Vragen van de leden Kooiman en Van Gerven (beiden SP) aan de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat gemeenten in Gelderland 1,1
miljoen euro willen investeren in een ondersteuningsbureau dat de inkoop van jeugdzorg
en uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt (ingezonden 23 september
2015).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
13 oktober 2015).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel dat de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen,
Mook en Middelaar, Wijchen en Nijmegen 1,1 miljoen euro gaan investeren in een zorginkoop
ondersteuningsbureau?1
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van het artikel en vastgesteld dat de gemeenten in regionaal
verband investeren in de uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet.
Vraag 2
Vindt u het wenselijk dat 1,1 miljoen euro besteed wordt aan mensen die niet daadwerkelijk
zorg verlenen, maar slechts ondersteunen bij het inkopen van zorg? Zo ja, waarom vindt
u dit wenselijk? Zo nee, wat gaat u doen om de oprichting van dit ondersteuningsbureau
tegen te
gaan?
Antwoord 2
Ik vind het wenselijk dat gemeenten investeren in een goede uitvoering van de Wmo
2015 en de Jeugdwet. Inkoop van adequate zorg en ondersteuning is een noodzakelijke
voorwaarde voor een goede uitvoering van de genoemde wetten. De wijze waarop gemeenten
de uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet organiseren, is de verantwoordelijkheid
van de gemeenten. Dit geldt ook voor de besteding van de financiële middelen die zij
daarvoor inzetten.
Vraag 3
Hoeveel procent van het totale budget is de 1,1 miljoen euro investering in de zorg?
Wat is het landelijk gemiddelde percentage dat gemeenten van hun zorgbudget besteden
voor zorgbemiddeling?
Antwoord 3
Het totale budget voor de betreffende gemeenten is € 108 mln. De besteding aan het
ondersteuningsbureau bedraagt dus 1% van het totale budget.
Vraag 4
Welke overheadkosten maken deze gemeenten nog meer voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke
ondersteuning en voor jeugdzorg? Hoe verhoudt het totaal percentage aan overheadkosten
van deze gemeenten zich tot het landelijk gemiddelde?
Antwoord 4
Uit informatie van de betrokken gemeenten blijkt dat de uitvoering van de Wmo 2015
en van de Jeugdwet in deze gemeenten zeer is verweven met de uitvoering van andere
gemeentelijke taken, waarbij bestaande capaciteit wordt ingezet voor nieuwe taken.
Dit maakt dat het, aldus deze gemeenten, niet mogelijk precies aan te geven welke
overheadkosten nog meer zijn verbonden aan de uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet.
Deze gemeenten geven aan ernaar te streven om de overheadkosten voor nieuwe taken
te beperken tot 1% van het budget voor de lokale uitvoering en 1% van het budget voor
de regionale uitvoering.
Vraag 5
Is dit bedrag een eenmalige investering of wordt dit bedrag jaarlijks van het totaalbudget
voor Wmo en jeugdzorg van deze gemeenten uitgegeven?
Antwoord 5
Uitgangspunt van deze gemeenten is dat jaarlijks 1% van het totale budget wordt besteed
aan regionale uitvoering.
Vraag 6
Hoe garandeert u als stelselverantwoordelijke dat iedereen in de genoemde gemeenten
de zorg ontvangt die hij of zij nodig heeft?
Antwoord 6
Zowel in de Jeugdwet als in de Wmo 2015 zijn naar mijn oordeel voldoende waarborgen
opgenomen dat cliënten de zorg en of ondersteuning ontvangen die noodzakelijk is.
Hierbij is het uitgangspunt dat de gemeenteraad primair toeziet op de juiste uitvoering
van beide wetten. Indien blijkt dat een gemeente meer dan incidenteel afwijkt van
de wettelijke kaders en de gemeenteraad haar verantwoordelijkheid niet neemt, dan
kan ik gebruik maken van de bevoegdheden zoals die zijn vastgelegd in de Jeugdwet,
de Wmo 2015 en de Wet revitalisering generiek toezicht.
Vraag 7
Wat zijn de gemiddelde transactiekosten van gemeenten bij de inkoop van jeugdzorg
en voorzieningen Wmo vergeleken met de situatie toen deze zaken nog onder de AWBZ/zorgkantoor
dan wel provincie vielen? Wat is uw oordeel over deze verschillen in transactiekosten?
Antwoord 7
Er is landelijk geen inzicht in de gemiddelde transactiekosten van gemeenten bij de
inkoop van jeugdzorg en voorzieningen op basis van de Wmo 2015. Vanwege het ontbreken
van dit inzicht is het niet mogelijk deze vraag te beantwoorden.
X Noot
1De Gelderlander, 18 september 2015