Vragen van het lid Smaling (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over windmolens in Kenia (ingezonden 20 mei 2016).

Antwoord van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 16 juni 2016).

Vraag 1

Heeft u de Argos uitzending «Windmolens in Kenia» van 15 mei gehoord?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Hoeveel Nederlandse financiering zit er in het project en van wie zijn de middelen afkomstig? Welk deel is direct of indirect betaald door het Ministerie van Buitenlandse Zaken?

Antwoord 2

De totale kosten van het Lake Turkana Wind Project (LTWP) bedragen EUR 622 miljoen. Het project wordt gefinancierd door de African Development Bank (AfDB), de Europese Investerings Bank, de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO en andere Europese ontwikkelings- en commerciële banken. FMO heeft een lening verstrekt van EUR 35 miljoen aan LTWP. Daarnaast investeert het Access to Energy Fund, dat door FMO voor de Nederlandse staat wordt beheerd, EUR 6,3 miljoen in het project. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een subsidie van EUR 10 miljoen verstrekt aan de AfDB voor de verbetering van de toegangswegen naar het project.

Vraag 3 en 4

Vindt u het terecht dat de lokale bevolking niet als «inheems» is aangeduid door onder andere de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO en dat daardoor de richtlijnen voor duurzaam ondernemen van de International Finance Corporation (IFC) van de Wereldbank niet zijn gevolgd?

In acht nemende dat voor de koloniale tijd het hele gebied tussen Mount Kenya (Bantu-Kikuyu) en Lake Victoria (Nilotisch-Luo) werd bevolkt door Nilo-Hamitische stammen zoals Masai, Rendile, Borani, Pokot, Turkana en Samburu, wat maakt dat de lokale bevolking niet inheems zou zijn?

Antwoord 3 en 4

Inheems is een begrip waarvoor onder het internationaal recht niet één definitie is vastgesteld. Ook in Kenia is het moeilijk te zeggen of een gemeenschap wel of niet inheems is. Zo worden leden van de Turkana stam in het buiten de «eigen» regio gelegen district Marsabit niet als inheems beschouwd door de daar in meerderheid levende Rendile en Borani stammen. Genoemde gemeenschappen zijn nomadisch en trekken seizoensgebonden door het gebied op zoek naar de beste graasgronden voor hun vee.

Bij het waarborgen van de belangen van de lokale bevolking heeft FMO de richtlijnen van de IFC en andere internationale richtlijnen in relatie tot maatschappelijk verantwoord ondernemen gevolgd. Ook bij dit project is de insteek van FMO dat de bevolking niet nadelig beïnvloed dient te worden door een investering, en is het proces van onderhandelingen, en hoe de bevolking betrokken is geweest in het proces en nog steeds is, van het grootste belang. Uitgangspunten daarbij zijn vertrouwen, culturele aspecten, gelijkheid voor mannen en vrouwen, vrijwilligheid en zorgvuldigheid.

Vraag 5

Hoe zijn de landrechten van nomadische volkeren in Kenia wettelijk verankerd? Biedt dit voldoende juridische basis voor gelijkwaardige onderhandelingen met een derde partij die land wil kopen of pachten ter wille van een investering zoals het windpark?

Antwoord 5

In Kenia worden landrechten van nomadische veehouders die seizoensgebonden migreren in mindere mate erkend door de Keniase overheid dan rechten die bij het Kadaster zijn vastgelegd. In samenwerking met het Global Land Tool Network zet het kabinet zich al geruime tijd op meerdere manieren en niveaus actief in om land governance in Kenia te verbeteren.

De overheid van Kenia heeft gemeenschappelijk land in beheer. In het geval van het Lake Turkana Wind Project (LTWP) is dit de overheid van de County Marsabit. LTWP heeft in 2009 een gebied van 16.000 hectare gepacht voor een periode van 33 jaar. Op deze grond worden nu de 365 windmolens neergezet. Er is een totale concessie verleend voor 60.000 hectare, wat mogelijkheden biedt voor eventuele uitbreidingen. De pachtovereenkomst voor het windmolenpark staat geregistreerd bij het Keniase Kadaster. De Nationale Land Commissie heeft, ook na de inwerkingtreding van de nieuwe Keniase Grondwet in 2010 en de in 2012 geïntroduceerde Land Act, de geldigheid van de pachtovereenkomst bevestigd. De grond tussen de windmolens is vrij toegankelijk voor de lokale bevolking.

Landconflicten tussen lokale gemeenschappen worden deels veroorzaakt doordat er onvoldoende drink- en graasgronden zijn voor het vee. Binnen het LTWP is daarom voorzien dat graasgronden die door het klimaat zijn gedegradeerd, worden verbeterd. Om inclusieve economische ontwikkeling verder te versnellen is een geïntegreerd ruraal ontwikkelingstraject (Winds of Change) gestart om onder meer scholing, gezondheid, water en elektriciteitsaansluitingen aan de lokale bevolking aan te bieden. Hier zal het project gedurende de looptijd EUR 0,5 miljoen per jaar aan besteden.

Vraag 6

Is er, zoals wettelijk voorgeschreven, een Divisional Land Board ingesteld om de situatie ter plekke te beoordelen alvorens een advies over pacht/koop te geven?

Antwoord 6

De landrechten zijn verkregen voordat het systeem met «Divisional Land Boards» werd geïntroduceerd. Niettemin is sinds april 2006 een groot deel van de lokale bevolking geconsulteerd. LTWP heeft naar schatting 75 consultatieve bijeenkomsten met de bevolking gehouden in de aanloopfase van het project.

Vraag 7

Waaruit bestaan de beloofde 2.500 banen? Hoe zijn die gefaseerd naar opleidingsniveau en in de tijd?

