Vragen van de leden Ziengs en Aukje deVries (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de berichten «Politiek neemt zzp'ers niet serieus» en «Zzp'er in de war door wet tegen schijnzelfstandigheid» (ingezonden 24 juni 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 6 juli 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de artikelen «Politiek neemt zzp'ers niet serieus» en «Zzp'er in de war door wet tegen schijnzelfstandigheid»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met het signaal dat er onzekerheid heerst onder zzp’ers én opdrachtgevers? Er zijn geluiden dat zelfstandigen niet meer voor opdrachten in aanmerking komen vanwege onzekerheden bij opdrachtgevers over de modelovereenkomsten; wij ontvangen berichten van ondernemers die stellen dat de Belastingdienst een starre houding aanneemt en bewust of onbewust geen duidelijkheid verschaft uit angst voor precedenten; hoe duidt u deze berichten? Bent u het er mee eens dat we moeten staan voor het leger van zelfstandigen die willen werken en bijdragen aan de economie?

Antwoord 2

Ik hoor deze geluiden ook. Het is echter onnodig dat opdrachtgevers en opdrachtnemers in onzekerheid verkeren. Ten eerste is het van belang dat opdrachtgevers en zzp’ers bedenken of er wel een modelovereenkomst nodig is. Als partijen inderdaad gebruik willen maken van op de site van de Belastingdienst2 gepubliceerde modelovereenkomsten en daar in de praktijk naar handelen bestaat onmiddellijk zekerheid wat betreft hun positie. In de situatie dat partijen om hen moverende redenen een eigen overeenkomst hanteren, kunnen zij deze overeenkomsten ter beoordeling voorleggen aan de Belastingdienst. Een overeenkomst waarbij het oordeel is gegeven dat buiten dienstbetrekking wordt gewerkt geeft partijen zekerheid dat inhouding van loonheffingen achterwege kan blijven. In de situatie dat de Belastingdienst geen zekerheid vooraf kan geven houdt dit in dat de beschreven arbeidsrelatie elementen bevat die op een (fictieve) dienstbetrekking wijzen. Dit vindt zijn oorzaak in de toepassing van wet, regelgeving en jurisprudentie. Bij onduidelijkheden of onvolkomenheden in de overeenkomst zal de Belastingdienst de indiener(s) uitnodigen/vragen/aanraden om de overeenkomst op dat punt of die punten aan te passen. Het is aan partijen of zij op die uitnodiging ingaan.

Het gebruik van op de site van de Belastingdienst gepubliceerde modelovereenkomsten voorkomt individuele discussies tussen opdrachtgevers, opdrachtnemers en de Belastingdienst. Bij het gebruik van vooraf beoordeelde overeenkomsten, dus ook de op de site van de Belastingdienst gepubliceerde modelovereenkomsten, geldt de zekerheid uiteraard als en zolang er conform de overeenkomst wordt gewerkt. Daarmee zijn er voor de meeste zzp’ers manieren om zonder onzekerheid buiten dienstverband te werken. En dat is belangrijk voor de werkgelegenheid en voor een flexibele inzet van arbeidskrachten.

Vraag 3

U heeft in de Eerste Kamer toegezegd dat de Belastingdienst een coöperatieve houding dient in te nemen; is er volgens u sprake van een coöperatieve houding bij de Belastingdienst? Is er ruimte voor verbetering? Waarom verschijnen er geen nieuwe modelovereenkomsten meer op de website van de Belastingdienst? Wanneer zal er voor elke sector een modelovereenkomst beschikbaar zijn?

Antwoord 3

De Belastingdienst heeft een coöperatieve houding naar de indieners van overeenkomsten. Zo worden indieners van overeenkomsten regelmatig in de gelegenheid gesteld om aan de hand van suggesties van de Belastingdienst hun overeenkomsten te verbeteren. Tot mei 2017 is er een periode van voorlichting en hulp toegezegd. De Belastingdienst is bij zijn beoordeling van de overgelegde overeenkomsten echter te allen tijde gehouden aan de wet, regelgeving en jurisprudentie. De Belastingdienst publiceert regelmatig nieuwe modelovereenkomsten voor branches en beroepsgroepen. In overleg met marktpartijen en belangenorganisaties is er voor gekozen om het aantal gepubliceerde overeenkomsten voor de gebruikers overzichtelijk en daarmee beperkt te houden. De site van de Belastingdienst biedt inmiddels tal van (model)overeenkomsten aan, die in de behoefte van grote groepen opdrachtgevers en opdrachtnemers voorzien. Deze algemene modelovereenkomsten zijn te gebruiken ongeacht branche of beroep. Voor bijna elke sector zijn daarmee een of meer modelovereenkomsten beschikbaar. Daarnaast zijn er diverse sectoren die overeenkomsten hebben voorgelegd die zijn beoordeeld en delen van of functies in een sector dekken, zoals in de zorg, bouw, kunst/cultuur, vervoer en onderwijs.

