Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de wettelijke overtredingen op paardenmarkten (ingezonden 2 mei 2016).

Antwoord van Staatssecretaris van Dam (Economische Zaken) (ontvangen 26 mei 2016).

Vraag 1

Kent u het bericht «Opnieuw veel mis op de paardenmarkt Zuidlaren»1 en het bijbehorende inspectierapport van de Dierenbescherming over de voorjaarsmarkt in Zuidlaren?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 t/m 4

Hoe beoordeelt u de conclusies uit het inspectierapport dat, een half jaar na beloften van gemeenten en marktorganisaties om verbeteringen door te voeren, er opnieuw tal van misstanden zijn geconstateerd zoals: pony’s die verkeerd zijn aangebonden, optillen van pony’s aan staarten, het uitdelen van harde tikken met een stok, het te kort aanbinden van paarden, het ontbreken van drinkwater, het onder invloed zijn van handelaren waardoor zij niet in staat waren hun dieren te verzorgen, agressief gedrag van handelaren tegen dierenwelzijnsorganisaties, het staan in modder, het vermijden van dierenartsinspecties door handelaren, de aanwezigheid van paarden met tekenen van verwaarlozing?

Hoe beoordeelt u het Protocol Welzijn Paardenmarkten, dat inmiddels vijf jaar bestaat, in het licht van het niet naleven van wetgeving door handelaren? Erkent u dat de structurele wettelijke overtredingen op paardenmarkten onaanvaardbaar zijn en dat het Protocol Welzijn Paardenmarkten mislukt is? Zo nee, waarom niet?

Bent u het eens met de conclusies uit het inspectierapport dat het welzijn van paarden en pony’s wordt aangetast als zij voor meerdere uren achtereen (soms meer dan 18 uur, exclusief transport) gedwongen worden blootgesteld aan onvoorspelbare en vaak onbekende impulsen als mensengedruis, geurende marktkramen, onverwachte bewegingen of aanrakingen en onrustige soortgenoten om hun heen? Zo ja, welke consequenties heeft dit voor de paardenmarkten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 t/m 4

Zoals ik heb aangegeven in mijn beantwoording op vragen over het rapport Eyes on Animals «inspectieverslag van de paardenmarkt Zuidlaren op 20 oktober 2015» van 21 januari 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1233) moet het risico op incidenten zoveel mogelijk geminimaliseerd worden en dient het bestaande paardenprotocol herzien te worden. Ik ben van mening dat de betrokken partijen zelf in staat moeten zijn om het welzijn van de dieren te waarborgen. Hierbij is ook nadrukkelijk een rol weggelegd voor de gemeenten die, met inachtneming van de kaders van hun APV-verordening, een vergunning afgeven voor evenementen met dieren, waaronder paardenmarkten. Om dit proces te ondersteunen heb ik op 8 maart jl. de Raad voor Dierenaangelegenheden opdracht gegeven om een zienswijze op te stellen over de wijze waarop het paardenprotocol geactualiseerd kan worden en om in overleg te treden met gemeenten over hoe het geactualiseerde paardenprotocol een rol kan spelen bij de aanvraag voor een vergunning voor het houden van een paardenmarkt. Ik heb verzocht om, het actualisatievoorstel voor de zomer en het voorstel voor de te maken afspraken met de gemeenten in het najaar op te leveren. Dit laat onverlet dat elke houder van dieren de bestaande regelgeving dient na te leven en dat indien wordt geconstateerd dat hij dit nalaat, hierop zal worden gehandhaafd.

Vraag 5

Bent u het eens met de conclusies uit het inspectierapport dat het welzijn van paarden niet op een acceptabele wijze gecombineerd kan worden met de economische activiteit van een paardenmarkt? Zo ja, bent u bereid om een verbod in te stellen op het verhandelen van paarden en pony’s op paardenmarkten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Houders van dieren dienen zich te houden aan de wettelijke regels omtrent het welzijn van de dieren en zullen erop worden aangesproken indien zij nalaten hun dieren te verzorgen zoals dat vereist wordt. Deze verplichting geldt onafhankelijk van de vraag of de dieren verhandeld worden en onafhankelijk van de locatie waar de dieren verblijven. Om die reden ben ik niet voornemens om een verbod in te stellen. Wel streef ik ernaar om, zoals ook al aangegeven in de kamerbrief van 25 april 2016 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2404), vanuit veterinair- en handelsoogpunt export van paarden alleen mogelijk te maken vanaf een erkend verzamelcentrum of rechtstreeks vanaf het bedrijf van herkomst naar de plaats van bestemming. Een paardenmarkt kan, indien voldaan wordt aan de voorwaarden, erkend worden als verzamelcentrum.

Vraag 6

Hoe beoordeelt u het betalen van aanvoerpremies van gemeenten aan paardenhandelaren, zodat zij met hun paarden op de paardenmarkt komen te staan? Erkent u dat subsidiëring van paardenmarkten met Nederlands belastinggeld onwenselijk is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Het is aan de gemeenten te bepalen op welke wijze zij evenementen wensen te organiseren. In het verlengde hiervan kunnen gemeenten vervolgens ook zorg dragen voor het borgen van het welzijn van bij deze evenementen betrokken dieren met inachtneming van de kaders binnen hun APV-verordening.

Vraag 7

Vindt u het acceptabel dat besmettelijke ziekten, zoals Droes en het Rhinovirus, die afgelopen maand in Drenthe (waar ook Zuidlaren ligt) via paardenmarkten ongehinderd en op grote schaal verspreid kunnen worden?3 Zo nee, bent u bereid om hier maatregelen tegen te treffen?

Antwoord 7

Ziekten zoals Droes en het Rhinovirus zijn geen aangewezen besmettelijke dierziekten onder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwdd). Ziekten kunnen worden aangewezen indien naar het oordeel van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport deze een ernstig gevaar oplevert voor de volksgezondheid of indien de ziekte zich snel kan uitbreiden en niet of niet volledig kan worden voorkomen of bestreden met normale bedrijfsmiddelen. Voor niet-aangewezen dierziekten onder de Gwwd draagt de houder zelf verantwoordelijkheid voor het dier.

Naar boven