Vragen van de leden Ziengs en Aukje deVries (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Economische Zaken over het bericht «Zzp’er verwacht schade door nieuwe wetgeving» (ingezonden 21 april 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën), mede namens de Minister van Economische Zaken (ontvangen 23 mei 2016).

Vraag 1

Is de Staatssecretaris op de hoogte van het bericht «Zzp’er verwacht schade door nieuwe wetgeving»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Wat is de reactie van de Staatssecretaris op de cijfers van TNS-Nipo over de zorgen van zzp’ers en opdrachtgevers over de nieuwe Wet DBA (Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties)?

Hoe gaat de Staatssecretaris meer duidelijkheid geven over deze materie, aangezien er blijkbaar nog steeds veel onduidelijk is over hoe de fiscus precies gaat toetsen? Gaat de Staatssecretaris ook nog zelf in gesprek met sectoren en organisaties waar onzekerheid is? Wanneer begint de Belastingdienst met het opleggen van eventuele boetes en hoe wordt daarbij rekening gehouden met de onduidelijkheid?

Antwoord 2, 3

De Wet DBA vervangt de ongeveer tien jaar bestaande en daardoor bekende VAR-systematiek. Een verandering van een bekende situatie, zoals de Wet DBA dat doet roept in het begin vragen op. Dat was bij de introductie van de VAR ook zo. Sommige vragen komen voort uit misverstanden die in de praktijk leven, andere zijn het gevolg van onduidelijkheden die men ervaart of meent te ervaren. Alle vragen en opmerkingen worden verzameld en na een analyse daarvan ontvangen de vraagstellers antwoord en worden de vragen en antwoorden gepubliceerd ten behoeve van anderen. Publicatie daarvan gebeurt op de website2 en de vragen en antwoorden worden ook gebruikt bij voorlichtingsbijeenkomsten en webinars. Zie ook het antwoord op vraag 4.

Ik spreek regelmatig met vertegenwoordigers van bijvoorbeeld zzp-organisaties over de implementatie van de Wet DBA, maar ik word ook bij andere gelegenheden aangesproken door willekeurige opdrachtgevers of opdrachtnemers over bij hen levende zorgen. Daarnaast informeren mijn ambtenaren mij over vragen die binnenkomen via de reguliere kanalen, de Belastingtelefoon social media en op bijeenkomsten.

Voor de eventuele aanpassingen in de werkwijze van opdrachtgevers en opdrachtnemers geldt een implementatietermijn tot 1 mei 2017. In deze periode houdt de Belastingdienst wel toezicht, maar vooral in de vorm van voorlichting over de nieuwe werkwijze en het bieden van een helpende hand bij de implementatie. Als de betrokken partijen geen dienstbetrekking willen, geldt er wel een voortdurende inspanningsverplichting om daar dan ook van weg te blijven. Dit betekent dat de opdrachtgever en de opdrachtnemer actief de arbeidsrelatie zodanig feitelijk vormgeven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Op deze wijze worden (vermeende) onduidelijkheden verholpen.

Volgens het transitieplan DBA3 zal de Belastingdienst van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 niet repressief handhaven, behalve in de drie situaties die in dat plan worden genoemd. Zolang geen van die drie situaties zich voordoet, zal de Belastingdienst er tot 1 mei 2017 alleen op wijzen dat sprake is van een dienstbetrekking en daarvoor geen aanslagen loonheffingen opleggen. Op 1 mei 2017 is de implementatiefase afgerond. Opdrachtgevers en opdrachtnemers hebben dan een jaar de tijd gehad om zo nodig hun werkwijze aan te passen. Vanaf 1 mei 2017 moet er ofwel buiten dienstbetrekking wordt gewerkt, ofwel loonheffingen worden afgedragen en voldaan. Bij partijen die niet volgens de regels werken, zal worden gehandhaafd. Dit betekent dat de Belastingdienst een correctieverplichting of een naheffingsaanslag loonheffingen zal opleggen als er sprake is van een dienstbetrekking en er geen loonheffingen worden afgedragen en voldaan. Bij het opleggen van een naheffingsaanslag kan de Belastingdienst een boete opleggen. Als de dienstbetrekking al in de implementatietermijn bestond, zal de Belastingdienst over de periode van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 niet corrigeren voor zover geen van de drie uitzonderingssituaties uit het transitieplan zich in die periode heeft voorgedaan.

