Vragen van het lid Siderius (SP) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap over het bericht dat een leerling vanwege haar beperking niet mee op schoolkamp
mocht (ingezonden 30 mei 2016).
Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
27 juni 2016).
Vraag 1
Acht u het wenselijk dat kinderen met een beperking buitengesloten worden van activiteiten
met klasgenoten, zoals een leerlinge die vanwege haar beperking niet mee mocht op
schoolkamp? Kunt u uw antwoord toelichten?1
Antwoord 1
Nee. Een school is verantwoordelijk voor het onderwijs aan alle ingeschreven leerlingen.
Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften biedt een school daarbij passende
en redelijke ondersteuning en voorzieningen. Dit aanbod geeft de school vorm met inachtneming
van de behoefte van de leerling en de mogelijkheden van de school en het samenwerkingsverband
en in overleg met de ouders. Waar nodig kan ook deskundigheid van andere professionals
(zoals vanuit de jeugdhulp) worden betrokken.
Vraag 2
Hoe verhoudt het buitensluiten van leerlingen met een beperking door reguliere scholen
tot de door u geroemde invoering van het zogenaamde passend onderwijs? Is het buitensluiten
van leerlingen een beoogd effect van de invoering van het zogenaamde passend onderwijs?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Hoe verhoudt de uitspraak van het College van de Rechten van de Mens – «het uitgangspunt
voor deelname aan buitenschoolse activiteiten zou moeten zijn dat elk kind mee kan
doen en daarvoor moet alles in het werk worden gesteld» – zich tot deze situatie?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Het uitgangspunt van het College voor de Rechten van de Mens dat leerlingen waar mogelijk
mee moeten kunnen doen aan alle activiteiten, deel ik. Ik betreur het dan ook dat
de leerling die in het artikel is genoemd, geen schoolreisje heeft kunnen maken.
Vraag 4
Kunt u toelichten welke opties de school heeft aangeboden aan de leerlinge om tot
een passende oplossing te komen? Bent u van mening dat de school alles in het werk
heeft gesteld om tot een passende oplossing te komen, zodat deze leerlinge kon deelnemen
aan schoolkamp?
Antwoord 4
Ik kan geen oordeel geven over een specifieke casus. Wel begrijp ik dat ouders en
school altijd met elkaar in gesprek zijn gebleven over een goede oplossing en men
er samen uitgekomen is.
Vraag 5
Bent u bereid om de school aan te spreken op deze ongewenste situatie? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Ik heb contact gelegd met de school. De school geeft aan dat zij voor kinderen met
specifieke problematiek in de klas een passend aanbod kunnen bieden, maar dat zij
nog op zoek zijn naar adequate begeleiding tijdens de vrije momenten, zoals een schoolreisje
of excursie. Mede op basis van deze casus gaan zij bekijken op welke wijze dit in
het vervolg nog beter georganiseerd kan worden. Hier kan mogelijk ook de jeugdhulp
in worden betrokken.
Vraag 6
Kunt u de Kamer inzicht geven in hoe vaak vergelijkbare situaties zijn voorkomen het
afgelopen schooljaar? Zo nee, bent u bereid om dit te onderzoeken?
Antwoord 6
Hierover zijn geen cijfers beschikbaar. Waar nodig zal ik scholen aanspreken op hun
verantwoordelijkheid.
Vraag 7
Bent u bereid ervoor te zorgen dat kinderen met een beperking in de toekomst niet
langer buitengesloten worden op school en een gelijkwaardige behandeling krijgen?
Zo ja, welke maatregelen gaat u hiervoor nemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) regelt
het recht van mensen met een beperking op gelijke behandeling. Ook heeft Nederland
deze maand het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap geratificeerd.
Bij de implementatie van dit verdrag zal ook aandacht worden besteed aan gelijkwaardige
behandeling in het onderwijs. Verder stimuleer en ondersteun ik onderwijs en gemeenten
om samen te komen tot betere onderwijszorgarrangementen voor leerlingen, waardoor
zij zowel thuis als op school passende begeleiding krijgen. De werkagenda van de onderwijsraden,
VNG, NJI, OCW en VWS kan daarbij ondersteuning bieden.
Met vragen over de invulling van passende aanpassingen kunnen ouders en scholen terecht
bij het College voor de Rechten van de Mens.