Vragen van de leden Kuzu en Öztürk (beiden Groep Kuzu/Öztürk) aan de ministers van Veiligheid en Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de racistische en discriminatoire gebeurtenissen in de weken 22 en 23 (ingezonden 15 juni 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 12 juli 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Racistische opmerkingen en klappen voor jongen van 17»?1

Vraag 2

Bent u bekend met het bericht «Motoragent met losse handjes slaat vrouw zomaar vol op het gezicht»?2

Vraag 3

Bent u bekend met het bericht «Nederland volgt antiracisme-advies niet op»?3

Antwoord 1, 2 en 3

Ja.

Vraag 4

Heeft u reeds contact gehad met de slachtoffers van de twee bovengenoemde gebeurtenissen?

Zo ja, wat heeft u namens de regering medegedeeld en wat zijn de specifieke vervolgstappen? Zo nee, waarom nog niet?

Antwoord 4

Bij dit type delicten zoekt Slachtofferhulp Nederland contact met het slachtoffer om te bespreken of, en zo ja welke ondersteuning gewenst is. Het kabinet ziet geen aanleiding om in dit geval af te wijken van de reguliere ondersteuning en begeleiding die slachtoffers van geweldsdelicten ontvangen.

Vraag 5

Bent u bereid om te onderzoeken of het incident met de motoragent een racistisch karakter had? Zo ja, wanneer zal u de Kamer berichten over de uitkomsten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Deze zaak wordt momenteel onderzocht. Lopende het onderzoek kan ik hier geen uitspraken over doen.

Vraag 6

Bent u bereid om de politie de opdracht te geven om bij het soort gewelddadige gebeurtenissen als in Geesteren aangiften bij slachtoffers thuis te laten afnemen? Zo ja, bent u dan bereid om hier proactief beleid op te voeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Voor het opnemen van aangiften maakt de politie gebruik van de multichannel aanpak. De basis van de multichannelaanpak is de 24/7 telefonische bereikbaarheid van de politie. De aangever krijgt hierbij een passend advies op welke wijze hij het beste aangifte kan doen. Het opnemen van de aangifte op locatie is één van de mogelijkheden bij high impact crimes zoals woninginbraken en overvallen. Per geval wordt bekeken welke manier van aangifte doen het meest passend is.

Vraag 7

Wat heeft u te zeggen tegen de daders van de gewelddadige en racistische gebeurtenis in Geesteren?

Antwoord 7

Lopende het onderzoek kan ik over deze zaak geen uitspraken doen.

Vraag 8

Bent u bereid te onderzoeken of de beveiliging van het evenement in Geesteren te kort is geschoten? Zo ja, wanneer zult u de Kamer inlichten over de uitkomsten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

De inzet van politie bij lokale evenementen is een afweging van het lokale gezag. Het al dan niet onderzoeken van de gang van zaken is derhalve een keuze van het lokaal gezag.

Vraag 9

Deelt u de mening dat politieagenten onvoldoende zijn gespecialiseerd in het afnemen van aangiften van racisme en discriminatie, daar uit onderzoek is te concluderen dat er winst valt te behalen in de effectiviteit van de gang van discriminatieklachten door de strafrechtketen?4

Zo ja, zou daar niet op geanticipeerd moeten worden door politieagenten te specialiseren in het bestrijden van racisme en discriminatie?

Antwoord 9

Het kabinet vindt het van belang dat álle politiemedewerkers voldoende vaardigheden hebben voor het goed herkennen en omgaan met discriminatiezaken, op alle discriminatiegronden. Deskundigheidsbevordering in de strafrechtketen maakt dan ook deel uit van de inzet van het kabinet om de strafrechtelijke aanpak van discriminatie te versterken. De aandacht voor diversiteit en discriminatie in het basispolitieonderwijs wordt verder versterkt, zoals beschreven in het Nationaal Actieprogramma Discriminatie. Het is immers van belang dat politieagenten (strafrechtelijke) discriminatie herkennen en de juiste vragen te stellen, ook voor de latere bewijsvoering in discriminatiezaken. Vanaf begin 2017 heeft de politie eveneens een centraal punt dat discriminatiezaken uit het systeem destilleert en bij de eenheden adresseert voor een goede opvolging.

Vraag 10

Hoe verklaart u de stijging van racistische geweldsuitingen die in de laatste twee rapportages «Racisme, Antisemitisme, en Extreemrechts Geweld in Nederland» valt waar te nemen?5

Wat zijn de specifieke maatregelen die u gaat nemen om dit structurele probleem te bestrijden?

Vraag 11

Bent u bereid om, naast de reeds bestaande programma’s, harder op te treden tegen discriminatie en racisme? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10 en 11

Aan de hand van het aantal gemelde incidenten alleen is niet vast te stellen of er ook een stijging is van het aantal incidenten, noch van het aantal incidenten dat gepaard gaat met geweldgebruik. Immers aan de stijging van het aantal gemelde incidenten kunnen ook andere oorzaken ten grondslag liggen zoals een verhoogde meldings- een aangiftebereidheid en de manier van registreren. Het kabinet zet in op een vergroting van de meldings- een aangiftebereidheid bij discriminatie en commune delicten met een discriminatoir aspect. In het Nationaal actieplan tegen discriminatie is ingegaan op de inzet vanuit het kabinet om de bewustwording en meldingsbereidheid ten aanzien van discriminatie te versterken. Het inzicht in de omvang van de problematiek, die zonder meer de aandacht van het kabinet heeft, wordt steeds beter. Elk geval van discriminatoir geweld is er één te veel. In het geval er sprake is van een commuun feit met discriminatoir aspect, dan moet, volgens de Aanwijzing Discriminatie van het Openbaar Ministerie, een verhoging van de strafeis worden gevraagd van 50 tot 100 procent. Gezien het aantal acties dat reeds is ingezet zie ik geen aanleiding voor extra maatregelen.

Vraag 12

Klopt het dat Nederland de aanbevelingen van de commissie tegen racisme en intolerantie (ECRI) van de mensenrechtenorganisatie Raad van Europa niet heeft opgevolgd? Zo ja, waarom niet?

Vraag 13

Kunt u een overzicht geven van de aanbevelingen van de commissie en de naar aanleiding van deze aanbevelingen door de Nederlandse overheid genomen maatregelen, alsmede van de effectiviteit van deze door de overheid genomen maatregelen?

Antwoord 12 en 13

Het kabinet beschouwt het ECRI rapport als een waardevol instrument om de bescherming van burgers tegen discriminatie te verbeteren. In de kabinetsreactie van 18 november 2013 op het vierde ECRI rapport over Nederland is de Kamer geïnformeerd over de wijze waarop Nederland al dan niet voldoet aan de aanbevelingen uit dit rapport. Op 22 januari 2016 is het Nationaal actieprogramma tegen discriminatie opgezet, waarin de aanbevelingen uit het vierde ECRI rapport een rol spelen. De in dit Nationaal actieprogramma genoemde maatregelen zijn dus niet meegenomen in het vierde ECRI rapport. In januari 2017 ontvangt de Kamer een rapportage over de voortgang van dit actieprogramma.


X Noot
4

Kruize, P. & Gruter, P. (2015). DISCRIMINATIE: De gang van discriminatiezaken VAN AANGIFTE TOT VERVOLGING door de strafrechtketen.

X Noot
5

Anne Frank Stichting en Verwey-Jonker Instituut.

Naar boven