Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over antisemitische bedreiging na tonen Israëlische vlag (ingezonden 22 juni 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 23 augustus 2016).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het artikel «Almere Faunabuurt: Even een Israëlische vlag ophangen kan dus al niet meer»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Ziet u in dat joodse burgers worden aangetast in hun vrijheid als zij bijvoorbeeld geen Israëlische vlag kunnen tonen zonder geconfronteerd te worden met bedreigingen als «Rotjoden, we gaan jullie pakken» of uitgescholden te worden voor «kankerzionisten»?

Antwoord 2

Het is onaanvaardbaar dat burgers worden aangetast in hun vrijheid doordat zij geconfronteerd worden met bedreigingen. Gebeurtenissen elders in de wereld zoals het Midden-Oosten, Brussel en Parijs dragen bij aan onbehagen en angst en voeden ook onverdraagzaamheid. Mensen benaderen elkaar dan vaak niet meer als individu en gaan af op afkomst en vooroordelen. Dit staat een samenleving, waarin iedereen in veiligheid zichzelf mag zijn, in de weg.

Vraag 3, 4

Deelt u de zorgen over het hedendaagse antisemitisme en wat zijn volgens u de oorzaken van deze negatieve ontwikkeling?

Hoe oordeelt u over het gegeven dat een groeiend aantal joden overweegt Nederland te verlaten als gevolg van de vele antisemitische incidenten en ziet u een relatie met de groeiende islamitische gemeenschap hier?2

Antwoord 3, 4

Het kabinet deelt deze zorgen en verwerpt antisemitisme en elke vorm van discriminatie. Zoals ik in 2015 heb gezegd, nadat de Israëlische premier Netanyahu de Europese Joden opriep naar Israël te komen, is er geen Nederland denkbaar zonder Nederlandse Joden. Als men overweegt om Nederland te verlaten, is dat uiteraard een vrije keuze, maar we doen er alles aan om te voorkomen dat die keuze wordt ingegeven door antisemitische incidenten.

Op 28 oktober 2015 is uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek «Trigger-factoren antisemitisme»3 en het daaraan gekoppelde nader onderzoek «Beelden van islamitische jongeren over zionisten en Joden». Dit onderzoek heeft onder meer aangetoond dat spanningen in het Midden-Oosten een voedingsbodem kunnen zijn voor antisemitisme in Nederland. We moeten ervoor waken dat deze spanningen niet een kloof in onze samenleving veroorzaken. Discriminatie en antisemitisme zijn in Nederland onacceptabel en strafbaar. Negatieve beelden over Israël, zionisten of zionisme mogen nooit leiden tot haat tegen Joden. Net zo min als negatieve emoties of beelden over de Palestijnse gebieden of Palestijnen mogen leiden tot haat tegen moslims. Het vraagt juist om een zichtbaar gezamenlijke aanpak vanuit beide gemeenschappen om op te staan en samen te werken om discriminatie en antisemitisme te bestrijden.

Vraag 5

Welke maatregelen bent u voornemens te treffen om dit kwaad te bestrijden?

Antwoord 5

Het kabinet neemt de gevoelens van angst en onbehagen binnen de joodse gemeenschap serieus. Zoals iedereen in Nederland behoren ook zij zich vrij en veilig te kunnen voelen. De preventieve en repressieve inzet van het kabinet tegen discriminatie, waaronder antisemitisme, is beschreven in het Nationaal Actieprogramma tegen Discriminatie4.

De specifieke aanpak tegen antisemitisme richt zich onder meer op het tegengaan van spanningen in de Nederlandse samenleving, aanpak van discriminerende spreekkoren in het voetbal en versterking van burgerschapsonderwijs.

Over de gehele voortgang van het actieprogramma wordt uw Kamer begin 2017 geïnformeerd.


X Noot
2

Antisemitism Worldwide, 2009

X Noot
3

Oorzaken en triggerfactoren «Antisemitisme onder jongeren in Nederland», Anne Frank Stichting en Verwey Jonker, april 2015.

X Noot
4

Kamerbrief «Nationaal Actieprogramma tegen discriminatie» en bijlage II, 22 januari 2016 (Kamerstuk 30 950, nr. 84)

Naar boven