Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over het onterecht toestaan van het afschieten van damherten door de provincie Zeeland (ingezonden 3 augustus 2016).

Mededeling van Staatssecretaris van Dam (Economische Zaken) (ontvangen 25 augustus 2016).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de provincie Zeeland opnieuw ten onrechte ontheffing heeft verleend voor het afschieten van damherten?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het voornemen van de provincie om het aantal damherten drastisch in te perken, terwijl het aantal damherten dat nu aanwezig is geen negatief effect heeft op de plaatselijke natuurwaarden en het welzijn van de dieren?

Vraag 3

Kunt u uitsluiten dat vaker besloten wordt tot afschot van beschermde diersoorten, zonder dat aan de wettelijke eis wordt voldaan dat dit in het belang is van de volksgezondheid, openbare veiligheid of ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, flora of fauna (Flora- en faunawet, artikel 67)? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Hoe gaat u voorkomen dat er niet langer onterecht afschotbesluiten worden genomen, waardoor jaarlijks tienduizenden reeën, herten, zwijnen, zwanen, ganzen en andere dieren ondanks hun wettelijke bescherming de facto vogelvrij zijn?

Vraag 5

Deelt u de mening dat door de decentralisatie van het faunabeleid van het Rijk naar de provincies, er een risico is op rechtsongelijkheid tussen de verschillende provincies? Zo ja, hoe bent u van plan dit risico weg te nemen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

De vragen van het lid Thieme (PvdD) over het onterecht toestaan van het afschieten van damherten door de provincie Zeeland (ingezonden 3 augustus 2016, kenmerk 2016Z15107) kunnen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van uitstel is dat het inwinnen van informatie en de afstemming met de provincie Zeeland meer tijd vergt.

Ik zal u de beantwoording zo spoedig mogelijk toesturen.

Naar boven