Vragen van het lid Rutte (VVD) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het Koningslied dat een duur grapje blijkt (ingezonden 5 augustus 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 oktober 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 3160.

Vraag 1

Kent u het artikel «Koningslied duur grapje»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2 t/m 4

Erkent u dat de totale uitgaven voor het Koningslied buitenproportioneel zijn, zeker omdat zowel de producent als alle deelnemende artiesten hun bijdrage om niet hebben geleverd?2 Graag een toelichting.

Hoe rijmt u de hoge uitgaven ten behoeve van het Koningslied met de nadrukkelijke wens van toenmalig Koningin Beatrix en toenmalig kroonprins Willem-Alexander om de festiviteiten rondom de troonswisseling financieel sober te organiseren, gezien de economische situatie waar Nederland zich destijds in bevond?

Kunt u inzichtelijk maken waaraan de totale uitgaven, en in het bijzonder de bijdrage van de NPO, voor het koningslied zijn besteed?

Antwoord 2 t/m 4

Het Koningslied is een initiatief van het Nationaal Comité Inhuldiging. Het Koningslied was één van de vele onderdelen van de feestelijkheden en een eerbetoon aan de nieuwe Koning en Koningin. De activiteiten in verband met het Koningslied betroffen drie onderdelen: de productie en realisatie van het Koningslied, de publieksactie om het publiek te betrekken bij het schrijven van het lied en het live televisie-evenement vanuit Ahoy. Uit de jaarrekening van het Nationaal Comité Inhuldiging en de nadere informatie die ik bij de NPO heb opgevraagd, blijkt het volgende. Alle activiteiten rondom het Koningslied hebben in totaal € 574.463 gekost. Het Nationaal Comité Inhuldiging heeft daarvan € 400.000 bekostigd, de NPO heeft € 174.463 uit eigen publieke middelen bijgedragen. Uitgesplitst naar de drie onderdelen, zijn de bestedingen als volgt:

  • productie en realisatie van het Koningslied: € 105.937. Het gaat dan om (on)kosten voor bijvoorbeeld componisten, tekstdichters, artiesten, studiokosten en productie van de videoclip;

  • publieksactie: € 130.296. Het betreft kosten voor ontwikkeling van een website en app, productie reclamespot en marketingcampagne op radio en televisie;

  • live event vanuit Ahoy: € 303.361. Hieronder vallen kosten voor regie, technische productiekosten zoals camera’s en licht, muziek en orkest, en locatiekosten zoals catering, beveiliging en medewerkers van de locatie.

Volgens de NPO is het beeld dat alle partijen geheel kosteloos hebben meegewerkt niet juist. Uiteindelijk zijn de kosten ruim € 75.537 lager uitgevallen dan door het Nationaal Comité Inhuldiging en de NPO vooraf werd begroot. Volgens de NPO zijn de kosten vergelijkbaar met de productie en registratie van andere grote evenementen op locatie.

Vraag 5

Kunt u inzichtelijk maken wat de totale opbrengst is van de het Koningslied? Is de volledige opbrengst ten behoeve van het Oranjefonds gekomen of zijn eerst de kosten in mindering gebracht?

Antwoord 5

De opbrengst van het Koningslied is geheel naar het Oranje Fonds gegaan.

De opbrengst van het live evenement in Ahoy betreft de volledige opbrengst van de kaartverkoop (6.407 kaarten van €3. Dit bedrag is rechtstreeks door Ahoy aan het Oranje Fonds overgemaakt.

Op grond van het contract tussen NPO en Universal Music BV zal Universal alle inkomsten van het project Koningslied aan het Oranje Fonds doen toekomen. Hoewel Universal contractueel out of pocketkosten (waaronder kosten voor artwork, fysieke materialen, afdrachten aan collectieve beheersorganisaties, productie en distributie) mag verrekenen, is dat niet gebeurd. Eventuele opbrengsten die artiesten hebben ontvangen via collectieve rechtenorganisaties vallen buiten de afspraken die zijn gemaakt met Universal.

