Vragen van het lid Klein (Klein) aan de Minister voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Natuurlijk mislukt het inburgeringsbeleid, dat hadden we kunnen weten» (ingezonden 19 april 2016).

Mededeling van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 18 mei 2016).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Natuurlijk mislukt het inburgeringsbeleid, dat hadden we kunnen weten»?1

Vraag 2

In hoeverre deelt u de conclusies van het onderzoek dat de houdbaarheid van de aannames achter de Wet inburgering 2013 al op voorhand discutabel zijn en het maar zeer de vraag is of de verplichte eigen verantwoordelijkheid bijdraagt aan een succesvolle en snelle integratie?

Vraag 3

Zijn de houdbaarheid en aannames achter de Wet inburgering 2013 van tevoren getoetst? Zo ja, aan de hand van welke literatuur, theorieën of onderzoek?

Vraag 4

Heeft u eerder beleid rond inburgering geëvalueerd? Wat zijn hiervan de resultaten?

Vraag 5

Heeft u bij het vormgeven van het huidige beleid rekening gehouden met succes- en faalfactoren van eerder beleid? Zo ja, waar blijkt dit uit?

Vraag 6

In hoeverre is het huidige inburgeringsbeleid het resultaat van een bezuinigingsopdracht, zonder rekening te houden met de verwachte resultaten van beleid?

Vraag 7

Geven de cijfers die afgelopen januari bekend werden, waarin nog geen 10 procent van de geschatte inburgeringsplichtigen sinds 1 januari 2013 heeft meegedaan aan een inburgeringsexamen, aanleiding het beleid te herzien? Zo ja, wat gaat u doen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Klein (Klein) over het bericht «Natuurlijk mislukt het inburgeringsbeleid, dat hadden we kunnen weten» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Naar boven