Vragen van de leden Karabulut en Kooiman (beiden SP) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht over een bedreigd Rotterdams gezin (ingezonden 21 april 2016).

Mededeling van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 17 mei 2016).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat een Rotterdams gezin als gevolg van een eergerelateerde familievete met de dood wordt bedreigd?1

Vraag 2

Herkent u de signalen dat er bij betrokken instanties sprake is van een kennisachterstand en dat eergerelateerd geweld soms niet als zodanig wordt herkend en er te laat of niet wordt opgetreden? Zo nee, hoe duidt u betreffende Rotterdamse casus?

Vraag 3

Bent u bereid om in samenwerking met het Knooppunt Huwelijksdwang en het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld te onderzoeken wat er nodig is zodat eergerelateerd geweld eerder door politie en hulpverlenende instanties wordt herkend?

Vraag 4

Bent u het eens met de constatering dat het wenselijk is dat kennis over eergerelateerd geweld bij alle regionale eenheden van de politie aanwezig moet zijn? Zo ja, bent u bereid om te kijken naar de mogelijkheden om hier aanvullende middelen dan wel capaciteit vrij te maken?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat de schriftelijke vragen van de leden Karabulut en Kooiman (beiden SP) over een bedreigd Rotterdams gezin (ingezonden 21 april 2016) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven