Vragen van het lid Van Dekken (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over sport en bewegen voor cliënten in de opvang (ingezonden 1 juni 2016).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 6 juli 2016).

Vraag 1 en 2

In hoeverre acht u sport- en beweegmogelijkheden voor cliënten in de opvang van belang? Kunt u uw antwoord toelichten?

Wat zijn uw inspanningen en geboekte resultaten voor beweegmogelijkheden voor de meest kwetsbaren, specifiek voor cliënten in de opvang? In hoeverre vindt u voldoende beweegmogelijkheden voor kwetsbare groepen in bijvoorbeeld COA-locaties (COA= Centraal Orgaan opvang asielzoekers) van even groot belang als beweegmogelijkheden voor mensen in de opvang? Op welke wijze draagt u dat uit met uw beleid en financiering van initiatieven? Hoe zorgt u voor voldoende beweegmogelijkheden voor kwetsbare groepen in maatschappelijke opvanglocaties?

Antwoord 1 en 2

Ik vind sport- en beweegmogelijkheden voor kwetsbare groepen belangrijk. Het programma Sport en bewegen in de buurt is voor iedereen in Nederland. Ook voor cliënten van de maatschappelijke opvang. Specifiek voor deze doelgroep is financiering beschikbaar gesteld voor twee langdurige projecten van de Federatie Opvang die expliciet beogen sporten en bewegen voor cliënten in de maatschappelijke opvang onderdeel te laten zijn van het opvangtraject. Het tweede project loopt nog tot december 2016. In het antwoord op vraag 3 beschrijf ik de geboekte resultaten.

Daarnaast heb ik voor verschillende kwetsbare doelgroepen middelen beschikbaar gesteld:

  • In 2015 is het programma Grenzeloos actief gestart. Dit programma zorgt ervoor dat iedereen die een handicap heeft kan sporten en bewegen. Dit programma loopt tot en met 2018 en heeft een budget van ruim € 4.000.000.

  • Het Jeugdsportfonds betaalt de contributie van een sportvereniging en in sommige gevallen sportattributen voor kinderen die leven in gezinnen waar niet genoeg geld aanwezig is om lid te worden van een vereniging. De contributie gaat rechtstreeks naar de sportvereniging. Het Jeugdsportfonds krijgt vanuit het Rijk een 3-jarige subsidie in de periode van begin 2014 tot begin 2017 van in totaal € 1.200.000. Daarnaast is er voor de jaren 2016 en 2017 in totaal € 5.000.000 extra beschikbaar voor het Jeugdsportfonds, na een amendement van uw hand op de SZW begroting.

  • Ook binnen het programma Sport en bewegen in de buurt zijn drie verschillende Sportimpuls regelingen:

    • de «reguliere» Sportimpuls, gestart in 2012 die zich richt op alle doelgroepen;

    • de «Sportimpuls «kinderen sportief op gewicht», gestart in 2013 die zich richt op kinderen met overgewicht»;

    • de Sportimpuls «jeugd in lage inkomensbuurten» die zich richt op kinderen uit gezinnen met armoede in 2014.

Ook voor vluchtelingen in COA locaties levert sport en bewegen een positieve bijdrage. Er zijn verschillende goede initiatieven door onder andere COA gestart om sporten en bewegen in COA locaties mogelijk te maken. Zo heeft COA op elke locatie een beweegcoach aangesteld. NOC*NSF is in samenwerking met gemeenten, COA en Vluchtelingenwerk aan het onderzoeken hoe vluchtelingen beter begeleid kunnen worden naar de sportvereniging. Dit kan zijn om daar zelf actief te sporten, maar ook om vrijwilligerswerk te doen binnen de sportvereniging.

Vanuit het beleid van VWS kan het programma Sport en bewegen in de buurt voor deze doelgroep worden ingezet. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de gemeente Amersfoort waar buurtsportcoaches activiteiten organiseren voor vluchtelingen. Gemeenten bepalen echter zelf of zij de buurtsportcoach hiervoor inzetten, dit op basis van de behoefte in de gemeente.

Vraag 3

In hoeverre bent u tevreden over de resultaten die het programma Meedoen tot dusver heeft bereikt voor sport- en beweegmogelijkheden in de opvang?1

Antwoord 3

Van 2010 tot en met 2013 heeft het programma Meedoen! Sport en Bewegen plaatsgevonden. Dit programma kende verschillende resultaten. Er heeft deskundigheidsbevordering van professionals in de opvang plaatsgevonden op het gebied van sport en begeleiding, er is op basis van vijf pilots een digitale toolkit ontwikkeld met materialen die als handvat kunnen dienen voor het inzetten van sport en bewegen voor cliënten in de opvang. Naast lokale activiteiten zijn ook drie grote landelijke evenementen georganiseerd in 2010, 2011 en 2012 met sporttoernooien en -clinics.

Het succes van dit eerste programma heeft geleid tot het nieuwe programma Meedoen in beweging 2013–2016. Dit programma loopt nog tot eind 2016. Een aantal belangrijke resultaten binnen dit programma zijn al behaald. Er is voor professionals een module meedoen ontwikkeld gericht op activering en participatie in combinatie met sport, met als doel dit element nog meer te borgen in de begeleiding van cliënten in de opvang. Tevens zijn twee best practices aangaande participatie, gezonde leefstijl en zingeving en participatie en zingeving beschreven. Ten slotte is ook in dit programma tot nu toe drie keer de succesvolle landelijke Meedoen-dag georganiseerd, waarin 1000 deelnemers uit het hele land actief met sport, bewegen en creatieve activiteiten aan de slag gaan. Dit zijn resultaten waar ik zeer tevreden over ben. Er is zichtbaar meer aandacht voor het activeren en laten deelnemen van cliënten uit de opvang aan het gewone dagelijks leven, door middel van sport.

Vraag 4

Bent u bereid om het programma Meedoen ook de komende jaren te continueren? Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet en waaruit blijkt dat sport en bewegen in de opvang voldoende is ingebed in het begeleidingsaanbod om geboekte resultaten van Meedoen te behouden en uit te bouwen?

Antwoord 4

Zoals beschreven in het antwoord op de vragen twee en drie zijn twee langdurige trajecten gefinancierd die gericht waren op het inbedden van sporten en bewegen in de maatschappelijke opvang. De beoogde resultaten van deze projecten zijn of zullen volgens een recente verlengingsaanvraag van Federatie Opvang nog worden behaald. Er is kennis beschikbaar gesteld door middel van onder andere opleidingsmodules, trainingen en toolkits en relevante netwerken zijn opgebouwd. Hiermee is een impuls gegeven aan kennis en aandacht voor (onder andere) sporten binnen de sector maatschappelijke opvang. Het is nu aan gemeenten en instellingen om deze kennis en de opgebouwde netwerken te blijven benutten. Tevens kan het programma Sport en bewegen in de buurt mogelijkheden bieden voor cliënten in de maatschappelijk opvang. Zoals toegezegd in het AO sport van 30 juni jongstleden heb ik op uw verzoek gesproken met de Staatssecretaris om te bezien of sport en bewegen is ingebed. Hieruit volgt dat wij met de Federatie Opvang in overleg zullen gaan over slimme samenwerking en relevante initiatieven die behulpzaam kunnen zijn om deze resultaten vast te houden. Het reeds gevoerde gesprek in dit kader, zal op korte termijn worden voortgezet.


X Noot
1

Bijlage onderhands meegestuurd naar departement

Naar boven