Vragen van het lid Cegerek (PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het hoge aantal treinen met gevaarlijke stoffen op het spoor Amersfoort–Deventer (ingezonden 2 juni 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 22 juni 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Apeldoorn: aantal treinwagons met gevaarlijke stoffen buiten proportie»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Kunt u reageren op het feit dat er in negen maanden 190 keer meer treinen met gevaarlijke stoffen over het spoor reden dan is toegestaan?

Antwoord 2

De door u genoemde aantallen gelden in het kader van Basisnet niet als norm. Zie voor een nadere toelichting op de vraag in hoeverre er in het kader van Basisnet stoffen vervoerd mogen worden, de toelichting onder «Uitvoering van de Wet basisnet» zoals opgenomen in de aanbiedingsbrief.

Vraag 3

Waarom wordt het overtreden van de afspraken op zo een grote schaal toegestaan? Wat is het nut van normen stellen als deze met zo gigantisch vaak worden overschreden?

Antwoord 3

Basisnet stelt geen normen voor individuele vervoerders en deze begaan dan ook geen overtredingen. Zie voor een nadere toelichting op de werkwijze de toelichting onder «Uitvoering van de Wet basisnet» zoals opgenomen in de aanbiedingsbrief. Voordat Basisnet in werking trad golden er geen beperkingen voor het vervoer en waren er geen risicowaardes waaraan getoetst kon worden. Sinds 1 april 2015 zijn die er wel. Het is juist vanwege Basisnet dat ik nu met vervoerders in overleg ben over maatregelen om overschrijdingen in de toekomst te voorkomen. De systematiek van Basisnet voorziet in het achteraf toetsen van het vervoer dat over een bepaald traject heeft gereden aan de voor dat traject geldende risicoplafonds en het treffen van maatregelen om – waar nodig – het gebruik van Basisnet bij te sturen.

Vraag 4

Kan gegarandeerd worden dat de veiligheid van de omwonenden nog acceptabel is? Zo nee, waarom wordt dit toch toegestaan?

Antwoord 4

Het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor is één van de veiligste manieren van transport.

De huidige situatie is verantwoord, omdat voor alle woningen langs de omleidingsroutes geldt dat deze op veilige afstand van het spoor liggen.

Aan weerszijden van het spoor zijn risicocontouren bepaald. In de contour die voor omwonenden relevant is mogen geen huizen staan. Met de huidige overschrijdingen ligt deze contour weliswaar verder van het spoor dan is afgesproken in Basisnet, maar bevinden zich daarbinnen geen woningen. Overal langs de omleidingsroutes staan huizen dus op een zodanige afstand van het spoor, dat het risico voor de bewoners binnen de hiervoor in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm blijft.

Daarnaast worden er eisen gesteld aan de infrastructuur en het materieel om de veiligheid te borgen. Elk vervoer vindt plaats binnen het strikte kader van het RID en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Dat kader moet uiteraard wel worden nageleefd en daar zie ik dan ook streng op toe.

Vraag 5

Waarom wordt het college van burgemeester en wethouders pas achteraf geïnformeerd? Is het mogelijk om het college van tevoren te informeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Uit de systematiek van Basisnet volgt dat het niet mogelijk is om vooraf informatie te verstrekken over dreigende overschrijdingen, omdat de constatering hiervan volgt uit een analyse achteraf van gerealiseerde transporten. De analyse van de gegevens is vervolgens arbeidsintensief en vergt enkele maanden.

Om gemeenten aan de omleidingsroutes tegemoet te komen presenteren we deze analyses niet jaarlijks, maar per kwartaal. De kwartaalrapportages worden met de betreffende gemeenten gedeeld. Daarnaast wordt relevante informatie gepubliceerd op de website www.infomil.nl.

Naar boven