Vragen van de leden Ten Broeke (VVD), Servaes (PvdA), Knops (CDA), Van Bommel (SP), Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP), Sjoerdsma (D66) en Grashoff (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de arrestatie van een Nederlandse vrouw in Qatar (ingezonden 13 juni 2016).

Antwoord Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 22 juni 2016)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Nederlandse vrouw al maanden vast in Qatar»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat de vrouw in kwestie is opgepakt nadat zij aangifte deed van verkrachting?

Antwoord 2

Ik kan de arrestatie bevestigen. In aanvulling daarop kan ik melden dat op 13 juni 2016 de Qatarese rechter betrokkene heeft veroordeeld tot een voorwaardelijke straf en een boete van omgerekend circa 750 euro voor openbare dronkenschap en overspel. Zij is overgebracht naar een uitzetcentrum en kan over enkele dagen Qatar verlaten. De rechter heeft de medeverdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar en een lijfstraf opgelegd.

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de regering tot nu toe heeft ondernomen om de vrouw in kwestie vrij te krijgen?

Antwoord 3

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken verleent consulaire bijstand aan in het buitenland gedetineerde Nederlanders indien zij dat wensen. Ook aan de persoon in onderhavige zaak heeft het ministerie vanaf het bekend worden van de arrestatie consulaire bijstand verleend. Een medewerker van de ambassade in Doha heeft betrokkene meermaals in de gevangenis bezocht en wekelijks telefonisch contact onderhouden. Verder hebben ambassademedewerkers rechtszittingen bijgewoond om de rechtsgang van betrokkene te volgen. Tot slot heeft de ambassade over deze zaak actief contact onderhouden met de Qatarese autoriteiten. Al deze activiteiten vonden plaats in het kader van het verlenen van consulaire bijstand aan de gedetineerde.

Vraag 4

Hoe verloopt het contact met de naasten? Is de ambassade in Doha voldoende geëquipeerd om zowel de vrouw als de naasten voldoende bij te staan?

Antwoord 4

Een Nederlander die in het buitenland is gedetineerd en aangeeft consulaire bijstand te willen ontvangen, kan één contactpersoon voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken aanwijzen. Deze contactpersoon wordt door het departement op de hoogte gehouden van de situatie van de gedetineerde. Om privacyredenen en om misverstanden tegen te gaan, verstrekt het ministerie zonder toestemming van betrokkene geen informatie aan andere personen, inclusief (naaste) familieleden. Ook betrokkene in deze zaak had een contactpersoon aangewezen.

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat de ambassade de meest recente zitting zou bijwonen maar zonder opgaaf van redenen verstek heeft laten gaan?

Antwoord 5

Zie ook antwoord op vraag 3 over het bijwonen van zittingen. Op één zitting na heeft de ambassade alle rechtszittingen bijgewoond. In totaal heeft de ambassade vijf rechtszittingen bijgewoond, waaronder de laatste zitting op 13 juni 2016. Bij één van deze vijf rechtszittingen was betrokkene zelf niet aanwezig.

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat de ambassade betrokkene pas na drie weken bezocht?

Antwoord 6

Nee. Betrokkene is op 20 maart 2016, vier dagen na de arrestatiemelding bij de ambassade c.q. een week na haar arrestatie bezocht.

Vraag 7

Heeft de vrouw in kwestie inmiddels gezondheidsgerelateerde en geestelijke bijstand gekregen?

Antwoord 7

Zoals aangeven in het antwoord op vraag 3 hebben ambassademedewerkers betrokkene in de gevangenis meermaals bezocht. Ook is betrokkene medisch onderzocht. Betrokkene heeft geen bezoek ontvangen van een vrijwilliger van één van de Nederlandse organisaties voor sociale, maatschappelijke of geestelijke zorg.

Naar boven