Vragen van de leden JanVos en Van Dekken (beiden PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht «LTO Noord: op basis van dit onderzoek kun je toch geen conclusies trekken»? (ingezonden 1 augustus 2016).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 22 augustus 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving dat de conclusies van het rapport van onderzoeksbureau Sweco over de oorzaak van ongelijkmatige verzakkingen in landbouwgrond, voorbarig zijn?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4, 5, 6

Deelt u de conclusie van onderzoeksbureau Sweco dat ongelijkmatige bodemdaling in landbouwpercelen in Groningen niet door gaswinning wordt veroorzaakt? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Bent u het eens met Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) Noord dat de onderbouwing van het onderzoek veel te mager is?

Hoe kan het dat slechts op vijf plaatsen ongelijkmatige bodemdaling verklaarbaar is en op andere plekken totaal niet verklaarbaar is? Deelt u de mening dat op deze manier geen zorgvuldige conclusie te trekken is?

Hoe kan het dat er 375 vaste meetpunten zijn waar waardes worden gemeten die onverklaarbaar zijn?

Bent u bereid in overleg te treden met LTO Noord over de ontstane onduidelijkheid zodat recht wordt gedaan aan de gedupeerde boeren? Bent u van mening dat grondig onafhankelijk onderzoek noodzakelijk is?

Antwoord 2, 3, 4, 5, 6

Het rapport van onderzoeksbureau Sweco is nog niet openbaar. Ik heb de NCG gevraagd om, wanneer het rapport beschikbaar is, zich op de hoogte te laten stellen door commissie Bodemdaling en LTO-Noord. Op basis van de rapportage van de NCG zal ik uw Kamer informeren.


X Noot
1

RTV Noord, d.d. 25 juli 2016

Naar boven