Vragen van het lid Klein (Klein) aan de Minister voor Financiën over het bericht «Marjo maakt foutje, dag € 17.000 spaargeld» (ingezonden 22 april 2016).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 26 mei 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Marjo maakt foutje, dag € 17.000 spaargeld»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het van belang dat rekeninghouders ervan op aan moeten kunnen in verband met het vertrouwen in ons bancaire systeem dat overboekingen foutloos verlopen? Zo ja, waarom zouden banken dan een bepaalde foutmarge mogen vergoelijken?

Antwoord 2

Door uit te gaan van de juistheid van het door de klant opgegeven IBAN wordt bewerkstelligd dat overboekingen zo snel mogelijk worden uitgevoerd. In eerste instantie is het daarbij aan de opdrachtgever om te controleren of hij het juiste IBAN van de begunstigde heeft ingevoerd. Indien er toch een overboeking plaatsvindt naar een ander nummer dan de klant beoogde, dan staan banken hun klanten bij volgens de Procedure Onverschuldigde Betalingen. Deze procedure houdt kortweg in dat de bank van de betaler schriftelijk aan de onbedoelde begunstigde vraagt om het geld terug te boeken. De Betaalvereniging heeft mij daarnaast geïnformeerd dat aan de hand van deze procedure ruim 80% van overboekingen naar een onbedoeld rekeningnummer worden teruggestort door de ontvanger. In resterende gevallen kan de opdrachtgever, op grond van artikel 6:203 van het Burgerlijk Wetboek (onverschuldigde betaling), het bedrag van de begunstigde terugvorderen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de banken het probleem voor zich uit schuiven nu zij zeggen dat ze eerst willen wachten op de inventarisatie van de Betaalvereniging hoeveel foutieve overboekingen er zijn? Deelt u de mening dat ongeacht hoe vaak dit voorkomt, de banken er alles aan zouden moeten doen om de klant behulpzaam te zijn om foutieve overboekingen te

voorkomen die zeer lastig zijn terug te draaien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Allereerst ben ik van mening dat het wenselijk is dat banken zich inspannen voor hun klanten om tot correcte overboekingen te komen. De Betaalvereniging brengt sinds 1 januari jl. in kaart wat de aard en aantallen zijn van overboekingen die naar een ander IBAN gaan dan de betaler bedoeld had. Ik vertrouw erop dat als de resultaten van het onderzoek naar de aard en aantallen van verkeerde overboekingen bekend zijn, de Consumentenbond en de Betaalvereniging zullen bezien hoe klanten beter kunnen worden bijgestaan bij het voorkomen van overboekingen naar een onbedoeld rekeningnummer c.q. het terughalen daarvan.

Vraag 4

Klopt het dat de informatie om de naam en rekeningnummer met elkaar in verband te brengen in principe beschikbaar is en dat er zelfs technische mogelijkheden bestaan om eventuele typefouten eruit te filteren, zodat een simpele check anno 2016 gewoon goed mogelijk is? Als de banken deze informatie nu al eenvoudig aan de Belastingdienst verstrekken, waarom zou het voor banken dan niet mogelijk zijn om een naam te koppelen aan een rekeningnummer bij overboekingen?

Antwoord 4

Het klopt dat de informatie en techniek om de naam en rekeningnummer met elkaar in verband te brengen en te filteren beschikbaar is. Het proces van naam-nummercontrole bij overboekingen is echter complex en kostbaar. Banken houden in hun cliëntadministratiesystemen enkel de gegevens van de eigen rekeninghouders bij en niet die van alle potentiële begunstigden. Mocht er sprake zijn van het invoeren van naam-nummercontrole, dan moeten banken ook toegang krijgen tot cliëntdata van alle andere banken.

Daarnaast is naam-nummercontrole foutgevoelig, zelfs wanneer spellings- of tikfouten door het systeem worden herkend. De impact van de vermeende oplossing is maatschappelijk gezien mogelijk erger dan de kwaal doordat betalingen op basis van juiste ingevoerde IBAN-rekeningnummers onterecht tegengehouden kunnen worden.

Bij renseignering verstrekken banken eens per jaar gegevens over de bij hen aangehouden betaal- en spaarrekeningen en over de houders van die rekeningen aan de Belastingdienst. Banken zijn hierbij in de gelegenheid om de aan de Belastingdienst te verschaffen databestanden zorgvuldig op te stellen en te controleren. Dit is een geheel ander proces dan het dagelijks uitvoeren van vele betaalopdrachten.

Vraag 5

Zou voorts het aantal foutieve overboekingen kunnen dalen als de rekeningnummers van opgeheven rekeningen niet opnieuw uitgegeven kunnen worden en/of dat het nummer gekoppeld blijft aan de rekeningnummerhouder?

Antwoord 5

Het rekeningnummer bestaat uit een aantal tekens, waardoor maar een beperkt aantal combinaties gemaakt kunnen worden. Derhalve is het niet verstandig om de opgeheven rekeningnummers niet opnieuw uit te geven.

Met het gebruik van IBAN is het, door het controlegetal in het IBAN, vrijwel uitgesloten dat bij het maken van een typefout in het IBAN geld overgemaakt zou worden naar een andere rekening dan bedoeld, omdat dat zou leiden tot een ongeldig IBAN.

Vraag 6

Bent u ermee bekend dat ook de Consumentenbond aangeeft dat deze steeds terugkomende problematiek vrij eenvoudig is op te lossen? Bent u bereid om vooruitlopend op de inventarisatie van de Betaalvereniging in gesprek te gaan met de bankensector samen met de Consumentenbond om de mogelijkheden die er zijn te bespreken en de resultaten hiervan met de Kamer te delen?

Antwoord 6

Ik heb regelmatig overleg met banken en instellingen om de financiële dienstverlening te verbeteren. Het beperken van risico’s, zoals op het overboeken naar een foutief rekeningnummer, maken hier een belangrijk deel van uit. Consumenten moeten immers in vertrouwen hun transacties kunnen verrichten. Ik denk graag met de banken mee om deze risico’s te beperken, maar het is uiteindelijk aan de banken zelf om hier gehoor aan te geven en eventuele risicomaatregelen te implementeren.


X Noot
1

AD, 13 april 2016

Naar boven