Vragen van het lid Van Laar (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het stoppen van kindhuwelijken in Tanzania (ingezonden 5 augustus 2016).

Antwoord van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 19 augustus 2016)

Vraag 1

Bent u bekend met het hoger beroep dat de regering van Tanzania is gestart tegen een uitspraak van het Tanzaniaanse hooggerechtshof, waarin wordt gesteld dat het huwen van kinderen onder de 18 jaar in strijd is met de huidige Grondwet van Tanzania?1

Antwoord 1

Formeel is er nog geen sprake van een hoger beroep. Het is mij bekend dat via verschillende Tanzaniaanse mediakanalen is bericht over een hoger beroep dat zou worden ingesteld door de Advocaat-Generaal tegen een uitspraak van het Tanzaniaans Hooggerechtshof van 8 juli 2016. In die uitspraak bepaalde het Hooggerechtshof dat enkele bepalingen uit de huwelijkswet, die betrekking hebben op de huwelijksleeftijd, discriminatoir en daarom onconstitutioneel zijn.

Vraag 2

Deelt u de mening dat minderjarigen beschermd dienen te worden tegen zowel gedwongen als ongedwongen huwelijken?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Heeft de Nederlandse regering reeds gereageerd op het hoger beroep? Zo ja, hoe luidde deze reactie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee, omdat een reactie van de Nederlandse regering op dit moment voorbarig is.

Allereerst heeft Rebecca Gyumi- die de rechtszaak is begonnen- aan de Nederlandse ambassade laten weten dat het hoger beroep (of een aankondiging daarvan) nog niet is ontvangen. De gronden ven het hoger beroep zijn op dit moment dan ook niet bekend.

Daarnaast gaf de Minister voor Constitutionele en Juridische zaken van Tanzania eerder dit jaar, op 27 april 2016, aan dat een wetsvoorstel voor het verbieden van kindhuwelijken in voorbereiding is. Er kan dan ook niet automatisch van uitgegaan worden dat het hoger beroep wordt ingesteld ter handhaving van de betrokken bepalingen uit de huwelijkswet. De officiële lezing van Tanziaanse overheid (Ministerie van Constitutionele en Juridische Zaken) luidt dat het hoger beroep als doel heeft om de uitspraak voor geheel Tanzania te doen gelden.

Vraag 4

Welke mogelijkheden ziet u om, mede gesteund door de recente uitspraak van het hooggerechtshof, het stoppen van kindhuwelijken in Tanzania te bevorderen? Hoeveel belang hecht u er in dit licht aan dat de overheid van Tanzania haar hoger beroep intrekt en op welke wijze kan Nederland daaraan bijdragen?

Antwoord 4

Nederland ondersteunt het GirlsnotBrides partnerschap, dat met lobby-activiteiten en het genereren van aandacht via sociale media betrokken is bij deze zaak. De Nederlandse ambassade is in contact met Rebecca Gyumi, één van haar advocaten, de Tanzania Media Women Association die onderdeel uitmaakt van het Tanzania Ending Child Marriage Network en collega’s bij de Europese Unie (EU)-Delegatie en ambassades van gelijkgestemde landen. Ook is er via de EU contact geweest met het Tanzaniaanse Ministerie van Constitutionele en Juridische Zaken. Nederland zal in EU-verband en met collega’s van andere ambassades de ontwikkelingen nauw blijven volgen. Afhankelijk van de gronden van het hoger beroep en de vraag vanuit Tanzaniaanse belangenorganisaties, zal Nederland samen met andere landen de mogelijkheden onderzoeken voor verdere ondersteuning.

Gezien het antwoord op vraag 3, is intrekking van een hoger beroep nog niet aan de orde.


X Noot
1

Allafrica.com, «Tanzania: Govt to appeal against ruling on minimum age of marriage», 3 augustus 2016. http://allafrica.com/stories/201608030694.html

Naar boven