Vragen van de leden Ulenbelt en Smaling (beiden SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat er onderzoek komt naar de Arbeidsinspectie inzake DuPont (ingezonden 15 april 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 7 juni 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2560.

Vraag 1 en 2

Wat is uw oordeel over het bericht dat de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de voormalige Arbeidsinspectie, onderzoek gaat doen naar het functioneren van diezelfde Arbeidsinspectie inzake de lycrafabriek van DuPont?1

Kunt u toelichten wat de Inspectie SZW precies gaat onderzoeken?

Antwoord 1 en 2

Ik vind het belangrijk om de feiten op een rij te krijgen. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de feiten omtrent het gebruik van de stof DMAC bij de Lycra fabriek, de destijds gehanteerde werkprocessen en de daarbij behorende risicobeheersingmaatregelen (in het kader van blootstelling van werknemers) die het bedrijf hanteerde. Voor verdere informatie verwijs ik naar mijn brief die gelijktijdig met de beantwoording van deze vragen aan uw Kamer wordt gezonden.

Vraag 3

Waarom wordt het onderzoek beperkt tot de periode van 1975 tot 1990?

Antwoord 3

In de media wordt de nadruk op die periode gelegd, maar het onderzoek wordt niet beperkt tot die periode. Het zal lopen vanaf de jaren zeventig tot het tijdstip waarop niet meer met de bedoelde risicovolle stoffen werd gewerkt.

Vraag 4

Is er sprake van externe supervisie op het onderzoek? Zo ja, door wie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ik heb in het kader van een zorgvuldige aanpak de Audit Dienst Rijk (ADR) betrokken bij het proces.

Vraag 5

Wanneer wordt de Kamer op de hoogte gesteld van de resultaten van het onderzoek?

Antwoord 5

In november 2016 ontvangt u de resultaten van het onderzoek.

Naar boven