Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over de mogelijke
betrokkenheid van Nederlandse banken bij valutafraude (ingezonden 23 september 2015).
Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 13 oktober 2015).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Megaclaims valutafraude bereiken Europa»?1
Vraag 2
Klopt het dat er internationaal al voor ongeveer 10 miljard euro is geschikt in valutafraudezaken?
Antwoord 2
Ik beschik niet over nadere informatie over schikkingen met buitenlandse autoriteiten
inzake valutafraude, anders dan de informatie die hierover in de media is verschenen.
Ik kan daarom geen uitspraak doen over het (totaal)bedrag van eventuele schikkingen.
Vraag 3
Doen buitenlandse toezichthouders onderzoek naar valutafraude door Nederlandse banken?
Antwoord 3
Ik heb geen signalen ontvangen dat dit het geval is.
Vraag 4
Klopt het dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en/of De Nederlandsche Bank (DNB)
momenteel onderzoek naar valutafraude door Nederlandse banken? Zo ja, wanneer is dat
onderzoek naar verwachting afgerond?
Antwoord 4
De AFM en DNB doen op dit moment onderzoek naar betrokkenheid van Nederlandse financiële
instellingen bij valutahandel en -benchmarks; dit onderzoek zal naar verwachting dit
jaar worden afgerond.2 Het primaire doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen of, en zo ja in hoeverre,
Nederlandse banken betrokken zijn bij valutahandel en hoe zij omgaan met eventuele
risico’s die daaruit voortvloeien. Mocht het onderzoek hier aanleiding toe geven,
dan zullen de AFM en DNB bezien of in een individueel geval handhavend opgetreden
kan worden.
Vraag 5
Zijn er bij Nederlandse banken mensen ontslagen vanwege (vermeende) valutafraude?
Zo ja, waar en hoeveel medewerkers zijn ontslagen, en welke sancties zijn aan deze
medewerkers opgelegd?
Antwoord 5
Ontslag van medewerkers of andere (disciplinaire) maatregelen die een onderneming
oplegt aan haar medewerkers zijn arbeidsrechtelijke aangelegenheden van de onderneming
zelf. Ik heb daarom, anders dan de berichtgeving in de media, hierover geen nadere
informatie.
Vraag 6
Deelt u de mening dat medewerkers die dit soort benchmarks manipuleren ook strafrechtelijk
vervolgd dienen te worden? Zo ja, worden medewerkers die ontslagen zijn vanwege valutafraude
ook strafrechtelijk vervolgd?
Antwoord 6
Ik ben met u eens dat personen die benchmarks manipuleren strafrechtelijk vervolgd
moeten kunnen worden. Per 1 januari 2015 is daarom, vooruitlopend op Europese regelgeving,
een verbod op het manipuleren van benchmarks in de Wft opgenomen. De AFM is belast
met het toezicht op de naleving van dit verbod en kan bij overtreding hiervan bijvoorbeeld
een bestuurlijke boete opleggen. Via de Wet op de economische delicten is voornoemd
verbod ook strafrechtelijk vervolgbaar. Het Openbaar Ministerie zal in een concreet
geval – na overleg met de AFM – de afweging maken of het opportuun is om over te gaan
tot strafrechtelijke vervolging.
Vraag 7
Bij de Liborfraude zijn er boetes opgelegd van tezamen honderden miljoenen euro’s;
zijn er risico’s voor de bufferposities en daarmee de financiële stabiliteit van Nederlandse
banken?
Antwoord 7
Wat betreft de LIBOR-fraude, heeft de enige betrokken Nederlandse bank – in dit geval
Rabobank – aangegeven dat de transactiebedragen, hoewel aanzienlijk in omvang, geen
gevaar vormden voor de kapitaalspositie van de bank. Op dit moment zijn bij mijn weten
geen schikkingen getroffen of boetes opgelegd aan Nederlandse financiële instellingen
voor valutafraude. Ik zie op dit moment dan ook geen risico’s voor de kapitaalposities
van Nederlandse banken.
Vraag 8
Nederlandse banken hebben naar aanleiding van een AFM-rapport over de betrokkenheid
van Nederlandse banken bij financiële benchmarks toegezegd de interne processen aan
te scherpen om manipulatie te voorkomen; wat is de stand van zaken met betrekking
tot het doorvoeren van deze verbeteringen?
Antwoord 8
De AFM en DNB hebben aangegeven dit najaar te rapporteren over de voortgang van instellingen
met het realiseren van verbeteringen in de risicobeheersing, inclusief de opvolging
van de door de toezichthouders opgestelde good practices zoals opgenomen in de rapportage van de toezichthouders van februari dit jaar.