Antwoord 7

De 2500 banen waar in de vraag naar wordt verwezen is een algemene inschatting van het hoogst mogelijke aantal medewerkers volgens het Environmental Management and Social Management plan van het project.

Tijdens de constructie zijn van de 2.500 banen al ruim 2.000 banen gecreëerd. Voor de lokale bevolking is LTWP daarmee de grootste werkgever in de regio. Het is veelal laaggeschoolde werkgelegenheid. Conform afspraken met de lokale bevolking streeft LTWP naar een gelijkwaardige verdeling van werkgelegenheid tussen lokale gemeenschappen. De rechten van medewerkers worden gewaarborgd volgens de Keniase wet en de internationaal geldende afspraken zoals de International Labour Organisation Conventionsen deIFC Performance Standards. Tevens heeft LTWP haar eigen Workforce Employment and Human Resources policies ontwikkeld voor de medewerkers van LTWP.

Vraag 8

Is het waar dat Kenya Power een gegarandeerde prijs heeft afgesproken met de ontwikkelaars? Is het tevens waar dat er geen markt is voor de ‘s nachts opgewekte stroom? Wat gaat dit betekenen voor de consumentenprijs? Is die prijs concurrerend met de prijs die de consument betaalt voor elektriciteit opgewekt uit fossiele bronnen? Op welke manier gaan de ontwikkelaars de nachtstroom nuttig aanwenden? Is die prikkel er nog wel, nu zij een gegarandeerde afzet hebben?

Antwoord 8

LTWP zal na ingebruikname voorzien in ongeveer 11,5% van de Keniase elektriciteitsvoorziening. Daarmee zal LTWP voorzien in schone energie voor circa 2,7 miljoen Kenianen. Op dit moment heeft minder dan de helft van de bevolking toegang tot elektriciteit en de andere helft heeft geen of gebrekkige toegang tot elektriciteit. De doelstelling van de Keniase overheid is 70% toegang in 2017 en volledige elektrificatie in 2020. De energie die door LTWP wordt geproduceerd is aanmerkelijk goedkoper dan de energievoorziening uit fossiele bronnen die gemiddeld 3 maal duurder is. Daarnaast is de energie die via LTWP wordt geproduceerd veel schoner. Het windpark kan door middel van voorziening in duurzame energie een impuls aan de regio geven.

Kenya Power betaalt een gegarandeerde prijs van EURc 7.52/ kwH voor een periode van 20 jaar voor alle door het project geleverde energie. Dit is een aanmerkelijk lager tarief dan voor andere (duurzame) energie, ook wanneer rekening wordt gehouden met de toepassing van het Feed in Tariff («FiT») van het Keniase Ministerie van Energie.

Tussen 12 en 5 uur ‘s nachts is sprake van een halvering van de maximale energiebehoefte. Dit is wereldwijd gedurende de nacht een normaal verschijnsel. De verwachting is dat Kenya Power vervuilende energie zal vervangen door schone energie vanuit LTWP indien niet alle opwekkingscapaciteit benodigd is.

Vraag 9

Waarom is de Wereldbank uit het project gestapt?

Antwoord 9

De Wereldbank vond het een te groot risico om LTWP in een keer aan te sluiten op het Keniase elektriciteitsnetwerk. De Wereldbank besloot destijds dat het projectontwerp zodoende niet passend was bij het door de Wereldbank gewenste risicoprofiel.

Vraag 10

Is er geld in foute zakken verdwenen om dit project er doorheen te krijgen?

Antwoord 10

Het kabinet heeft van betrokken partijen bij het Lake Turkana Wind Project geen signalen ontvangen dat dit het geval is. Het kabinet onderstreept dat het geen enkele vorm van fraude en corruptie tolereert.

Vraag 11

Vindt u dat alles in het project voldoende doordacht is? Is dit een typische win-win situatie (altijd veel wind, nieuwe banen, duurzame energie, relatief weinig not-in-my-backyard problemen) of wint de business case het hier van een bredere sociaaleconomische afweging?

Antwoord 11

Vanwege de geografische en klimatologische omstandigheden is de oostoever van Lake Turkana gezegend met sterke en betrouwbare windstroom tussen het meer en het dorre achterland. De voorbereidingsfase voor LTWP heeft 10 jaar in beslag genomen en is zorgvuldig aangepakt. Door het plaatsen van 365 windturbines in het afgelegen Noorden van Kenia zal het project 300 MW extra capaciteit aan schone energie gaan leveren. Gebrek aan (groene) energie is een grote beperkende factor voor industriële ontwikkeling en ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf in Kenia. Dit project draagt veel bij aan de oplossing van dit knelpunt.

De windmolens worden geplaatst in een van de armste regio's van Kenia en het gebied is zeer dun bevolkt. Bevolkingsgroepen zijn nomadisch en trekken periodiek door het gebied, met uitzondering van de bewoners van het dorp Sarima. Het dorp is 800 meter verplaatst ten opzichte van de oorspronkelijke locatie. De verplaatsing van de Sarima gemeenschap is tot stand gekomen op een wijze waarbij de identiteit, cultuur en eigen levensonderhoud in stand zijn gehouden. Tegelijkertijd zijn betere voorzieningen gerealiseerd, vooral ten aanzien van schoon water. Deze plannen zijn door LTWP in nauwe samenwerking en met expliciete goedkeuring van de gehele gemeenschap tot stand gekomen.

Vraag 12

Kunt u de vragen beantwoorden vóór het Rondetafelgesprek Landrechten, dat op 15 juni a.s. in de Tweede Kamer zal plaatsvinden?

Antwoord 12

Ja

Naar boven