Vragen van het lid Van Dekken (PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie over schelden bij jeugdvoetbal (ingezonden 24 mei 2016).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 15 juni 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Schelden bij jeugdvoetbal aan orde van de dag»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat 4 op de 5 jeugdige voetballertjes negatief gedrag meemaakt langs het voetbalveld, waaronder agressieve aanmoedigingen, scheldpartijen en zelfs geweld en discriminatie? Deelt u de mening dat negatief gedrag op korte termijn van de Nederlandse velden moet verdwijnen? Hoe ziet de ideale sport- en spelbeleving er in uw optiek uit voor jeugdige sportertjes. en hoe richt uw beleid zich hierop?

Vraag 3

Wat zijn de concrete resultaten van het voorkomen van negatief gedrag van het Programma Naar een veiliger sportklimaat, en wat zijn de ambities van het vervolgprogramma? Op welke wijze dragen de KNVB, verenigingen en vrijwilligers bij aan de invulling van het vervolgprogramma?

Vraag 4

Hoe kan het dat, ondanks inspanningen van het Programma Naar een veiliger sportklimaat, negatief gedrag voor jeugdige voetballertjes nog steeds aan de orde van de dag is bij 4 op de 5 voetballertjes?

Antwoord 2, 3 en 4

Ik vind het heel belangrijk dat iedereen kan sporten en bewegen in de buurt, ongeacht leeftijd, beperking of achtergrond. Een veilig en plezierig sportklimaat is hierbij een essentiële randvoorwaarde. Ik vind het dan ook zeer belangrijk dat kinderen met plezier kunnen sporten zodat zij een goede basis mee krijgen om een leven lang te sporten en bewegen.

In de afgelopen jaren hebben ruim 6.000 verenigingen actief gewerkt aan een veiliger sportklimaat. Trainers, coaches, teambegeleiders en scheidsrechters zijn geschoold in hun vaardigheden om een sociaal, veilig en plezierig sportklimaat te creëren. Er is hiervoor een goede opleidingsstructuur levert een belangrijke bijdrage aan een veilige en sterke verenigingscultuur.

Er is een beweging in gang gezet die de sport plezieriger en veiliger maakt voor iedereen. Maar het verbeteren van het sportklimaat is iets van de lange adem, we zijn er nog niet.

Om die reden heb ik dan ook het actieplan «Naar een Veiliger Sportklimaat» met twee jaar verlengd. In deze jaren zal veel dat in de afgelopen jaren is gedaan worden voortgezet. Op twee terreinen wordt het actieplan geïntensiveerd omdat wij zien dat hier de uitdaging ligt. Dit zijn de ondersteuning van zwakke verenigingen, waar de KNVB een actieve en grote rol in heeft, en de ondersteuning van de vele bestuurders die de spil zijn in hun vereniging.

Vraag 5

In hoeverre deelt u de stelling van de onderzoekers dat het weren van schreeuwende ouders en begeleiders effectiever is bij het uitbannen van negatief gedrag dan het spelen zonder scheidsrechter? Waarom wel? Waarom niet? Wat wordt uw beleid aangaande deze interventies?

Antwoord 5

Het is belangrijk dat iedereen op een plezierige en sportieve manier kan sporten. Het fair play voetbal is een voetbalinitiatief voor F-pupillen, waarbij plezier en sportiviteit centraal staat. De KNVB is sinds twee jaar bezig met dit traject. Ze hebben de fair play competitie naar Duits voorbeeld ingericht. De eerste resultaten en reacties van betrokkenen zijn positief. De KNVB bekijkt en onderzoekt stap voor stap wat de nieuwe voetbalvormen betekenen voor de ontwikkeling van jonge voetballers. Hierbij wordt gekeken naar de optimale sportbeleving en voetbalomgeving voor het kind.

Bij de doorontwikkeling van de fairplay competities wordt de KNVB al vanuit het actieplan «Naar een Veiliger Sportklimaat» ondersteund. Het is aan de sport zelf om te bepalen of een fair play competitie in deze uitvoering past binnen andere leeftijdscategorieën of andere sporten.

Vraag 6

Wat moet er volgens u gebeuren om negatief gedrag langs de sportvelden volledig uit te bannen? Deelt u de mening dat verenigingen nieuwe spelertjes beter moeten begeleiden in het leren van regels, wederzijds respect en normen en waarden? Wat onderneemt u om hieraan bij te dragen? Op welke manier faciliteert u vrijwilligers van verenigingen, en waaruit blijkt dat dit voldoende is? Wanneer verwacht u positieve effecten van uw beleid?

Antwoord 6

Ieder weekend genieten miljoenen Nederlanders actief en passief van sport. Daarbij is een sportieve en respectvolle wedstrijdbeleving van belang. Vanaf de B junioren hebben 11 sportbonden het spelregelbewijs ingevoerd. Een spelregelbewijs voor alle jeugdspelers in Nederland heeft een zeer positief effect. Het kennen van de regels zorgt voor een sportiever spel.

Ik zie dat de verenigingen en vrijwilligers die hebben deelgenomen aan één of meerdere cursussen van het actieplan zich beter staande weten te houden. Trainers, coaches en teamleiders krijgen workshops, trainingen en hulpmiddelen aangeboden die hen helpen een sportklimaat te creëren waarin sportiviteit en respect centraal staan. Een groot aantal sportbonden heeft deze inzichten opgenomen in haar opleidingen voor de nieuwe generatie trainers en coaches. Ook worden nu inspanningen gedaan om de Sportopleidingen op HBO- en MBO-niveau te verijken met de kennis en inzichten die de laatste jaren zijn opgedaan.

Vraag 7

Wilt u bovenstaande vragen vóór het Algemeen overleg Sportbeleid voorzien op 30 juni 2016 beantwoorden?

Antwoord 7

Ja.


X Noot
1

Schelden bij jeugdvoetbal aan orde van de dag, EenVandaag, 23 mei 2016

Naar boven