Vragen van de leden Leijten en Van Gerven (beiden SP) aan de Staatssecretaris en Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het megalomane project van Daelzicht (ingezonden 12 april 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 18 mei 2016) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 2468

Vraag 1

Wat is uw reactie op het feit dat Daelzicht het megalomane project in de vorm van een belevenispark heeft stopgezet?1

Antwoord 1

Ik heb u mijn reactie daarop reeds gestuurd bij de beantwoording van uw eerdere Kamervragen. Kortheidshalve verwijs ik naar deze antwoorden. (TK Vergaderjaar 2015–2016 Aanhangsel van de Handelingen 1536)

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat – in het kader van uw antwoord op eerdere vragen dat van het beschikbare geld goede zorg moet worden geleverd – Daelzicht € 75 miljoen wilde investeren in onder andere een hotel, een achtbaan, een haven, een visvijver en een trein? Kunt u uw antwoord toelichten?2 3

Antwoord 2

Ik ben van mening dat zorginstellingen zich behoren te richten op hun kerntaak, namelijk het leveren van kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare zorg. Van de Raad van Bestuur van Daelzicht heb ik begrepen dat er verschillende plannen hebben gecirculeerd met betrekking tot de bestemming van het gebied rondom de zorginstelling. Ik ben van mening dat die beslissing in eerste instantie aan de zorginstelling en de zorgverzekeraar is en dat de Raad van Toezicht daar kritisch toezicht op uitoefent. Ik stel vast dat de zorgaanbieder de plannen niet heeft doorgezet en dat zij bij dit besluit ook de opvattingen die in en om de organisatie zelf leven, hebben betrokken. Ik vind dat een wijs besluit.

Inmiddels is bekend geworden dat de Raad van Bestuur per 1 juni 2016 opstapt en dat er door de Raad van Toezicht een interim- bestuurder is benoemd die op 13 mei 2016 start. Volgens de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur is dit besluit genomen in het belang van de bestuurbaarheid van de organisatie, de continuïteit van de onderneming en de kwaliteit van zorg voor cliënten en medewerkers.

Vraag 3

Hoe oordeelt u over het verspillen van meer dan € 1 miljoen aan de ontwikkeling van het afgeblazen megalomane project?4 5

Antwoord 3

Daelzicht heeft mij aangegeven dat er al geruime tijd middelen worden bestemd ten behoeve van de planvorming rond de bestemming van het eigen terrein. Daelzicht heeft mij laten weten dat daar door de jaren heen (vanaf 2010) inderdaad meer dan € 1 mln. aan is besteed. Ruim € 400.000,– was afkomstig van externe partijen zoals de gemeente en de provincie. Zorginstellingen zijn private organisaties die eigenstandig investeringen doen met betrekking tot planvorming. Ik kan niet beoordelen of deze uitgaven doelmatig wonen. Het is aan de Raad van Toezicht om daarop toe te zien.

Vraag 4

Bent u bereid te laten onderzoeken of de zorg voor bewoners en cliënten en de positie van personeel schade heeft opgelopen door de aanloop van de ontwikkeling van het belevenispark? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ziet toe op de kwaliteit en de veiligheid van de zorg. Indien de kwaliteit van zorg bij Daelzicht niet op orde is, zal de IGZ handhavend optreden. De IGZ heeft mij laten weten dat zij op dit moment geen aanwijzing heeft dat de kwaliteit van zorg in het geding is. De IGZ blijft de ontwikkelingen bij Daelzicht nauwgezet volgen.

Vraag 5

Kunnen de gemaakte kosten op de bestuurders van Daelzicht verhaald worden, zonder dat dit ten koste gaat van personeel en cliënten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Het feit dat een bepaalde bestuursbeslissing achteraf bezien niet gelukkig of verlieslatend is geweest, leidt niet noodzakelijkerwijs tot bestuurdersaansprakelijkheid. Dat kan alleen als een rechter heeft vastgesteld dat een bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt of nalatig is geweest in een behoorlijke vervulling van zijn taken en verantwoordelijkheden. Vervolgens moet voor de rechter ook wettelijk en overtuigend zijn bewezen dat een bestuurder voor eventuele schade aansprakelijk kan worden gesteld.

Vraag 6

Is het waar dat de Raad van Bestuur van Daelzicht nu een hotel met wellness-voorzieningen wil realiseren? Bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer hierover te informeren?

