Vragen van de leden Teeven en Vuijk (beiden VVD) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Defensie over het onderzoek naar de export van omstreden goederen door RH Marine Group (ingezonden 30 december 2015).

Antwoord van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de Minister van Defensie (ontvangen 6 juni 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Onderzoek naar export omstreden goederen door RH Marine Group»?1

Antwoord 1

In het bericht op Nu.nl wordt gerefereerd aan de gedeeltelijke beantwoording (d.d. 24 december 2015) van de vragen de leden Hachchi en Sjoerdsma stelden naar aanleiding van het bericht «Imtech zat fout in Iran2» (De Telegraaf, d.d. 8 december 2015). Naar aanleiding van eerdere berichtgeving heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken contact gezocht met de RH Marine Group (voormalig Imtech Marine B.V.) en de Douane gevraagd een onderzoek in te stellen naar mogelijke overtreding van Nederlandse en Europese wet- en regelgeving.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat de douane onderzoek doet naar de mogelijk illegale levering van goederen door het Nederlandse bedrijf RH Marine Group, het voormalige Imtech Marine, via Nederland? Zo ja, hoe is deze zaak aan het licht gekomen, en wat is de huidige stand van zaken?

Antwoord 2

De Douane heeft de verkoopadministratie voor de periode 2010 tot 2015 van Imtech Marine, waartoe Radio Holland behoorde, onderzocht. Het onderzoek van de Douane is afgerond in april 2016. Bij de genoemde leveringen waren geen Nederlandse vestigingen en/of medewerkers met de Nederlandse nationaliteit betrokken. Geen van leveringen die uit het onderzoek van de Douane naar voren kwamen waren in strijd met Nederlandse of Europese wet- en regelgeving.

Reden van dit onderzoek was dat Imtech Marine BV intern onderzoek heeft laten verrichten waaruit bleek dat Amerikaanse sanctiewetgeving was overtreden. Deze overtredingen zijn gemeld bij de Amerikaanse autoriteiten en afgedaan met een waarschuwing.

Vraag 3

Om welke mogelijk illegaal geleverde goederen die ook voor oorlogsvoering kunnen worden gebruikt gaat het in dit specifieke geval?

Antwoord 3

De Douane heeft vastgesteld dat de Radio Hollandvestiging in de Verenigde Arabische Emiraten diensten evenals goederen heeft geleverd aan Iraanse entiteiten waarop de Amerikaanse sanctiemaatregelen van toepassing waren. Het betrof de levering van schotelantennes, toegang tot satellietbandbreedte, portofoons, een antenne en een stroomvoorziening voor gebruik aan boord van schepen of booreilanden.

Uit het onderzoek van de Douane blijkt tevens dat er leveringen hebben plaatsgevonden vanuit Nederland naar Cuba en Syrië. De leveringen betroffen scheepsonderdelen en onderdelen voor computers voor gebruik aan boord. De levering naar Syrië vond plaats in februari 2011 en was bestemd voor een Nederlands schip dat in een Syrische haven lag.

In het artikel van «De Telegraaf» werden ook Myanmar en Zuid-Soedan als bestemming genoemd. Dergelijke leveringen vanuit Nederland zijn niet vastgesteld.

Vraag 4

Is het lijstje van landen bestaande uit Myanmar, Cuba, Iran, Syrië en Zuid-Soedan volledig, of is het mogelijk dat nog meer landen betrokken zijn? Zo ja, welke landen?

Antwoord 4

Uit het onderzoek van de Douane blijkt dat de Radio Hollandvestigingen in Singapore en Egypte een geluidversterker aan een afnemer in China, een zogeheten «Pathfinder» (een search en rescue transponder die elk schip verplicht aan boord moet hebben) en noodradiobakens hebben geleverd aan twee Soedanese schepen.

Vraag 5

Klopt het dat de RH Marine Group geen vergunningen heeft aangevraagd in Nederland voor de uitvoer van dergelijke goederen naar de betreffende landen? Is hiervoor een reden gegeven door het bedrijf? Klopt het dat het om 51 gevallen gaat? Kan een toelichting worden gegeven?

Antwoord 5

Imtech Marine B.V. heeft zich in december 2014 gemeld bij de Amerikaanse autoriteiten en een intern onderzoek ingesteld naar leveringen gedaan in de periode 2010 tot 2014. Enkele specifieke leveringen bleken inderdaad in strijd te zijn met Amerikaanse sanctiewetgeving. De geleverde goederen en technologie zijn van Amerikaanse oorsprong en mochten daarom niet geleverd worden aan Iraanse afnemers. Het betrof hier in totaal 51 leveringen waarvan 19 leveringen aan boorplatforms die zich in Iraanse wateren bevonden en 32 «over the counter» verkopen van portofoons vanuit de Radio Holland vestiging in de Verenigde Arabisch Emiraten. Imtech Marine heeft alle genoemde transacties via een zogeheten «Voluntary Self Disclosure» gemeld aan de Amerikaanse autoriteiten.

In februari 2016 hebben RH Marine Group (voormalig Imtech Marine B.V) en de andere betrokken vestigingen een brief ontvangen van het Amerikaanse Bureau of Industry and Security (BIS, onderdeel van het U.S. Department of Commerce). In deze brief doet BIS de overtredingen af met een waarschuwing.

Bij de genoemde leveringen waren geen Nederlandse vestigingen en/of medewerkers met de Nederlandse nationaliteit betrokken. Bovendien waren de goederen niet vergunningplichtig op grond van Nederlandse en/of Europese wetgeving.

Vraag 6

Wat zijn de mogelijke gevolgen van het niet aanvragen van een vergunning voor de uitvoer van deze goederen voor RH Marine Group?

Antwoord 6

De uitvoer van deze goederen was niet vergunningplichtig op grond van Nederlandse en/of Europese wetgeving.

Vraag 7

Wat zijn de gevolgen van het starten van dit onderzoek voor defensieprojecten die RH Marine Group uitvoert, zoals het instandhouding-programma van de Walrusklasse en/of andere en toekomstige projecten? Kan een toelichting worden gegeven?

Antwoord 7

Het onderzoek van de Douane wijst uit dat RH Marine Group (voormalig Imtech Marine) geen Nederlandse of Europese wetgeving heeft overtreden. Er zijn daarom geen gevolgen voor huidige of toekomstige defensieprojecten van RH Marine Group.

Naar boven