Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over het bericht «Kwart zorgbestuurders boven Balkenendenorm» (ingezonden
9 juni 2016).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
22 juni 2016).
Vraag 1 en 2
Wat is uw reactie op het feit een kwart van de bestuurders in de ouderenzorg boven
de Balkenendenorm verdient?1
Kunt u uitleggen dat u enerzijds hard bezuinigt in de ouderenzorg (huishoudelijke
zorg, wijkverpleging én instellingszorg), waardoor veel zorgverleners hun inkomen
en/of baan verliezen, en dat anderzijds de bestuurders in de ouderenzorg met fluwelen
handschoentjes wordt gevraagd of ze hun salaris willen minderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1 en 2
Het kabinet wil ook voor bestuurders in de ouderenzorg een maatschappelijk acceptabel
en verantwoord niveau van inkomens. Normen voor bezoldiging zijn daarom vastgelegd
in de Wet normering topinkomens (WNT). De hogere salarissen van deze bestuurders zijn
te verklaren doordat zij onder overgangsrecht vallen. Dit overgangsrecht vloeit voort
uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Het overgangsrecht houdt in dat bestaande bezoldigingsafspraken, boven het bij wet
vastgestelde bezoldigingsmaximum, gedurende een termijn van vier jaar na inwerkingtreding
van de wet worden gerespecteerd. Daarna moet de bezoldiging worden teruggebracht tot
het voor die topfunctionaris geldende bezoldigingsmaximum.
Zodra er echter sprake is van een overtreding van de WNT treedt de toezichthouder
in de zorg, het CIBG, handhavend op.
Vraag 3 en 4
Wat is uw reactie op de ontslagvergoeding van 426.113 euro, wat ruim 5,5 keer zoveel
is als het maximum in de Wet normering topinkomens, dat is betaald aan de voormalig
directeur van zorginstelling Driezorg in Zwolle?2
Vindt u het een goed signaal dat een bestuurder van een instelling die door de Inspectie
voor de Gezondheidszorg voor langere tijd onder verscherpt toezicht is geplaatst,
omdat de zorg op de elf locaties ernstig te kort schoot, een dergelijke ontslagvergoeding
krijgt?3
Antwoord 3 en 4
Normen voor bezoldiging en ontslagvergoedingen zijn vastgelegd in de WNT. Voor afspraken
van voor de inwerkingtreding van de wet, die meer bedragen dan de toepasselijke norm,
geldt overgangsrecht. Deze afspraken zullen voor de duur van het overgangsrecht moeten
worden gerespecteerd. Ik ga er van uit dat instellingen en toezichthouders bij de
toepassing van de wet overigens niet enkel naar de maxima in de wet kijken, maar binnen
die grenzen een maatschappelijke afweging maken die recht doet aan de specifieke omstandigheden.
Vraag 5
Vindt u dat het aantal mensen dat zich aan de Balkenendenorm houdt snel genoeg bereikt
wordt als een derde in 2014 en een kwart in 2015 er nog boven zat?4
Antwoord 5
Dit is het gevolg van het overgangsrecht dat voortvloeit uit het Europees Verdrag
voor de Rechten van de Mens (EVRM). Ik ga er van uit dat instellingen en toezichthouders
bij de toepassing van de wet overigens niet enkel naar de maxima in de wet kijken,
maar binnen die grenzen een maatschappelijke afweging maken die recht doet aan de
specifieke omstandigheden.
Vraag 6
Wat is het beeld van de beloningen in andere zorgsectoren? Is het daar «beter» of
«slechter» verdienen voor bestuurders?
Antwoord 6
In de sectoren zorg en jeugdhulp geldt sectorale regelgeving met verlaagde maxima,
afhankelijk van de klasse waarin de instelling valt. Voor grotere, complexere rechtspersonen
of instellingen is een hoger bezoldigingsmaximum van toepassing dan voor kleinere,
eenvoudige rechtspersonen of instellingen. De maxima variëren tussen € 98.000 tot
het algemene bezoldigingsmaximum van € 179.0005. Na afloop van het overgangsrecht zal de bezoldiging aan deze maxima moeten voldoen.
Vraag 7
Bent u bereid met noodwetgeving te komen om te zorgen dat de bestuurders volgend jaar
allemaal hun salaris hebben «gematigd» tot aan de Balkendenorm?
Antwoord 7
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 5.