Conform informatie van het Oranje Fonds bedraagt de totale opbrengst van het Koningslied tot nu toe:

organisatie

bedrag

status

Ahoy

€ 32.035,00

Ontvangen

Universal, voorschot 2013

€ 10.000,00

Ontvangen

Universal vervolg, restant 2013

€ 5.529,53

Ontvangen

Universal, eerste helft 2014

€ 564,90

Ontvangen

Universal, tweede helft 2014

€ 419,75

Toegezegd1

Artiest (1 persoon)

€ 101,00

Ontvangen

Universal, eerste helft 2015

€ 233,36

Toegezegd

Sena, t/m q2 2015

€ 6.836,09

Toegezegd

Totaal

€ 55.719,63

 
X Noot
1

Deze bedragen zijn nog niet door het Oranje Fonds geclaimd middels facturen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat de NPO transparant moet zijn over gedane uitgaven en er geen «principiële redenen» kunnen zijn om de uitgaven niet nader te specificeren?4 Graag een toelichting.

Antwoord 6

Ik vind het belangrijk dat de publieke omroep transparant is over hoe beschikbaar gestelde publieke middelen worden besteed. In tegenstelling tot de NPO zie ik dan ook geen principiële redenen om uitgaven desgevraagd niet nader te specificeren. Wel kan het zo zijn dat hierbij rekening moet worden gehouden met bedrijfsvertrouwelijke gegevens.

Vraag 7

Hoe kunt u verklaren dat de NPO in april 2013 nog aangaf dat de totale kosten voor het Koningslied op anderhalve ton waren uitgekomen, terwijl nu erkend wordt dat de kosten vele malen hoger waren?5 Hoe beoordeelt u deze verwarring en bent u van mening dat dit voorkomen had kunnen worden? Graag een toelichting.

Antwoord 7

Het is ongelukkig dat er verwarring is ontstaan. Navraag bij de NPO leert mij dat de NPO de vraag zo heeft opgevat dat gevraagd werd naar de bijdrage uit de publieke middelen van de NPO. De teksten op Elsevier.nl van 25 april 2013 luiden: «de Nederlandse publieke omroep (NPO) heeft 150.000 euro betaald voor de productie van het officiële Koningslied en alle activiteiten eromheen» en «Nu blijkt dat het lied de NPO 150.000 euro heeft gekost.» Deze teksten duiden er op dat gevraagd is naar wat de NPO heeft bijgedragen uit eigen budget. En dan is het antwoord van de NPO te verklaren. Of de NPO ook de bijdrage van het Nationaal Comité Inhuldiging had moeten noemen is de vraag. Als dat was gebeurd, zou de verwarring mogelijk niet zijn ontstaan. Maar zoals gezegd kan ook de journalistieke vraagstelling hier een rol gespeeld hebben.

Vraag 8

Vindt u het onder de taakstelling van de NPO vallen om de productie van het Koningslied mee te financieren? Graag een toelichting.

Antwoord 8

De feestelijkheden en activiteiten in het kader van de inhuldiging moesten voor iedereen in het koninkrijk te volgen en toegankelijk zijn via televisie, radio en internet. Daarvoor heeft het nationaal Comité Inhuldiging samenwerking gezocht met de NPO. Een troonswisseling is een unieke gebeurtenis met een bijzondere historische, staatsrechtelijke en maatschappelijke betekenis. Een van de kerntaken van de publieke omroep is de verslaglegging van belangrijke nationale en internationale gebeurtenissen. De publieke omroep wil in de wijze waarop hij die taak uitvoert een samenbindende factor in de samenleving zijn. Vanuit die visie is de NPO de samenwerking aangegaan. Het Koningslied was als onderdeel van de vele feestelijkheden en huldeblijken een initiatief van het Nationaal Comité Inhuldiging. Het Nationaal Comité Inhuldiging beoogde met het lied een gevoel van saamhorigheid te creëren tussen alle lagen van de bevolking. De productie van het lied was onlosmakelijk verbonden met de vele radio en televisieactiviteiten rond de inhuldiging. Als productie plaatsvindt met het oog op uitzending vormt het lied aldus onderwerp van de verzorging van media-aanbod door de publieke omroep. In dat opzicht verschilt de productie van het Koningslied in wezen niet van vele andere producties die worden gemaakt met het oog op uitzending. Het Commissariaat voor de Media houdt hier toezicht op.

Naar boven