Vraag 4, 5 en 8

Deelt u de mening dat het van cruciaal belang is dat opdrachtnemers en opdrachtgevers adequaat en tijdig geïnformeerd worden door de Belastingdienst over de nieuwe wet? Hoe waardeert u het huidige offensief om opdrachtgevers en opdrachtnemers te informeren over de wet DBA? Is de huidige inzet voldoende? Zo niet, welke aanvullende stappen kan de Belastingdienst nemen om opdrachtnemers en opdrachtgevers beter te informeren?

Bent u bekend met gevallen van wantrouwen tussen ondernemers en de Belastingdienst over de wet DBA? Bent u op de hoogte van gevallen waarin zelfstandigen hun status en inkomen dreigen te verliezen ten gevolge van de nieuwe wet? Bent u bereid om een aanjaagteam bij de Belastingdienst in te stellen om te voorkomen dat zelfstandigen hun status en inkomen verliezen en het wantrouwen tussen betrokkenen weg te nemen?

Voordat de nieuwe wet in werking trad, schreef u een brief aan VAR-houders om hen te informeren over de consequenties van de nieuwe wet. Deelt u de mening dat het informeren van opdrachtgevers kan bijdragen aan het wegnemen van onzekerheid en het vergroten van de kans op opdrachten voor zelfstandigen? Bent u bereidt om opdrachtgevers voor 1 augustus 2016 op dezelfde manier te informeren?

Antwoord 4, 5 en 8

Ja, ik deel de mening dat het voor het welslagen van de Wet DBA cruciaal is dat opdrachtgevers en opdrachtnemers adequaat en tijdig door (ook) de Belastingdienst worden geïnformeerd. Daartoe heeft de Belastingdienst in de afgelopen tijd, mede in samenwerking met de marktpartijen, een veelvoud van activiteiten uitgevoerd. Zo hebben alle VAR-houders persoonlijk een brief gekregen om hen te informeren over de consequenties van de Wet DBA. Juist om de eventuele onzekerheid bij de opdrachtgevers weg te nemen, heeft ook het informeren van de opdrachtgevers alle aandacht van de Belastingdienst. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met tientallen marktpartijen en belangenorganisaties. Zo zijn voorlichtingsbijeenkomsten ook online te volgen in de vorm van webinars voor opdrachtgevers en opdrachtnemers om een zo groot mogelijk bereik te creëren. Er staat informatie op de website van de Belastingdienst, maar ook op websites van partnerorganisaties als rijksoverheid.nl, Ondernemersplein.nl en KVK.nl en op die van de organisaties voor opdrachtgevers en opdrachtnemers, zoals VNO en ZZP Nederland. De Belastingdienst publiceert met regelmaat nieuwsberichten om opdrachtgevers, opdrachtnemers en fiscaal intermediairs te attenderen op de veranderingen. Voor opdrachtgevers heeft de Belastingdienst een digitale attenderingscampagne gedaan. Hierbij is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van direct mail, advertorials in nieuwsbrieven van relevante websites en online advertenties. Daarnaast kunnen uiteraard vragen gesteld worden via de Belastingtelefoon en Twitter. Ook de verschillende organisaties voor opdrachtgevers en opdrachtnemers communiceren actief via hun eigen kanalen en beantwoorden vragen.

Van belang is overigens dat opdrachtgevers en opdrachtnemers ook hun eigen verantwoordelijkheid nemen daar waar het betreft de vormgeving van de contractuele (arbeids)voorwaarden en de inschatting of sprake is van het buiten dienstbetrekking werken.

