Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat relatie- en concurrentiebeding voor vrije zorgkeuze gaat (ingezonden 13 juni 2016).

Mededeling van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 30 juni 2016)

Vraag 1

Wat is uw reactie op de uitspraak van de rechter in het geding tussen De Karmel en de vier gezinshuizen?1

Vraag 2

Vindt u het wenselijk dat het relatie- en concurrentiebeding prevaleert op de vrije zorgkeuze in de situatie van deze hulpbehoevende jongvolwassenen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3

Acht u deze uitspraak in lijn met de gedachte achter de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Jeugdwet, waarin een grote mate van keuzevrijheid voor de zorgbehoevende is opgenomen?

Vraag 4

Hoe verhoudt deze uitspraak zich, gelet op de grote moeite die ouders aangeven te hebben of verwachten te krijgen bij het vinden van een nieuw gezinshuis, tot de ambitie van dit kabinet om zoveel mogelijk in gezinsvervangende huizen te plaatsen? In aanvulling daarop, hoe verhoudt deze uitspraak zich tot artikel 20 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind?

Vraag 5

Acht u de met deze uitspraak ontstane situatie een goede reactie op het door de Kinderombudsman gegeven advies om zoveel mogelijk kinderen op te laten groeien in een gezin of gezinshuis? Kunt u uw antwoord toelichten?2

Vraag 6

Bent u van mening dat met deze uitspraak recht wordt gedaan aan «het recht op perspectief voor de kwetsbare partij»? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 7

Hoe gaat u er in deze situatie voor zorgen dat de kinderen hun vertrouwde zorg niet kwijtraken en tussen wal en schip vallen?

Vraag 8

Wat is uw reactie op het beloningsbeleid van De Karmel?3

Vraag 9

Omzeilt De Karmel met de holdingconstructie het verbod op winstuitkering? Zo ja, hoe gaat u deze constructie stoppen en bent u bereid te onderzoeken of er nog meer organisaties in Nederland via een dergelijke constructie winst uitkeren? Indien De Karmel het verbod op winstuitkering niet omzeilt, bent u van mening dat dit een wenselijke ontwikkeling is? Zo nee, hoe gaat u deze ontwikkeling een halt toe roepen?

Vraag 10

Wat gaat u er tenslotte aan doen om ervoor te zorgen dat financiële belangen niet meer voorgaan op de belangen van kwetsbare kinderen?

Vraag 11

Kunt u deze vragen vóór het Algemeen overleg Jeugdhulp voorzien op 30 juni 2016 beantwoorden?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over het bericht dat relatie- en concurrentiebeding voor vrije zorgkeuze gaat (2016Z11838) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat vanwege de complexiteit het nagaan van de feitelijke omstandigheden en de juridische duiding daarvan meer tijd kost.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.

Naar boven