Vraag 4

Welke signalen van zzp’ers hebben de bewindspersonen met betrekking de Wet DBA binnengekregen? Kan een (geaggregeerd) overzicht gegeven worden van de vragen en klachten die tot nu toe over de nieuwe Wet DBA binnen zijn komen? In hoeverre waren die vragen en klachten te verwachten, o.a. vanwege eerdere ontvangen input vanuit het veld? Staan die vragen plus de antwoorden op de site van de Belastingdienst zodat andere zzp’ers met dezelfde vragen hier ook wat aan hebben?

Antwoord 4

De Belastingdienst krijgt via twitter en de Belastingtelefoon vragen over de Wet DBA. Hier zitten ook wel klachten bij. De Belastingdienst werkt nauw samen met belangenorganisaties voor opdrachtgevers en zzp’ers. In een klankbordgroep met de belangenorganisaties wordt de communicatie uitgebreid besproken en afgestemd. De Belastingdienst past de communicatie aan op de signalen vanuit de belangenorganisaties, media, social media en de Belastingtelefoon. Dit is een doorlopend proces. De vragen worden verwerkt in de informatie op de website en recent bijvoorbeeld in de webinars. Ook gebruikt de Belastingdienst die signalen om via nieuwsberichten of twitter opdrachtgevers en zzp’ers over actuele vragen te informeren en ze te attenderen op de informatie op de website en de webinars. Daarnaast publiceert de Belastingdienst de vragen die tijdens het webinar gesteld zijn en de antwoorden die daarop gegeven zijn bij het webinar.

Een geaggregeerd overzicht van de vragen en klachten is als bijlage4 bij deze antwoorden opgenomen. De in dit overzicht opgenomen vragen en de daarbij behorende antwoorden worden uiterlijk op 31 mei 2016 op de website van de Belastingdienst gepubliceerd. Ook op Ondernemersplein.nl is een aparte omgeving gemaakt met zoveel mogelijk informatie over de Wet DBA. Deze informatie is samen met de Belastingdienst opgesteld. Het gaat om http://www.ondernemersplein.nl/ondernemen/freelance-en-zzp/var-wordt-modelovereenkomst/.

Vraag 5

Heeft de Staatssecretaris zicht op hoe de belangenorganisaties van opdrachtgevers hen voorlichten? Zo ja, op wat voor wijze vindt dit plaats, en op welke wijze faciliteert de Belastingdienst hierin?

Antwoord 5

De Belastingdienst werkt nauw samen met belangenorganisaties voor opdrachtgevers en zzp’ers. In de in het antwoord op vraag 4 genoemde klankbordgroep wordt met de belangenorganisaties de communicatie uitgebreid besproken en afgestemd. Belangenorganisaties informeren opdrachtgevers en zzp’ers onder andere tijdens voorlichtingsbijeenkomsten, met informatie en nieuwsberichten op hun websites, nieuwsbrieven en direct mails. Zij vormen vaak het eerste aanspreekpunt voor opdrachtgevers en zzp’ers. Via e-mail en telefoon beantwoorden zij vragen. Daarnaast informeren ze ook via de media door het sturen van persberichten en het geven van interviews. De Belastingdienst faciliteert de belangenorganisaties hierin door deel te nemen aan gezamenlijke voorlichtingsbijeenkomsten. Ook participeert de Belastingdienst in door de Kamer van Koophandels georganiseerde voorlichtingsbijeenkomsten over de DBA. Daarnaast heeft de Belastingdienst tijdens de laatstelijk gehouden intermediairdagen uitgebreid stilgestaan bij de invoering van de DBA. Ook heeft de Belastingdienst recent twee webinars over de DBA verzorgd. Via YouTube zijn deze webinars voor iedereen nog raadpleegbaar. In totaal heeft de Belastingdienst in de afgelopen maanden op deze manier reeds meer dan 100 (gezamenlijke) voorlichtingsbijeenkomsten door het hele land verzorgd. De Belastingdienst faciliteert de belangenorganisaties ook door hen van informatie te voorzien en antwoord te geven op de vragen die zij niet kunnen beantwoorden. De Belastingdienst past op zijn beurt de communicatie aan op de signalen vanuit de belangenorganisaties. Als extra communicatie of ondersteuning nodig is dan pakt de Belastingdienst dit op. De Belastingdienst kijkt daar voortdurend naar.