In het algemeen geldt het advies aan opdrachtgevers om niet bevreesd te zijn voor de Wet DBA, op de website van de Belastingdienst te kijken welke (algemene) modelovereenkomsten er al zijn en of er overeenkomsten zijn die zij kunnen gebruiken. Dit zijn de vier stappen die ook in de brief aan de 600.000 VAR-houders zijn genoemd: Stap 1. Bedenk eerst of er wel een modelovereenkomst nodig is. In veel gevallen is het zonneklaar dat een zzp’er ondernemer is en niet in dienstverband werkt bijvoorbeeld zzp’ers die voor particulieren werken, of ook nooit met een VAR werkten. Een beoordeelde (model)overeenkomst is dan niet nodig. Stap 2: Als er een beoordeelde (model)overeenkomst nodig is: zoek op de site van de Belastingdienst een kant en klare overeenkomst uit die past bij hoe opdrachtgever en opdrachtnemer met elkaar willen werken. Op de site zijn algemene modelovereenkomsten gepubliceerd die ongeacht branche en beroep kunnen worden gebruikt. Stap 3: Als opdrachtgever en opdrachtnemer toch al corresponderen (bijvoorbeeld via e-mail) over prijs, resultaat en voorwaarden, dan kan de modelovereenkomst als bijlage worden meegestuurd. Stap 4: Kom de afspraken uit de modelovereenkomst na.

Anders dan de afgebakende groep VAR-houders is «de opdrachtgever» een niet afgebakende groep. In beginsel kan iedereen opdrachtgever zijn van particulier tot multinational. Daarom is het niet mogelijk om alle potentiële opdrachtgevers rechtstreeks te benaderen zoals dat wel kon bij de wel bekende VAR-houders. Daarom is het effectiever om de opdrachtgevers te benaderen via de hiervoor beschreven weg. Het bovenstaande laat onverlet dat de contacten in specifieke gevallen tussen (vertegenwoordigers van) marktpartijen nog kan worden geïntensiveerd. Ik heb de Belastingdienst gevraagd zogenoemde branchespecifieke accountteams in te stellen in de branches met veel zzp’ers die bij vragen en knelpunten adequaat, snel en oplossingsgericht de contacten met branchepartijen kunnen verzorgen. Dit zowel op het proces als op inhoud van de implementatie. Deze accountteams zijn inmiddels geformeerd en actief. Ik heb hierbij de stellige verwachting dat op deze wijze het eventuele wantrouwen en scepsis weggenomen kunnen worden dat over de DBA en de houding van de Belastingdienst zou kunnen bestaan. Op deze wijze levert de Belastingdienst, vanuit zijn positie en mogelijkheden, zijn bijdrage om te voorkomen dat zelfstandigen onnodig hun status en inkomen zouden verliezen.

Vraag 6

Bent u nog steeds van mening dat de wet DBA in de huidige vorm gehandhaafd moet worden daar waar sommige brancheorganisaties en opdrachtgevers stellen dat banen en werk verloren gaan? Bent u bekend met het feit dat sommige brancheorganisaties en opdrachtgevers de wet DBA een gedrocht noemen? Welke concrete acties kunt u nemen om zorgen bij opdrachtgevers en opdrachtnemers weg te nemen? Wat kunt u nog doen voor het einde van het zomerreces om de rust te herstellen?

Antwoord 6

De Wet DBA moet in zijn huidige vorm gehandhaafd blijven. Deze wet is nog maar net in werking getreden en de gewenning en implementatie is in volle gang. De implementatietermijn en de overige maatregelen uit het transitieplan3 zijn bewust zodanig vormgegeven dat de markt voldoende tijd, gelegenheid en communicatieve ondersteuning wordt geboden om de (deels) veranderde werkwijze ten opzichte van het werken met een VAR goed te laten landen. De Wet DBA brengt de balans in verantwoordelijkheden terug tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers en maakt het mogelijk om als Belastingdienst handhavend op te treden. In mijn antwoord op de vragen 2, 3, 4, 5 en 8 ga ik uitvoerig in op de acties die onder meer de Belastingdienst onderneemt om eventuele zorgen en onduidelijkheden bij opdrachtgevers en -nemers bij de implementatie van de Wet DBA weg te nemen. Dit is een doorlopend proces.

Vraag 7

Bent u op de hoogte van reacties van belangenorganisaties betreffende besprekingen met brancheorganisaties en opdrachtgevers? Bent u voornemers om op korte termijn met brancheorganisaties en opdrachtgevers in gesprek te gaan? Zo ja, op welke termijn?

Antwoord 7

Ja. De Belastingdienst is op dit moment met tientallen brancheorganisaties, opdrachtgevers en -opdrachtnemers in gesprek over de wet DBA.

Naar boven