Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de veiligheidssituatie van onlangs door Nederland uitgezette kinderen in Burundi (ingezonden 2 juni 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 23 juni 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Owen (4), Jessica (6) en hun moeder spoorloos in Burundi, advocaat en school weten niet waar ze zijn»?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met het bericht.

Vraag 2

Bent u bekend met het bericht «Burundi geteisterd door aanhoudend geweld»?2

Antwoord 2

Ja, ik ben bekend met het bericht.

Vraag 3

Heeft u contact opgenomen met de plaatselijke autoriteiten om de veiligheid van het uitgezette gezin Ndikumana in het kader van de verslechtering van de veiligheidssituatie in Burundi, en de daarop door u aangekondigde uitzettingsstop voor Burundi3, te verifiëren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja. De ambassade in Bujumbura heeft in deze uitzonderlijke zaak contact gelegd met het gezin. Uit de gesprekken blijkt dat de veiligheid van de moeder en haar kinderen niet in het geding is.

Vraag 4

Zijn er in 2016 naast het gezin Ndikumana meer personen uitgezet naar Burundi? Zo ja, hoeveel personen betreft het en wat is er bekend over hun veiligheid?

Antwoord 4

Het gezin is het enige dat dit jaar is uitgezet naar Burundi. Zoals uw Kamer bekend is, wordt niet gemonitord hoe het vreemdelingen vergaat als zij zijn uitgezet dan wel zelfstandig zijn vertrokken.

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat indien de veiligheidssituatie in een land van uitzetting wijzigt met als gevolg dat een uitzettingsmoratorium van kracht wordt, zoveel als mogelijk moet worden nagegaan of personen die recent door Nederland naar dit land zijn uitgezet, in veiligheid verkeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Zie het antwoord bij vraag 4.

Vraag 6

Wanneer verwacht u dat een nieuw ambtsbericht voor Burundi wordt uitgebracht? Bent u bereid dit ambtsbericht naar de Kamer te zenden zodra het gereed is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Ik heb uw Kamer vandaag geïnformeerd dat ik voor Burundi een besluit- en vertrekmoratorium afkondig voor de duur van zes maanden. Ik heb aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht over Burundi gevraagd dat voor het verstrijken van het besluit- en vertrekmoratorium zal verschijnen.

Zoals gebruikelijk worden zowel de vragen voor het ambtsbericht als het ambtsbericht altijd openbaar gemaakt op www.rijksoverheid.nl. Ik stuur de ambtsberichten daarnaast naar de Kamer als het toelatings- of terugkeerbeleid verandert naar aanleiding van een ambtsbericht.

Naar boven