Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 2637 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 2637 |
Wat is de norm voor het per post verzenden van een aanmaning waarin naam, adres en woonplaatsgegevens (NAW) én het Burgerservicenummer (BSN) worden vermeld?
Overheidsorganisaties bepalen, uitgaande van de taak die zij uitvoeren, welke gegevens voor de vervulling van hun taak nodig zijn en in welke gevallen die per reguliere post aan de burger gevraagd of verzonden dienen te worden. Het uitgangspunt is dat in de communicatie tussen de overheid en de burger herkenbaar moet zijn voor de burger wat er van hem verwacht wordt en dat de burger uit de brief een aantal essentiële zaken moet kunnen destilleren. Daartoe is in de regel noodzakelijk om de identificerende gegevens (naam, adres en woonplaats, BSN) van de burger op te nemen. Naast de NAW gegevens van de burger, gebruikt de overheid het BSN om het contact met de burger zo efficiënt mogelijk te laten verlopen en persoonsverwisseling uit te sluiten. Het BSN is in dat contact een belangrijk gegeven voor de burger, om te kunnen controleren of post echt voor hem is bestemd.
Overheidsorganisaties streven er overigens naar om steeds minder papieren brieven naar de burger te sturen. Dit heeft te maken met de digitalisering van de overheidsdienstverlening. Geleidelijk aan wordt steeds meer gebruik gemaakt van beveiligde digitale kanalen, zoals de Berichtenbox op MijnOverheid en persoonlijke domeinen bij overheidsorganisaties.
In hoeverre mag een overheidsinstantie in de (papieren) correspondentie het BSN én de NAW-gegevens op één formulier vermelden?
Het gebruik van het BSN als identificerend nummer door overheidsorganisaties is geregeld in de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. Voor NAW-gegevens is dit geregeld in de Wet basisregistratie personen. Er zijn geen wettelijke beperkingen die het gebruik van een combinatie van deze gegevens in correspondentie van of met de overheid verbieden.
Deelt u de mening dat het vermelden van BSN en NAW-gegevens op een per post te verzenden stuk bij vermissing misbruik in de hand kan werken, omdat de gegevens in de verkeerde handen kunnen vallen? Zo nee, waarom niet?
De Postwet biedt waarborgen voor een betrouwbare verzending en bezorging van alle post, ook indien daarin gevoelige gegevens zijn opgenomen. Het is desondanks niet volledig uit te sluiten dat post in verkeerde handen valt, waardoor bijvoorbeeld de bescherming van persoonsgegevens in het geding kan zijn. Zodra zich risico’s manifesteren rondom de postbezorging is het aan het postbedrijf maatregelen te nemen om zijn verplichtingen op grond van de Postwet jegens de betreffende overheidsorganisatie na te komen. Daarnaast dienen postbedrijven er onder meer in hun aannamebeleid en gedurende de gehele verdere arbeidsrelatie op toe te zien dat hun personeel integer, betrouwbaar en zorgvuldig is. Daarnaast zal de (uitbestedende) overheidsorganisatie zich ervan moeten vergewissen dat het postbedrijf adequate maatregelen in stand houdt om betrouwbare verzending van post te garanderen. In voorkomend geval zal de betrokken overheidsorganisatie nadere maatregelen dienen te treffen, zoals aangetekende verzending of verzending per koerier, het maken van nieuwe (contractuele) afspraken of nog meer gebruik maken van beveiligde elektronische postbezorging zoals de Berichtenbox op MijnOverheid of via persoonlijke domeinen bij overheidsorganisaties.
Welke maatregelen treft u om misbruik bij vermissing van brieven die overheidsinstanties, in het bijzonder gemeenten, versturen te voorkómen?
Zoals in antwoord 3 is aangegeven, is het primair aan het postbedrijf om maatregelen te nemen om risico’s bij postbezorging te voorkomen, en om zijn verplichtingen jegens de desbetreffende overheidsorganisatie na te komen. Daarnaast zal de (uitbestedende) overheidsorganisatie zich ervan moeten vergewissen dat het postbedrijf adequate maatregelen in stand houdt. Indien nodig zijn er verschillende maatregelen ter beschikking zoals andere vormen van postbezorging.
Hoe gaat u gemeenten erop wijzen dat het vermelden van BSN en NAW-gegevens in de correspondentie risico van misbruik met zich meebrengt?
Hier is geen aanleiding voor; zoals in antwoord 3 is aangegeven biedt de Postwet waarborgen voor een betrouwbare verzending en bezorging van alle post, ook indien daarin gevoelige gegevens zijn opgenomen. Er zijn verder geen indicaties dat overheidsorganisaties nalaten om een zorgvuldige afweging te maken tussen de hoeveelheid gegevens die verzonden worden en of verzending per reguliere post de daartoe geëigende methode is.
Ziet u in dit verband de noodzaak van de motie-Oosenbrug/Van der Linde (Kamerstuk 33 750 VII, nr. 23) over het ontkoppelen van het BTW-identificatienummer en de BSN voor zzp’ers? Zo ja, is dit voor u een aansporing om de uitvoering ervan ter hand te nemen? Zo nee, waarom niet?1
In de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 9 juli 2014 (Kamerstukken II 2013/14, 31 066, nr. 210, blz. 3) is uiteengezet waarom uitvoering van de motie Oosenbrug geen begaanbare weg is. De toen gegeven argumenten gelden nog steeds, ook wat betreft de impact van het vervangen van de huidige BTW-identificatienummers door andere nummers in de ICT-systemen voor BTW-heffing en afhandeling van intracommunautaire transacties. Zoals in de eerdergenoemde brief is aangegeven, leidt de introductie van een apart nummer naast het BSN voor één en dezelfde persoon tot zodanige foutrisico’s in de genoemde processen dat daardoor de (massale) uitvoering en handhaving van omzetbelasting niet meer kan worden gewaarborgd en ook ondernemers zelf daarvan onevenredig veel last zouden ondervinden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2637.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.