Vragen van de leden Kooiman en Karabulut (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de vrouwenopvang onveilig is (ingezonden 15 juli 2009).

Mededeling van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 2 augustus 2016).

Vraag 1

Hoe oordeelt u over de berichtgeving dat vrouwen die gevlucht zijn vanwege een gewelddadige partner liever naar huis teruggaan dan in de vrouwenopvang verblijven omdat ze zich thuis veiliger voelen dan in de vrouwenopvang?1

Vraag 2

Heeft u meldingen gekregen over angstculturen binnen vrouwenopvangorganisaties? Gaat u dit onderzoeken en hiertoe maatregelen nemen waar nodig? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Is het waar dat in de vrouwenopvang veel gebruik wordt gemaakt van ongeschoolde vrijwilligers en flex-medewerkers? Bent u bereid dit te onderzoeken en de Kamer hierover te informeren? Zo neen, waarom niet?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de volgende uitspraak van een medewerker uit de vrouwenopvang: «We moeten van minuut tot minuut registreren wat we doen en dat gaat ten koste van de zorg die we kunnen leveren. Soms ben ik dagen achter de computer bezig. Bovendien zijn er veel wisselingen onder het personeel en worden dingen daardoor later opgepakt of gesignaleerd»? Wat gaat u doen om deze bureaucratie aan te pakken?

Vraag 5

Wat is uw reactie op de volgende uitspraak van een medewerker uit de vrouwenopvang: «In mijn beleving is er in de afgelopen jaren extreem veel veranderd. Als iemand in volledige paniek naar me toekomt, moet ik eigenlijk zeggen: Kom morgen maar terug, ik heb om half 3 tijd voor je»? Wat gaat u hieraan doen?

Vraag 6

Is het waar dat de doorstroom naar begeleid wonen of zelfstandig wonen moeizaam verloopt omdat het aanbod in sommige gemeenten heel slecht is? Wat gaat u hieraan doen?

Vraag 7

Hoe oordeelt u over de berichtgeving dat veel vrouwen met schulden in de opvang terechtkomen en met meer schulden de vrouwenopvang verlaten?

Vraag 8

Wat vindt u van de volgende situatie dat een jong meisje dat slachtoffer was van een loverboy, een schuld had van 5.000 euro en daardoor geen studiefinanciering kon aanvragen en dus niet naar school kan en een opleiding kan volgen? Welke maatregelen neemt u om jongeren als dit meisje te helpen?

Vraag 9

Wat is uw reactie op de alarmerende berichten van vrouwenopvang Fier die grote zorgen heeft geuit over de ingewikkelde regelgeving waar vrouwen mee te maken hebben en aangeeft dat vrouwen en kinderen zelden in de standaardregels passen, waardoor velen tussen wal en schip terecht vallen?2

Vraag 10

Wat is uw reactie op de zorgen van Fier die aangeeft dat ervan uitgegaan wordt dat vrouwen onderdak en eten krijgen, maar vaak vergeten wordt dat vrouwen die in een crisissituatie hun huis verlaten hebben te maken hebben met doorlopende kosten, waardoor het zak- en kleedgeld onvoldoende is? Wat gaat u hieraan doen?

Vraag 11

Hoe oordeelt u over de zorgen van Fier en de Federatie Opvang over alle verschillende regelingen waaronder vrouwen vallen en hierdoor niet uit de schulden komen en verder in de problemen raken omdat zij geen kans maken op voorzieningen die hen vooruit kunnen helpen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 12

Hoe oordeelt u over de zorgen over de hoge eigen bijdrage die vrouwen moeten betalen als ze in de vrouwenopvang terechtkomen, omdat de gemeente vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 een te hoge eigen bijdrage vraagt? Wat gaat u hieraan doen?

Vraag 13

Deelt u de mening dat vrouwen en kinderen niet onder de armoedegrens horen te leven en dat er per direct maatregelen getroffen moeten worden om deze vrouwen en kinderen te helpen? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen? Zo neen, hoe kunt u uitleggen dat u vrouwen en kinderen onder een bestaansminimum laat leven?

Vraag 14

Wat is uw visie op de situatie in de vrouwenopvang en welke maatregelen gaat u treffen om de genoemde problemen aan te pakken?

Mededeling

De vragen van de Kamerleden Kooiman (SP) en Karabulut (SP) over het bericht dat de vrouwenopvang onveilig is (2016Z14814) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat de afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vraagt.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen, in elk geval voor het Algemeen Overleg over Geweld in Afhankelijkheidsrelaties van 15 september aanstaande.

Naar boven