Antwoord 6

De voormalige Raad van Bestuur van Daelzicht (zie ook mijn antwoord op vraag6, heeft mij laten weten dat er sprake is geweest van schetsontwerpen voor het ontwikkelen van diverse overnachtingsvoorzieningen in combinatie met een zwembad met wellnesscentrum. Voor de ontwikkeling en realisatie daarvan was Daelzicht in gesprek met een private partij die geïnteresseerd zou zijn om voor eigen rekening en op eigen risico te investeren in de realisatie en exploitatie van dit project. Ik heb begrepen dat de gedachte achter de overnachtingsvoorzieningen was om met het hele gezin vakantie te kunnen doorbrengen. Gezinnen en mantelzorgers konden daardoor ontlast worden en tegelijkertijd wel dicht in de buurt van de cliënt verblijven. Bezoekers zouden ook toegang hebben tot het parkterrein van Daelzicht waarop al een aantal voorzieningen aanwezig zijn.

Inmiddels heeft Daelzicht afgezien van realisatie van de plannen.

Vraag 7

Welke innovaties worden bedoeld waarvan de Raad van Bestuur van Daelzicht aangeeft daarop te willen blijven inzetten? Wat zijn de kosten van die innovaties en hoe betaalt Daelzicht die innovaties?7

Antwoord 7

Navraag bij de Raad van Bestuur van Daelzicht leert dat het hier om vernieuwende wijzen van daginvulling voor cliënten met een verstandelijke handicap gaat. Het gaat daarbij om werk-, therapeutische, educatieve en recreatieve voorzieningen. Kosten kunnen daaraan nog niet gekoppeld worden.

Ik ben van mening dat innovatieve toepassingen in het zorgaanbod goed zijn en nastrevenswaardig, mits zij in het verlengde liggen van de publieke doelen in de zorg als kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Het is aan gemeenten en zorgkantoor of zij de geboden voorzieningen afnemen gelet op hun taken in het kader van respectievelijk de Wmo en de Wlz.

Vraag 8

Klopt het dat de zorgrobot MyOwn één van de innovaties is? Vindt u dat een zorginstelling als Daelzicht in zo iets moet investeren? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 8

Daelzicht heeft mij laten weten de vraag «hoe cliënten meer regie kunnen krijgen op hun eigen leven door middel van ICT» te hebben voorgelegd aan studenten van Zuyd Hogeschool. Op die wijze is het idee van myOwn ontstaan. Dealzicht heeft mij laten weten dat de investering die zij tot nu toe in de ontwikkeling van myOwn heeft gedaan, beperkt is tot het beschikbaar stellen van kennis over de ondersteuning en behandeling van cliënten met een verstandelijke beperking. Zie verder mijn antwoord op vraag 7.

Vraag 9 en 10

Hoe reageert u op het feit dat de ondernemingsraad van Daelzicht het vertrouwen in de Raad van Bestuur heeft opgezegd? Deelt u de mening van de ondernemingsraad dat de positie van de leden van de Raad van Bestuur niet houdbaar meer is? Kunt u uw antwoord toelichten?8

Heeft u contact gehad of gezocht met de ondernemingsraad om te horen wat zijn redenen zijn om het vertrouwen op te zeggen?

Antwoord 9 en 10

Dat de ondernemingsraad het vertrouwen in de Raad van Bestuur heeft opgezegd is zeer ernstig. Hierover heb ikzelf geen contact met de ondernemingsraad gezocht. Inmiddels is bekend geworden dat de Raad van Bestuur per 1 juni 2016 opstapt en dat door de Raad van Toezicht een interim- bestuurder is benoemd die op 13 mei 2016 start. Zie voorts mijn antwoord op vraag 1. De IGZ ziet erop toe dat de kwaliteit en de veiligheid van de zorg die door Daelzicht wordt geleverd op orde is. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.

Vraag 11 en 12

Hoe oordeelt u over het feit dat de Raad van Toezicht het opzeggen van vertrouwen in de Raad van Bestuur naast zich neerlegt en vindt dat de Raad van Bestuur mag blijven? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vindt u het aanblijven van de Raad van Toezicht, nadat hij het oordeel van de ondernemingsraad niet opvolgt, wenselijk? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid om de Raad van Toezicht te (laten) vervangen?

Antwoord 11 en 12

Zie mijn antwoord op de vragen 1, 9 en10 ten aanzien van het opstappen van de Raad van Bestuur en de rol daarbij van de Raad van Toezicht. Het is uiteindelijk aan de aan de Raad van Toezicht als werkgever om te bepalen in hoeverre er vertrouwen is in het bestuur van een zorgaanbieder. Daarbij zal de Raad van Toezicht ook in overweging nemen in hoeverre het bestuur kan rekenen op steun binnen de organisatie van personeel en cliënten.

