Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie en van Veiligheid en Justitie over het inroepen van de hulp van de Marokkaanse consul bij de rellen in Ede (ingezonden 10 mei 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de ministers van Veiligheid en Justitie, en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 27 juni 2016).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht «Consul in gesprek met Marokkaanse jongeren Ede»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat de hulp van de Marokkaanse consul is ingeroepen om de rellende jeugd in Ede tot de orde te roepen en welke dwalende gedachte ligt daar aan ten grondslag?

Antwoord 2

De gemeente Ede berichtte mij als volgt: «Op verzoek van de generaal-consul is er een gesprek geweest met de burgemeester. De consul heeft zijn belangstelling getoond omdat hij de eenheid – die de Marokkaanse gemeenschap nu uitstraalt in het scherp afwijzen van de gebeurtenissen in de wijk – wilde ondersteunen. In het verlengde daarvan heeft hij gezegd ook met de Marokkaanse gemeenschap in Ede te zullen praten, ter ondersteuning van hun eensgezindheid. Ook heeft hij zijn excuus aangeboden voor de ongeregeldheden, mede namens de Marokkaanse ambassadeur. De consul bemoeit zich niet met het gemeentelijk beleid en de gemeentelijke aanpak en ook niet met de politieaanpak.»

Volgens de burgemeester van Ede is er dus geen sprake geweest van het inroepen van de hulp van de Marokkaanse consul om de jeugd tot orde te roepen en de orde in de wijk Veldhuizen te herstellen. Hier kan ook geen sprake van zijn, het enige gezag is dat van de Nederlandse autoriteiten. In gesprek gaan met elkaar, zoals de burgemeester heeft gedaan op verzoek van de consul, is iets anders.

Vraag 3

Deelt u de mening dat met het inroepen van de hulp van de Marokkaanse consul het gezag van de Nederlandse autoriteiten ernstig wordt ondermijnd?

Antwoord 3

Zie het antwoord op vraag twee: er is geen sprake geweest van het inroepen van de hulp van de consul om de orde in de wijk Veldhuizen te herstellen.

Vraag 5

Welke oorzaken ziet u voor het gebrek aan respect voor het Nederlandse gezag bij het rellende rapaille en ziet u hier een breder probleem? Graag een toelichting.

Antwoord 5

In reactie op het sluiten van het theehuis hebben jongeren de openbare orde ernstig verstoord door onder meer vernielingen aan te richten rond het winkelcentrum, door schade toe te brengen aan verscheidene auto’s en door een aantal autobranden te stichten. Ik heb reeds in de media aangegeven dit gedrag onacceptabel te vinden. Deze jongeren hebben de grenzen van de Nederlandse wet overtreden en dienen streng aangepakt te worden voor hun misdragingen. Ook heb ik gezegd dat het aan de gemeente Ede en de Nationale Politie is om orde en gezag te herstellen in de stad. In Ede is dit ook gebeurd.

Vraag 4 en 6

Bent u bereid de plaatselijke burgemeester met spoed te manen om de politie de opdracht te geven zeer stevig op te treden en de rust en orde te herstellen, welke een kerntaak is van de overheid?

Welke maatregelen bent u voornemens te treffen om de inwoners van Ede zo spoedig mogelijk het gevoel van veiligheid terug te geven?

Antwoord 4 en 6

Het handhaven van de openbare orde is een lokale verantwoordelijkheid. Eventuele maatregelen worden en zijn derhalve lokaal getroffen.

Naar boven