Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het strafrechtelijk onderzoek naar de ontvoering van de heer R. van Duijn (ingezonden 3 juni 2016).

Mededeling van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 27 juni 2016).

Vraag 1

Kent u het dossier van het strafrechtelijk onderzoek naar de ontvoering van de heer R. van Duijn? Kent u de brief1 van het College van procureurs-generaal in deze zaak? Waarom is niet al veel eerder excuses gemaakt voor het niet informeren van het betrokken slachtoffer over het verloop in de strafzaak?

Vraag 2

Waarom is er destijds geen strafvervolging ingesteld tegen degenen tegen wie verdenkingen bestonden wegens betrokkenheid bij de ontvoering van de heer Van Duijn? Klopt het dat een van de verdachten in de media betrokkenheid bij deze ontvoering heeft toegegeven? Zo ja, heeft het Openbaar Ministerie hierin aanleiding gezien het strafrechtelijk onderzoek, ondanks mogelijke verjaring, te heropenen? Zo nee, waarom niet? Had dit niet sowieso aanleiding moeten zijn om al op dat moment excuses aan te bieden voor het niet vervolgen van deze verdachten, zeker gezien de omstandigheid dat de heer Van Duijn destijds al de namen van de betrokkenen als dader heeft genoemd?

Vraag 3

Deelt u de mening dat onder deze omstandigheden de heer Van Duijn ruimhartiger gefaciliteerd moet worden in het achterhalen van de waarheid dan een doorverwijzing naar de op hem betrekking hebbende archiefstukken? Zo ja, bent u bereid om in nauw overleg met de heer Van Duijn te onderzoeken of destijds terecht aanleiding bestond tot het staken van het strafrechtelijk onderzoek naar zijn ontvoering? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat een ruimere verontschuldiging op z’n plaats is over de wijze waarop het strafrechtelijk onderzoek is verlopen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het strafrechtelijk onderzoek naar de ontvoering van de heer R. van Duijn (ingezonden 3 juni 2016) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

College van Procureurs-Generaal, 31 maart 2016 (PaG / BJZ / 49158).

Naar boven