Vragen van het lid Ypma (PvdA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de wijze waarop leerlingen op het voortgezet speciaal onderwijs hun examen hebben moeten maken (ingezonden 20 juli 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 30 augustus 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met de omstandigheden waaronder leerlingen op het voortgezet speciaal onderwijs examens moeten afleggen en de verschillen hierin met de wijze waarop examens op het regulier voortgezet onderwijs worden afgenomen?

Antwoord 1

Ja. Scholen in het voortgezet speciaal onderwijs (hierna: vso) kiezen één van de verschillende examenmodaliteiten om leerlingen met het profiel uitstroomonderwijs het eindexamen af te laten leggen:

  • 1. Zelf examens afnemen met een examenlicentie

    Als een school in het bezit is van een examenlicentie kan deze zelf vo-examens afnemen en vo-diploma’s uitreiken. Er zijn tot nu toe enkele vso-scholen in Nederland die een examenlicentie hebben. Vso-leerlingen volgen dan binnen de eigen schoolomgeving, met de eigen docenten, het onderwijs en leggen het eindexamen af, zoals in het reguliere onderwijs het geval is.

  • 2. Samenwerking met een reguliere vo-school

    Leerlingen in het vso kunnen als «extraneus» deelnemen aan het examen op een reguliere vo-school in de buurt. Op basis van een symbiose-overeenkomst volgen deze leerlingen meestal ook een deel van het onderwijsprogramma op die school. Voor hen geldt dan het programma van toetsing en afsluiting (pta) van de reguliere school en doen daar een regulier schoolexamen.

  • 3. Het staatsexamen

    Voor vso-scholen zonder examenlicentie en zonder symbiosemogelijkheden is er de mogelijkheid om het staatsexamen aan te bieden. De meeste vso-scholen maken hier gebruik van. Dit examen bestaat uit twee onderdelen: het centraal schriftelijk examen (hierna: cse) en een college-examen. Het cse is identiek aan dat op reguliere scholen en wordt ook op hetzelfde moment afgenomen. Het college-examen bestaat meestal uit een mondeling examen, soms aangevuld met een schriftelijk onderdeel. Dit examen wordt na het cse afgenomen onder auspiciën van het College voor Toetsen en Examens (hierna: CvTE) en vervangt het schoolexamen uit in het reguliere onderwijs.

Bij de afname van het college-examen wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de kandidaat. Het uitgangspunt is maatwerk door rekening te houden met de beperking van de kandidaat. Daarnaast kan het CvTE toestaan, op grond van gemotiveerde redenen, dat een examen geheel of gedeeltelijk wordt afgelegd op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat.

Vraag 2

Kunt u aangeven waarom de verschillen zo groot en nadelig zijn voor leerlingen op het voortgezet speciaal onderwijs? Waarom zijn er geen verschillende standaarden voor het staatsexamen, zodat leerlingen die op het speciaal voortgezet onderwijs zitten niet extra benadeeld worden, omdat zij op deze wijze examen moeten doen?

Antwoord 2

Deze verschillen zijn afhankelijk van de examenmodaliteit die de vso-school kiest. In het geval van de staatsexamens zijn er inderdaad verschillen als het aankomt op de afname van het schoolexamen, maar zijn die in het voordeel van de kandidaten in plaats van in hun nadeel. Maatwerk staat daarbij centraal.

Vraag 3

Kunt u uitleggen waarom de tijdens het schooljaar behaalde cijfers niet mee tellen zoals geldend is voor leerlingen op het regulier voortgezet onderwijs?

Antwoord 3

Of de behaalde cijfers meetellen, is afhankelijk van de examenmodaliteit waar de school gebruik van maakt. Als de school kiest voor afname van het staatsexamen zal de school zelf niet bevoegd zijn om (school)examens af te nemen volgens de geldende regels. Daarom tellen uitsluitend de cijfers mee die als onderdeel van het staatsexamen zijn behaald.

Vraag 4

Was u op de hoogte van het feit dat er vwo-leerlingen op het voortgezet speciaal onderwijs zijn die wel negen mondeling examens in drie dagen tijd hebben moeten afleggen en daarnaast tien schriftelijke examens in anderhalve maand tijd? Vindt u het verantwoord dat deze leerlingen die speciaal onderwijs genieten op deze wijze onder druk worden gezet? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De geschetste situatie kan voorkomen als een leerling deelneemt aan het staatsexamen. Hoe de examinering voor een leerling in het vso verantwoord wordt ingericht, is een keuze die gemaakt wordt op basis van het gesprek tussen leerling, ouders en school. Uit dat gesprek moet blijken wat een leerling aankan, zodat daar rekening mee gehouden kan worden en een voor de leerling passend examen kan worden afgenomen.

