Vragen van het lid Van Toorenburg (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Dader Zelhem moest naar psychiatrische kliniek» (ingezonden 22 juni 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 28 juni 2016).

Vraag 1 t/m 6

Kunt u, in aanvulling op de berichtgeving over de dader van het fatale ongeluk bij Zelhem, (nog) meer feitelijke informatie verschaffen over de besluitvorming voorafgaand aan de invrijheidstelling van de dader?1

In hoeverre is in de belangenafweging die de rechtbank op 6 juni jl. moest maken omtrent de invrijheidsstelling, meegewogen de opvatting van de reclassering alsmede de opinie van de moeder van de dader welke zij gedeeld had met de psychiater over de geestelijke gesteldheid van de dader? Waren deze opinies toen al kenbaar (gemaakt) voor de rechtbank? Wat was de opvatting c.q. vordering van het Openbaar Ministerie (OM) op 6 juni jl. over de invrijheidsstelling?2

Klopt het dat het OM de dag voor het fatale ongeluk de mogelijkheid had via de burgemeester een gedwongen opname te regelen? Waarom is daartoe niet besloten?3

Wat maakt dat in het oordeel van de rechtbank klaarblijkelijk geen ruimte was voor opheffing van de voorlopige hechtenis, zoals verzocht door de advocaat van de dader, maar wel voor schorsing van de voorlopige hechtenis?4

Klopt de argumentatie dat indien de uiteindelijk opgelegde straf de duur van de uitgezeten voorlopige hechtenis overstijgt, het opleggen van een verplicht te volgen psychiatrische behandeling niet meer mogelijk is? Indien dat waar is, deelt u de mening dat dit een wettelijk en/of procedureel manco is, gelet op de zwaarwegende rol die dit heeft gespeeld in de overwegingen van de rechtbank d.d. 6 juni jl.?5

Ziet u aanleiding wegens deze bijzonder tragische gebeurtenis te onderzoeken of de huidige wet- en regelgeving dan wel de huidige werkwijze in de praktijk voldoende ruimte biedt snel tot een besluit tot gedwongen opname te komen, gelet op het gebrek aan de klaarblijkelijk benodigde snelheid om op een nieuwe vordering van het OM d.d. 16 juni jl. te kunnen beslissen?6

Antwoord 1 t/m 6

Het tragische voorval te Zelhem is aan de orde gekomen in het Algemeen Overleg met uw Kamer over strafrechtelijke onderwerpen op 22 juni 2016. In dit Algemeen Overleg heb ik in reactie op vragen over dit onderwerp aangegeven dat het onderzoek op dit moment loopt en dat het mij daarom nu niet past op detailniveau op vragen op dit onderwerp in te gaan. Ik wil daaraan toevoegen dat ook met het oog op de huidige informatiepositie van de nabestaanden en het primaat van het Openbaar Ministerie in het verstrekken van informatie aan slachtoffers en nabestaanden terughoudendheid op dit moment gepast is. Gezien het voorgaande en met het oog op het belang dat ik hecht aan gedegen beantwoording van uw vragen, zal ik zoals tijdens het genoemde Algemeen Overleg reeds toegezegd uw Kamer door middel van een brief nader informeren, en daarbij de beantwoording van uw vragen te betrekken. Uw Kamer zal deze brief zodra de stand van het strafrechtelijk onderzoek dat toelaat, zo spoedig mogelijk ontvangen.


X Noot
1

«Dader Zelhem moest naar psychiatrische kliniek», Trouw, 20 juni 2016

X Noot
2

«Als moeder waarschuwt, luister er dan ook naar», Algemeen Dagblad, 21 juni 2016

X Noot
3

Idem

X Noot
5

Idem

X Noot
6

Idem

Naar boven