Vragen van het lid Van Veen (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Van Gogh hult zich in nevel» (ingezonden 7 juli 2016).

Antwoord van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 30 augustus 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Van Gogh hult zich in nevel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven in hoeverre er subsidiegelden zijn geïnvesteerd in de commerciële consultancy-activiteiten van het Van Gogh Museum?

Antwoord 2

Het Van Gogh Museum ontvangt subsidie voor de publieksactiviteiten en voor het beheer en behoud van de collectie en de gebouwen. Uit de jaarlijkse verantwoordingen die het Van Gogh Museum heeft ingediend is niet gebleken dat de subsidie aan andere doeleinden is besteed dan waarvoor zij is verleend.

Vraag 3

Hoeveel geld hebben musea die zijn opgenomen in de BIS2 inmiddels in het Bestemmingsfonds OCW gestort? Kunt u dit uitsplitsen naar musea?

Antwoord 3

Zie bijlage.

Vraag 4

Het Bestemmingsfonds OCW wordt gevuld met een bedrag dat gelijk is aan de verhouding totale subsidie/baten vermenigvuldigd met het resultaat; bent u van mening dat deze methode recht doet aan de doelstelling?

Antwoord 4

Ja. De mogelijkheid om te reserveren in een bestemmingsfonds is een belangrijke stimulans om efficiënt te werken, doelmatig te functioneren en eventuele fluctuaties op te vangen. Indien een instelling die naast de subsidie ook eigen inkomsten heeft geld overhoudt, moet worden bepaald welk deel daarvan is toe te rekenen aan de eigen inkomsten en welk deel aan de ontvangen subsidie. Het is redelijk om daarbij een verdeling naar evenredigheid aan te houden.

Vraag 5

In 2014 is geen vennootschapsbelasting betaald door het Van Gogh Museum; wat is hiervoor de reden?

Antwoord 5

Als subsidieverstrekker heb ik geen inzicht in de belastingaangifte en -afdracht van het Van Gogh Museum. Dit loopt rechtstreeks tussen het museum en de Belastingdienst.

Vraag 6

In 2014 (cijfers 2015 niet beschikbaar) heeft het Van Gogh Museum een prima exploitatieresultaat geboekt (€ 6.438.926); wat vindt u van dit resultaat? Hoe verhoudt dit zich tot resultaten van andere musea in de BIS?

Antwoord 6

Het Van Gogh Museum is al jaren een van de best bezochte musea van Nederland. Daarnaast is deze organisatie succesvol in het beheersen van de kosten en het genereren van inkomsten in aanvulling op de publieksinkomsten. Hoe de resultaten van het Van Gogh Museum zich verhouden tot die van de overige musea in de Culturele Basisinfrastructuur valt te lezen in de jaarlijkse uitgave «Cultuur in Beeld», laatstelijk aan Uw Kamer aangeboden op 12 november 2015.

Ik hecht er ook aan te melden dat het Van Gogh Museum veel aandacht besteedt aan educatieve activiteiten en toonaangevend kunsthistorisch onderzoek doet op het gebied van de kunstenaars Van Gogh en H.W. Mesdag.

Vraag 7

Hoe beoordeelt u de opmerking van de heer Gortzak dat het Van Gogh Museum schuldig is aan oneerlijke concurrentie? Kunt u dit toelichten?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 8

Klopt het dat de WOB-aanvraag3 van de heer Gortzak om het activiteitenplan en de bijbehorende financiële onderbouwing van het Van Gogh Museum te ontvangen is afgewezen? Kunt u de reden hiervoor toelichten?

Antwoord 8

Het Wob-verzoek is, gelet op de aard en de inhoud van de gevraagde informatie, afgewezen op basis van de weigeringsgrond onevenredige benadeling van de bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel derden (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob).

Openbaarmaking van de gevraagde informatie zou het Van Gogh Museum namelijk onevenredig benadelen dan wel concurrenten onevenredig bevoordelen. Als belanghebbende moet het Van Gogh Museum erop kunnen vertrouwen dat bedrijfsvertrouwelijke of anderszins concurrentiegevoelige informatie vertrouwelijk blijft. Het belang bij het voorkomen van onevenredig nadeel weeg ik hier zwaarder dan het algemene belang van openbaarmaking.

Vraag 9

Bent u bereid om de Kamer bovengenoemde stukken te doen toekomen?

Antwoord 9

Vanzelfsprekend wil ik Uw Kamer, waar mogelijk, zo goed en volledig mogelijk informeren. Ook in dit geval is de gevraagde informatie beschikbaar. Wel hecht ik eraan die informatie op een zodanige wijze aan de Kamer beschikbaar te stellen dat recht wordt gedaan aan de privacy- en concurrentiegevoeligheid van de gevraagde stukken (zie ook het antwoord op vraag 8). Ik zal Uw Kamer de gevraagde stukken daarom desgewenst ter vertrouwelijke inzage geven.

Bijlage: Voorlopige stand Bestemmingsfonds OCW 2013–20164

Naam instelling

Bf. OCW 2013–2016

Stichting Haags Historisch Museum (De Gevangenpoort)

€ –

Stichting Het Nederlands Openluchtmuseum

€ –

Stichting Het Nederlands Persmuseum

€ –

Stichting het Rijksmuseum

€ 496.000

Stichting het Zuiderzeemuseum

€ 96.284

Stichting Joods Historisch Museum

€ 57.338

Stichting Keramiekmuseum Het Princessehof

€ 187.389

Stichting Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis

€ 844.562

Stichting Kröller-Müller Museum

€ –

Stichting Museum Catharijneconvent

€ 63.344

Stichting Museum Slot Loevestein

€ 92.521

Stichting Glas

€ –

Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen

€ 871.280

Stichting Naturalis Biodiversity Center

€ 432.063

Stichting Nederlands Fotomuseum

€ –

Stichting Nederlands Letterkundig Museum en Documentatie

€ 54.465

Stichting Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam

€ 96.917

Stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum

€ 166.787

Stichting Rijksmuseum Muiderslot

€ 75.200

Stichting Rijksmuseum Twenthe

€ 293.900

Stichting Rijksmuseum van Oudheden

€ 232.938

Stichting tot Beheer en Instandhouding van Teylers Museum

€ 61.924

Stichting tot Beheer van het Museum Boerhaave

€ 846

Stichting tot Beheer van het Museum van het Boek / Museum Meermanno-Westreenianum

€ 376.166

Stichting tot Beheer van Huis Doorn

€ –

Stichting Van Gogh Museum

€ 1.704.000

Totaal

€ 6.203.924


X Noot
1

«Van Gogh hult zich in nevel», Het Parool (p. 24), 1 juli 2016.

X Noot
2

BIS: de basisinfrastructuur voor cultuur

X Noot
3

WOB: Wet openbaarheid van bestuur

X Noot
4

Het betreft het bestemmingsfonds waarin niet-bestede subsidiebedragen voor de subsidieperiode 2013–2016 worden gestort door de musea. De bedragen in dit fonds zijn nog niet definitief. Dit heeft te maken met het feit dat het controleproces van de jaarcijfers voor het jaar 2015 nog niet is afgerond.

Naar boven