Vragen van het lid Van Dekken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken
en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Q-koorts (ingezonden 25 april
2016).
Antwoord van Staatssecretaris van Dam (Economische Zaken), mede namens de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 8 juni 2016) Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2015–2016, nr. 2458
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van EenVandaag over Q-koorts1 en de giga-geitenstal die in Rossum mag komen?2
Vraag 2
Klopt het dat de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) naar de plannen voor de megastal
voor geiten in Rossum heeft gekeken en heeft aangegeven dat een kleine afwijking in
de bedrijfsvoering grote gevolgen kan hebben? Wat valt er onder «kleine afwijkingen»?
Hoe groot is de kans op «kleine afwijkingen»? Hoe vaak komen soortgelijke «kleine
afwijkingen» voor bij andere geitenstallen? Kunt u uw reactie op deze gok met de volksgezondheid
geven?
Antwoord 2
Ja, de GGD Gelderland-Zuid heeft naar de plannen gekeken en heeft een positief advies
gegeven aan de gemeente voorafgaand aan de voorgenomen wijziging van het bestemmingsplan
voor deze locatie.
De GGD concludeert in haar advies dat bij de voorgenomen activiteiten gezondheidskundig
geen onacceptabele situaties te verwachten zijn in de directe omgeving van het bedrijf.
Daarnaast is de GGD van mening dat «slechte of onjuiste bedrijfsvoering of afwijking
van reglementen» kunnen leiden tot ongewenste situaties. Vanuit gezondheidskundig
oogpunt adviseert de GGD daarom met klem de voorgenomen en aanbevolen maatregelen
ter voorkoming van emissie van fijnstof te optimaliseren en te handhaven. De GGD geeft
daarbij aan dat alleen dan het bedrijf minimaal zal bijdragen aan gezondheidsbelasting
van de omgeving. Voor de milieumaatregelen is de gemeente verantwoordelijk in zijn
hoedanigheid van bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning.
Vraag 3
Deelt u de mening dat, mede met de tientallen doden en honderden chronisch zieken
door de vorige uitbraak van Q-koorts in het geheugen, het risico van deze stal niet
genomen mag worden gezien de grote risico’s die aan Q-koorts kleven?
Antwoord 3
Naar aanleiding van de Q-koorts uitbraak in Nederland zijn maatregelen getroffen.
Het beleid is er op gericht te zorgen dat er zo min mogelijk Q-koortsbesmettingen
optreden. Ik ben van mening dat met de maatregelen, waaronder vaccinatie, er geen
verhoogd risico is voor de omwonenden op Q-koorts.
Zoals vermeld bij het antwoord op vraag 2 is de gemeente verantwoordelijk voor de
wijziging van het bestemmingsplan.
Vraag 4
Hoe staat het voornemen van de ondernemer om de dieren buiten te laten lopen terwijl
dit wordt afgeraden door de GGD tegenover het feit dat er zelfs geen kleine afwijkingen
in de bedrijfsvoering mogen zijn? Betekent dit dat de omgeving een onaanvaardbaar
risico loopt?
Zo ja, welke stappen worden ondernomen om dit te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De GGD Gelderland-Zuid stelt in haar advies dat zij, om de verspreiding van micro-organismen
te beperken door emissie van fijnstof, de voorkeur geeft aan binnenhuisvesting boven
vrije uitloop. Zij stellen dat, omdat in het onderliggende stalontwerp sprake is van
uitloopmogelijkheden, extra (hygiëne)maatregelen genomen moeten worden tegen verspreiding
van mest en stof en dat bevoegd gezag dit moet monitoren en handhaven.
Met betrekking tot Q-koorts moeten veehouderijen met melkgeiten zich aan specifieke
regels houden. Er gelden regels voor onder andere (de afvoer van) mest, vaccinatie
en administratie. Deze regels zijn mede ingegeven om de volksgezondheid te beschermen
en dienen in acht te worden genomen.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op naleving van deze
regels. De gemeente is bevoegd gezag voor de te nemen maatregelen op het gebied van
fijnstof.
Vraag 5
In hoeverre zijn de zorgen en bezwaren van de omwonenden, de GGD en maatschappelijke
organisaties meegenomen bij de besluitvorming omtrent dit bedrijf? Is er serieus naar
deze bezwaren gekeken? Zo ja, waarom is besloten de bouw van de stal alsnog doorgang
te laten vinden? Zo nee, waarom niet en bent u bereid hier alsnog serieus naar te
kijken?
Antwoord 5
Veel gemeenten winnen voorafgaand aan een indiening van een wijziging van een bestemmingsplan
advies in bij verschillende organisaties, in dit geval ook bij de GGD. Het proces
voor wijziging van het bestemmingsplan loopt en er konden zienswijzen worden ingediend.
Ook de Milieu Effect Rapportage (MER) wordt daarbij betrokken.
X Noot
1EenVandaag, 21 april 2016