Vragen van de leden Jadnanansing en Ypma (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over leerlingen die kleine vakken thuis volgen achter de computer (ingezonden 21 september 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 oktober 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichten over leerlingen die bij het Liemers College kleine vakken thuis volgen achter de computer?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Beschouwt u de oplossing die het Liemers College heeft gekozen als een creatieve mogelijkheid die bij krimp recht doet aan het vak filosofie door gebruik te maken van afstandsonderwijs waardoor het onderwijsaanbod breed kan blijven?

Antwoord 2

Het gaat er primair om of de leraren op deze school dit zélf een goede, professionele keuze vinden, en of leerlingen en hun ouders (in eerste instantie via de medezeggenschapsraad) instemmen met deze invulling van de onderwijstijd. Ik maak uit het aangehaalde artikel op dat dit het geval is. Daardoor is deze school, op basis van eigen afwegingen, in staat een breder onderwijsaanbod aan te bieden dan wanneer niet voor een oplossing als deze gekozen zou zijn. In algemene zin zijn in situaties met leerlingendaling creatieve oplossingen wel nodig. Samenwerking tussen scholen en afstandsonderwijs kunnen daar voorbeelden van zijn.

Vraag 3

Welke mogelijkheden ziet u om bij deze oplossing de kwaliteit van het onderwijsleerproces te waarborgen?

Antwoord 3

Het is niet aan mij, maar aan de professionals in de school hiervoor goede waarborgen te bieden. Zie echter het antwoord op vraag 5 voor enkele algemene uitgangspunten.

Vraag 4

Kunnen scholen dit soort oplossingen misschien ook om andere, bijvoorbeeld financiële, redenen dan krimp verkiezen? Wat zijn dan de gevolgen voor het onderwijsaanbod van scholen?

Antwoord 4

Er kunnen ook bijvoorbeeld onderwijskundige redenen zijn om voor vormen van afstandsonderwijs te kiezen. Zo zijn er scholen die Massive Open Online Courses (MOOC’s) (zouden willen) aanbieden. Dat kan (deels) in de vorm van afstandsonderwijs gebeuren. Daarmee kunnen scholen hun onderwijsaanbod uitbreiden met verrijkende, verdiepende of verbredende programma’s.

Vraag 5

Bestaan er voor deze oplossing wellicht wettelijke belemmeringen doordat vakken die leerlingen thuis achter de computer volgen, niet kunnen gelden als lestijd in de zin van de Leerplichtwet? Zo ja, wilt u deze wegnemen of handhaven?

Antwoord 5

Afstandsonderwijs kan gezien worden als onderwijstijd en daarmee ook als lestijd in de zin van de Leerplichtwet, als dit de kwaliteit of toegankelijkheid van het onderwijs ten goede komt. Daarvoor moet het integraal onderdeel uitmaken van het reguliere onderwijsprogramma dat in beginsel voor alle leerlingen toegankelijk is, onder verantwoordelijkheid van de school waar de leerling is ingeschreven wordt verzorgd en dat is gericht op de onder meer in kerndoelen, exameneisen en algemene wettelijke bepalingen vervatte doelstellingen. De medezeggenschapsraad van de school moet er ook vooraf mee instemmen dat een deel van de onderwijstijd met afstandsonderwijs wordt ingevuld.


X Noot
1

«Filosoferen doe je thuis. In tijden van krimp kun je maar beter geen docent filosofie zijn.» In School Magazine voor het openbaar onderwijs september 2015 en «Leerlingen Liemers College volgen filosofie voortaan thuis» in De Gelderlander, 20 juli 2015 (http://www.gelderlander.nl/regio/liemers/zevenaar/leerlingen-liemers-college-volgen-filosofie-voortaan-thuis-1.5090142)

Naar boven