Er zijn daarnaast verschillende mogelijkheden om examendruk voor vso-leerlingen te verlichten. Een vso-leerling kan per jaar in één of meer vakken examen afleggen, waarvoor hij een gewaarmerkte cijferlijst krijgt. Zo kan hij het behalen van een diploma over een aantal jaren spreiden. Een lichtere vorm van spreiding is de spreiding over meerdere tijdvakken in een schooljaar als de belasting in de examenweken of op één zelfde dag te groot is. Daarnaast kan een vso-leerling extra tijd aanvragen voor het maken van een examen. Ten aanzien van het college-examen geldt dat per examendag maximaal drie mondelinge college-examens kunnen worden afgenomen. Voor een vwo-leerling duurt een mondeling examen veertig minuten.

Vraag 5

Klopt het dat de mondeling examens worden afgenomen door onbekende externe examinatoren en dat zij niet altijd weten hoe ze met leerlingen van het speciaal voortgezet onderwijs die bijvoorbeeld autisme hebben moeten omgaan? Zo ja, is dit een wenselijke situatie? Zo neen, wat kan er verbeterd worden om deze situaties volgend schooljaar te vermijden?

Antwoord 5

Op vso-scholen komt een staatsexamencommissie van twee examinatoren per vak de college-examens afnemen. Deze examinatoren zijn mede geselecteerd op hun vaardigheden in het omgaan met vso-leerlingen. Een deel van de examinatoren zijn werkzaam of werkzaam geweest in het vso. Daarnaast worden de examinatoren jaarlijks getraind in hoe zij rekening kunnen houden met de (verschillende) omstandigheden van de leerlingen. Examinatoren leren om kandidaten op hun gemak te stellen. Er wordt structuur geboden als dat nodig is. Bovendien wordt in de examinering aangesloten bij de belevingswereld van kandidaten. In bijzondere omstandigheden kan, ter geruststelling van een kandidaat, een mentor van de vso-school aanwezig zijn tijdens de afname van het mondelinge college-examen. Tegelijkertijd worden de kandidaten ook uitgedaagd om te laten zien over welke kennis ze beschikken. Daarbij wordt op een adaptieve manier getoetst en wordt er bij het niveau van de kandidaat aangesloten zonder dat er concessies aan de exameneisen worden gedaan. Op deze manier worden de examencondities voor kandidaten in het vso geoptimaliseerd.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het belang van het kind voorop moet staan en er onderzocht moet worden hoe leerlingen op het speciaal voortgezet onderwijs op een redelijkere manier hun examens kunnen doen? Zo ja, welke concrete stappen bent u voornemens te zetten om de situatie mogelijk te veranderen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Ik deel de mening dat het belang van elke leerling voorop moet staan en ik ben van mening dat dit in het vso het geval is. Ook vind ik dat de examinering voor leerlingen in het vso goed geregeld is. Er zijn verschillende manieren waarop het examen afgelegd kan worden, mede afhankelijk van wat bij een leerling past. Zie ook de antwoorden op voorgaande vragen. Van het staatsexamen wordt het meeste gebruik gemaakt. Er zijn nu jaarlijks ongeveer 3600 leerlingen die met behulp van circa 1400 examinatoren op deze manier examen kunnen doen. Daar komt bij dat het aantal leerlingen in het vso dat via het staatexamen het eindexamen aflegt, groeit. Het CvTE is continu bezig om de kwaliteit van de staatsexamens en het proces daaromheen te verbeteren. Hun uitgangspunt daarbij is om een kandidaat gerichte maatwerk-aanpak te combineren met het handhaven van de waarde van het diploma. Dit maakt dat ik niet voornemens ben om onderzoek te doen naar een manier om de huidige systematiek meer redelijk te maken.

Vraag 7

Bent u bereid om ook een bloemetje aan te bieden aan een van de fantastische leerlingen die geslaagd zijn in het speciaal voortgezet onderwijs?

Antwoord 7

Vanzelfsprekend ben ik daartoe bereid.

Naar boven