Het is aan de IGZ om toe te zien op de kwaliteit en veiligheid van de zorg die Daelzicht levert. Indien die kwaliteit in het geding zou zijn als gevolg van de bestuurlijke situatie bij Daelzicht, kan de IGZ ook een aanwijzing geven aan het bestuur of het interne toezicht. In het ultieme geval kan de IGZ de Raad van Bestuur of de Raad van Toezicht de opdracht geven een lid te vervangen. Deze aanwijzigingsbevoegdheid is recent gemandateerd aan de IGZ. Zoals gezegd houdt de IGZ de ontwikkelingen bij Daelzicht in de gaten. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.

Vraag 13, 14 en 15

Klopt het dat de Raad van Bestuur – ondanks het afketsen van de plannen – nog steeds aangeeft dat het ontwikkelen van het belevenispark en aanverwante zaken een goed plan was?

Wat vindt u ervan dat een raad van bestuur dit na alle schade in de organisatie en daarbuiten nog steeds vindt?

Heeft de Raad van Bestuur, maar ook de Raad van Toezicht, volgens u blijk gegeven van het feit dat ze een foute beslissing namen door dit megalomane plan te willen realiseren? Zo ja, waar baseert u uw reactie op? Zo nee, wat vindt u daarvan?

Antwoord 13, 14 en 15

Daelzicht heeft mij laten weten af te zien van de genoemde plannen. Ik laat die kwalificaties daarover aan de oude Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. Ik stel vast dat de plannen op te weinig draagvlak konden rekenen en derhalve niet worden doorgezet. Dat lijkt mij verstandig.

Vraag 16, 17, 18, 19 en 20

Bent u bereid een onafhankelijk onderzoek te laten instellen naar de leden van de Raad van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht over hun beleid en toezicht in deze kwestie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, door wie en wanneer verwacht u de afronding van het onderzoek?

Hoe oordeelt u over de hoge werkdruk, overplaatsingen van personeel zonder goede redenen en de angstcultuur waarvan binnen Daelzicht sprake is? Kunt u uw antwoord toelichten?9 10

Wordt er een onderzoek ingesteld naar de angstcultuur binnen de organisaties van Daelzicht? Zo ja, door wie wordt dit onderzoek geleid? Zo nee, bent u alsnog bereid om een onafhankelijk onderzoek hiernaar in te stellen?

Bent u bereid om in gesprek te gaan met zorgverleners, ondernemingsraad, cliënten en verontruste familieleden over de situatie binnen Daelzicht? Zo ja, wanneer gaat u langs? Zo nee, waarom niet?

Is de Inspectie voor de Gezondheidszorg betrokken op het toezicht van de zorg die Daelzicht biedt? Zo ja, wilt u de bevindingen van de inspectie naar de Kamer zenden? Zo nee, bent u bereid om de inspectie alsnog te verzoeken om controles in te zetten bij Daelzicht?

Antwoord 16, 17, 18, 19 en 20

Inmiddels is bekend geworden dat de Raad van Bestuur per 1 juni 2016 opstapt en dat er door de Raad van Toezicht een interim- bestuurder is benoemd die op 13 mei 2016 start. Zie ook mijn antwoord op de vragen 1 en 9 t/m 12. Zoals gezegd ziet de IGZ nauwlettend en onafhankelijk toe op de ontwikkelingen bij Daelzicht. Om die reden acht ik een onafhankelijk onderzoek niet nodig.

De IGZ houdt toezicht op de kwaliteit van zorg die Daelzicht levert. In 2015 bezocht de IGZ Daelzicht naar aanleiding van een calamiteit. Het onderzoek gaf geen verdere aanleiding om het toezicht op Daelzicht uit te breiden. Ook in april 2014 bracht de IGZ een bezoek aan Daelzicht. Uit dat bezoek bleek dat er enkele tekortkomingen waren. Eind 2014 bleek dat de zorgaanbieder de tekortkomingen zorgvuldig had opgepakt en doorgevoerd. De IGZ volgt de huidige ontwikkelingen bij Daelzicht nauwgezet. Mocht er aanleiding voor zijn, dan zal de IGZ passende maatregelen treffen. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.


X Noot
1

Brief Daelzicht, 29 februari 2016: Beëindiging plan belevenispark Heel.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1935.

X Noot
3

De Limburger, 3 februari 2016: «Plan belevenispark Daelzicht vertraagd».

X Noot
4

De Limburger, 2 maart 2016: «Daelzicht op zoek naar rust».

X Noot
5

de Volkskrant, 5 februari 2016: Sprookjesprotest.

X Noot
6

Brief Daelzicht, 29 februari 2016: Beëindiging plan belevenispark Heel.

X Noot
7

Brief Daelzicht, 29 februari 2016: Beëindiging plan belevenispark Heel.

X Noot
8

De Limburger, 22 maart 2016: «OR: geen vertrouwen in Daelzicht».

X Noot
9

De Limburger, 2 maart 2016:«Daelzicht op zoek naar rust».

Naar boven