Vraag 6

In hoeverre is er een verschuiving waar te nemen van de inzet van zzp’ers naar bijvoorbeeld payrolling?

Antwoord 6

Er zijn geen cijfers bekend waaruit kan worden afgeleid dat de inzet van zzp’ers als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet DBA zou verschuiven naar payrolling. De Wet DBA noopt ook niet om over te stappen naar payrolling. De grens tussen ondernemerschap en dienstverband verandert niet. Alles wat ten tijde van de VAR mocht, mag onder de Wet DBA ook. Alles wat onder de Wet DBA niet kan, kon onder de VAR ook al niet. Het wordt met de modelovereenkomsten wel veel duidelijker wat wel en niet kan. Het werken met tussenpersonen geeft niet meer zekerheid dan het werken met een modelovereenkomst. Ik lees en hoor de berichten ook maar het is nog te vroeg om daar iets van te vinden, nu de praktijk zich nog moet uitkristalliseren.

Vraag 7

Hoe monitort de Staatssecretaris de ontwikkelingen met betrekking tot de nieuwe Wet DBA en speelt hij in op zaken die beter kunnen?

Antwoord 7

Ik heb regelmatig overleg met de Belastingdienst over de voortgang en de ontwikkelingen rond de implementatie van de Wet DBA. Daarnaast ontvang ik berichten via verschillende kanalen over (vermeende) problemen die partijen ervaren of vrezen bij de implementatie. Opmerkingen over verbeterpunten, vragen en klachten worden geanalyseerd en leiden als dat mogelijk is tot aanpassingen in bijvoorbeeld de communicatie. De Belastingdienst kijkt op dit moment of hij nog extra en specifiekere ondersteuning kan bieden per sector.

Vraag 8

Hoe wordt voorkomen dat er in de uitvoering door de Belastingdienst van de Wet DBA toch weer extra en nieuwe administratieve rompslomp ontstaat, een signaal dat veel zzp’ers ook afgeven?

Antwoord 8

Het werken met modelovereenkomsten is administratief eenvoudiger dan het werken met de VAR. Een VAR moest elk jaar opnieuw worden aangevraagd en bij elke opdracht opnieuw worden opgestuurd of worden overgelegd en vervolgens in de loonadministratie van de opdrachtgever worden bewaard. Veranderden het werk of de voorwaarden waaronder werd gewerkt? Dan moest er een nieuwe VAR worden aangevraagd. Wanneer wordt gewerkt met een modelovereenkomst is dit niet meer nodig. Met een modelovereenkomst kan de zzp’er direct aan de slag. De overeenkomst hoeft niet eerst aan de Belastingdienst voorgelegd te worden. De opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen met elkaar afspreken, bijvoorbeeld per e-mail of in de opdrachtbevestiging, volgens welke modelovereenkomst (nummer) er gewerkt wordt. De systematiek van de DBA is erop gericht om administratieve rompslomp te voorkomen. Door gebruik te maken van het beperkte aantal modelovereenkomsten, die in vrijwel alle sectoren kunnen worden gebruikt blijft het aantal administratieve handelingen beperkt. Opdrachtnemers die tot nu toe geen VAR gebruikten, hoeven nu ook geen overeenkomst te gebruiken. Die opdrachtnemers en hun opdrachtgevers hebben blijkbaar geen behoefte aan zekerheid vooraf en dus ook niet aan een overeenkomst.

Naar boven