Antwoord 2
Het kabinet kan bevestigen dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken een diplomatieke
nota heeft ontvangen van de Turkse ambassade in Den Haag waarin 6 stafmedewerkers
van de ambassade zijn afgemeld. Als gevolg daarvan is hun diplomatieke accreditatie
in Nederland komen te vervallen. Het kabinet draagt geen verantwoordelijkheid voor
interne personeelsaangelegenheden van een buitenlandse ambassade.
Vraag 3 t/m 7
Bent u bekend met de uitspraak die de heer Aykan in het interview doet als antwoord
op de vraag wat hij ervan vindt dat er namen van Turkse Nederlanders op sociale media
worden genoemd als Gülen-aanhangers: «Wie veertig jaar heeft geïnfiltreerd, wordt
vroeg of laat door onze diensten opgespoord»? Bent u van mening dat uit deze uitspraak
valt op te maken dat er sprake is van bemoeienis door Turkse veiligheidsdiensten met
in Nederland woonachtige burgers, die via sociale media te maken hebben gekregen met
intimidatie en bedreigingen waarvan ook aangiften zijn gedaan? Is deze verregaande
bewering van een vertegenwoordiger van de Turkse overheid aanleiding voor u om nadere
uitleg van de Turkse regering te vragen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de heer Aykan dat in Nederland woonachtige
burgers die zich organiseren of geld inzamelen op een wijze die binnen de Nederlandse
wet is toegestaan, toch steun hebben gegeven aan de mislukte militaire coup in Turkije
en dus als «terrorist» bestempeld kunnen worden, simpelweg omdat zij Gülen-aanhangers
zijn? Wat vindt u van deze uitspraak van de heer Aykan? Is dit, indien hij juist is
geciteerd, aanleiding voor u om nadere uitleg te vragen aan de Turkse regering? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de heer Aykan dat gewelddadige incidenten
die in Nederland hebben plaatsgevonden – zoals de poging tot brandstichting in Deventer
en het ingooien van ruiten bij een gebouw van een Turkse Stichting in Rotterdam –
ofwel niet hebben plaatsgevonden, danwel door Gülen-aanhangers zijn geënsceneerd?
Wat vindt u van deze uitspraak van de heer Aykan en is dit, indien een juist citaat,
aanleiding voor u om nadere uitleg te vragen aan de Turkse regering en er bij de zaakgelastigde
op aan te dringen zijn kennis over de gewelddadige incidenten te delen met het Openbaar
Ministerie? Kunt u uw antwoord toelichten?
Heeft u kennis genomen van de klacht van de Turkse zaakgelastigde over het vermeende
gebrek aan begrip en steun vanuit Nederland voor het afwenden van de militaire coup
en ons gebrek aan inzicht in de directe betrokkenheid van de Gülen-beweging daarbij?
Bent u van plan nogmaals duidelijk te maken dat Nederland de militaire coup afwijst
en verwerpt en wij de Turkse democratie steunen, maar dat wij de reactie die op de
coup volgde – inclusief systematische zuivering, grootschalige arrestaties en het
uitschakelen van delen van de rechtspraak en media – op geen enkele manier kunnen
billijken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Wat weet de Nederlandse regering inmiddels over de betrokkenheid van de Gülen-beweging
bij de coup / de steun van de Gülen-beweging aan de coupplegers? En zijn er ook relaties
bekend met Gülen-aanhangers in Nederland? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3 t/m 7
Zoals eerder gesteld in de brief aan uw Kamer van 21 juli over de situatie in Turkije
(Kamerstuk 34 300 V, nr. 76) heeft het kabinet van meet af aan de couppoging in krachtige termen veroordeeld.
Daarnaast heeft het kabinet de Turkse autoriteiten meermaals de grote zorgen overgebracht
over de effecten van de coup en de nasleep ervan in Turkije zelf en in Nederland.
Het kabinet heeft er in deze contacten sterk op aangedrongen ervoor te zorgen dat
spanningen uit Turkije niet in Nederland worden geïmporteerd. Dat is zowel aan de
Turkse Tijdelijk Zaakgelastigde als bij de regering in Ankara expliciet en duidelijk
aan de orde gesteld, zowel na de couppoging als na de berichten waaraan u refereert.