Vragen van de leden Hachchi en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken over omstreden leveringen van «dual use» goederen (ingezonden 9 december 2015).

Antwoord van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 6 juni 2016). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nrs. 1026, 1027 en 1874.

Vraag 1

Wat is uw reactie op de berichten «Imtech zat fout in Iran» en «Lijst met foute landen»?

Antwoord 1

Naar aanleiding van berichtgeving in de Telegraaf (d.d. 8 december 2015) heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken contact gezocht met de RH Marine Group (voormalig Imtech Marine B.V.). Tijdens het overleg hebben medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken de interne rapportage, die Imtech heeft opgesteld ten behoeve van de Amerikaanse autoriteiten ingezien. Na inzage is de Douane gevraagd een onderzoek in te stellen naar mogelijke overtreding van Nederlandse en Europese wet- en regelgeving.

Vraag 2

Klopt het dat Imtech en in het bijzonder het onderdeel Radio Holland communicatie- en navigatieapparatuur heeft geleverd aan landen als Myanmar, Cuba, Iran, Syrië en Zuid-Soedan? Klopt het dat daarbij gaat om zogeheten «dual use» goederen die ook voor militaire doeleinden kunnen worden gebruikt?

Antwoord 2

De Douane heeft de verkoopadministratie voor de periode 2010 tot 2015 van Imtech Marine, waartoe Radio Holland behoorde, onderzocht. De Douane heeft vastgesteld dat de Radio Hollandvestiging in de Verenigde Arabische Emiraten diensten en goederen heeft geleverd aan Iraanse entiteiten, waarop de Amerikaanse sanctiemaatregelen van toepassing waren. Het betrof de levering van schotelantennes, toegang tot satellietbandbreedte, portofoons, een antenne en een stroomvoorziening voor gebruik aan boord van schepen of booreilanden.

Uit het onderzoek van de Douane blijkt tevens dat er leveringen hebben plaatsgevonden vanuit Nederland naar Cuba en Syrië. De leveringen betroffen scheepsonderdelen en onderdelen voor computers voor gebruik aan boord. De levering naar Syrië vond plaats in februari 2011 en was bestemd voor een Nederlands schip dat in een Syrische haven lag.

Ook heeft de Douane vastgesteld dat de Radio Hollandvestigingen in Singapore en Egypte een geluidversterker aan een afnemer in China, een zogeheten «Pathfinder» (een search en rescue transponder die elk schip verplicht aan boord moet hebben) en noodradiobakens hebben geleverd aan twee Soedanese schepen.

In bovengenoemd artikel van «De Telegraaf» werden ook Myanmar en Zuid-Soedan als bestemming genoemd. Dergelijke leveringen zijn niet vastgesteld vanuit Nederland.

Geen van bovengenoemde leveringen die uit het onderzoek van de Douane naar voren kwamen waren in strijd met Nederlandse of Europese wet- en regelgeving.

Vraag 3

Heeft u (destijds) contact gehad met Imtech over de leveringen waarnaar het bedrijf zelf onderzoek heeft laten doen, waaruit blijkt dat tenminste 51 leveringen aan «denied entities or persons» hebben plaatsgevonden en het partijen betreft die (in ieder geval) op de zwarte lijst staan van het Amerikaanse Ministerie van Financiën?

Antwoord 3

Imtech Marine B.V. heeft zich in december 2014 gemeld bij de Amerikaanse autoriteiten en een intern onderzoek ingesteld naar leveringen gedaan in de periode 2010 tot 2014. Enkele specifieke leveringen bleken inderdaad in strijd te zijn met Amerikaanse sanctiewetgeving. De geleverde goederen en technologie zijn van Amerikaanse oorsprong en mochten daarom niet geleverd worden aan Iraanse afnemers. Het betrof hier in totaal 51 leveringen waarvan 19 leveringen aan boorplatforms die zich in Iraanse wateren bevonden en 32 «over the counter» verkopen van portofoons vanuit de Radio Holland vestiging in de Verenigde Arabisch Emiraten. Imtech Marine heeft alle genoemde transacties via een zogeheten «Voluntary Self Disclosure» gemeld aan de Amerikaanse autoriteiten.

Op de website van het toenmalige Imtech Marine zijn begin 2015 berichten geplaatst waarbij melding werd gemaakt van het interne onderzoek naar mogelijke overtreding van Amerikaanse sanctiewetgeving. Ook heeft Imtech Marine persberichten doen uitgaan via de Dow Jones Nieuwsdienst. Tijdens een reguliere controle van de Douane in april 2015 is het specifieke persbericht met Imtech Marine besproken.

In februari 2016 hebben RH Marine Group (voormalig Imtech Marine B.V) en de andere betrokken vestigingen een brief ontvangen van het Amerikaanse Bureau of Industry and Security (BIS, onderdeel van het U.S. Department of Commerce). In deze brief doet BIS de overtredingen af met een waarschuwing.

Vraag 4

Kunt u toelichten in hoeverre de gedane leveringen van deze «dual use» goederen aan bedrijven in landen als Myanmar, Cuba, Iran, Syrië en Zuid-Soedan in strijd zijn met internationaal geldende sancties en zwarte lijsten die Nederland dan wel Europa hanteren ten aanzien van leveringen naar deze landen? Kunt u tevens aangeven in hoeverre de leveringen door Imtech strafbaar zijn?

Antwoord 4

Uit voornoemd onderzoek van de Douane blijkt dat de goederen en/of diensten die geleverd werden aan afnemers in Cuba, Iran, Syrië en Soedan niet gekwalificeerd kunnen worden als «dual-use» of militair, conform EU-regelgeving.

De Douane heeft ook geen andere feiten en/of aanwijzingen aangetroffen die zouden kunnen duiden op een onjuiste naleving van Nederlandse wetgeving door Imtech Marine B.V.

Vraag 5

Waren de door Radio Holland geleverde goederen op enigerlei wijze vergunningplichtig in Nederland? Zo ja, zijn hiervoor vergunningen afgegeven voor zover de goederen vanuit Nederland werden geleverd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De goederen waren niet vergunningplichtig op grond van Nederlandse en/of Europese wetgeving.

Vraag 6

Op welke wijze gaat u er voor zorgen dat zulke leveringen in de toekomst worden voorkomen?

Antwoord 6

Op basis van deze casus ziet het kabinet geen noodzaak om de handhaving van de exportcontrole aan te passen.

Naar boven