (PVV), ingezonden 5 augustus 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3356).


X Noot
1

«Ophef om subsidie De Staat», De Telegraaf, 2 augustus 2016. Verkregen via http://www.telegraaf.nl/filmenuitgaan/26337453/__Ophef_om_subsidie_De_Staat__.html

X Noot
2

«Ophef over dubbelrol manager De Staat», De Gelderlander, 3 augustus 2016. Verkregen via http://www.gelderlander.nl/regio/nijmegen-e-o/nijmegen/ophef-over-dubbelrol-manager-de-staat-1.6240549

Naar boven