Vragen van het lid Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat volksvertegenwoordigers worden bedreigd (ingezonden 12 mei 2016).

Mededeling van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 2 juni 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Rotterdams Kamerlid Kuzu bedreigd»?1

Vraag 2

Bent u bekend met het bericht «PvdA-Tweede Kamerlid Keklik Yücel uit Deventer bedreigd»?2

Vraag 3

Bent u bekend met het bericht «Kwart raadsleden bedreigd»?3

Vraag 4

Wat is de officiële kabinetsreactie op bovenstaande berichten?

Vraag 5

Kunt u een cijfermatig overzicht bieden van de gevallen van bedreiging van (gemeentelijke, provinciale en landelijke) volksvertegenwoordigers in de afgelopen jaren? Zo nee, kunt u dan aangeven of de gevallen van bedreiging van volksvertegenwoordigers in de afgelopen jaren zijn gestegen of gedaald? Zo ja, herkent u in deze cijfers een tendens en waardoor zou deze tendens volgens u kunnen worden verklaard?

Vraag 6

Welke (preventieve en aanvullende) maatregelen heeft het kabinet genomen om de veiligheid van volksvertegenwoordigers te verbeteren en het aantal bedreigingen van volksvertegenwoordigers te doen afnemen? Zo ja, kunt u van elke afzonderlijke maatregel aangeven of de maatregel effectief is en voldoende wordt benut? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Hoeveel geld geeft het kabinet nu en gaf het in de afgelopen jaren uit aan het vergroten van de veiligheid van volksvertegenwoordigers en aan preventieve en aanvullende maatregelen om de bedreigingen van volksvertegenwoordigers te voorkomen en te doen afnemen? Kunt u een specificatie geven van de uitgaven per maatregel? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Kunt u aangeven of u een samenhang ziet tussen bepaalde maatschappelijke en internationale kwesties en de bedreiging van volksvertegenwoordigers? Zo ja, wat concludeert u hier uit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Deelt u de mening dat bedreiging van volksvertegenwoordigers leidt tot een ondermijning van het volksvertegenwoordigerschap en een uitholling van de democratie? Zo ja, hoe bent u voornemens dit te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Deelt u de mening dat het voor het voorkomen van een klimaat van maatschappelijke vijandigheid van belang is dat de overheid actief feitelijke informatie communiceert naar de samenleving over beladen maatschappelijke kwesties? Zo ja, hoe doet het kabinet dit en hoe staat het met de uitvoering van de motie Öztürk?4 Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Hoe staat het met het functioneren van het alarmnummer voor bedreigde volksvertegenwoordigers? Geniet het alarmnummer voldoende bekendheid bij volksvertegenwoordigers en is er sprake van voldoende capaciteit en kwaliteit van geleverde output?

Vraag 12

Is de dienstverlening van het alarmnummer voor volksvertegenwoordigers ook toegankelijk voor landelijke volksvertegenwoordigers en medewerkers van politieke partijen en medewerkers van volksvertegenwoordigers? Zo ja, bent u bereid om na te gaan of de bekendheid van het alarmnummer onder deze groepen voldoende op pijl is? Zo nee, bent u bereid om het alarmnummer ook voor deze groepen toegankelijk te maken?

Vraag 13

Op welke wijze dragen mediaberichten bij aan het creëren van een klimaat waarin volksvertegenwoordigers worden bedreigd en gedemoniseerd? Wat concludeert u hier uit?

Vraag 14

Kunt u aangeven of er in toenemende mate sprake is van het bedreigen van

volksvertegenwoordigers op social media en of de inlichtingen- en veiligheidsdiensten voldoende grip hebben op de dreigementen aan het adres van volksvertegenwoordigers op social media? Zo nee, waarom niet?

Vraag 15

Kunt u aangeven in hoeveel van de gevallen er aangifte wordt gedaan van bedreigingen van volksvertegenwoordigers en in hoeveel van de gevallen een aangifte ook leidt tot een vervolging en/of veroordeling? Bent u bereid om maatregelen te nemen om de effectiviteit van de strafrechtketen, van aangifte tot veroordeling, te vergroten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 16

Kunt u aangeven of de angst voor repercussies en een gebrek aan ondersteuning bij volksvertegenwoordigers bijdraagt aan het relatief lage aantal aangiften van bedreigingen door volksvertegenwoordigers?5 Wat gaat u doen om dit weg te nemen?

Vraag 17

Wat is de huidige strafmaat voor het bedreigen van volksvertegenwoordigers en is het richten van een bedreiging aan volksvertegenwoordigers wettelijk gezien hierbij een verzwarende omstandigheid? Vindt u deze strafmaat hoog genoeg voor het uitgaan van een afschrikkende werking?

Mededeling

Op 12 mei 2016 heeft het lid Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie vragen gesteld over de bedreiging van volksvertegenwoordigers.

Vanwege het grote aantal vragen en de benodigde interdepartementale afstemming is het helaas niet mogelijk om binnen de gestelde termijn van drie weken de vragen te beantwoorden. De beantwoording stuur ik u zo spoedig mogelijk toe.

Naar boven